ECLI:NL:RBDHA:2021:15525
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H. Drenth, had een asielaanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J. Visschers, niet in behandeling was genomen. Dit besluit, dat op 10 februari 2021 was genomen, leidde tot beroep van verzoeker. Naast het beroep verzocht verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, in afwachting van de uitkomst van het beroep. De zitting vond plaats op 2 maart 2021, samen met een andere zaak (NL21.2140).
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op de zaak NL21.2140, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep is beslist. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.