ECLI:NL:RBDHA:2021:15524

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2021
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
NL21.2229
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening en geldige bekendmaking van besluit

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld over de ontvankelijkheid van het beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, gedateerd op 5 oktober 2020, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft op 14 februari 2021 beroep ingesteld, wat buiten de beroepstermijn van één week viel. Eiser stelde dat het besluit niet op de juiste wijze bekend was gemaakt, omdat hij pas op 14 februari 2021 kennisnam van het besluit in het kader van een bewaringsmaatregel. De rechtbank oordeelde echter dat het besluit op juiste wijze was bekendgemaakt aan de advocaat van eiser, mr. P.H. van Akenborgh, die door de Raad voor Rechtsbijstand aan de zaak was gekoppeld. Eiser had geen ontkoppelingsverzoek ingediend en de rechtbank concludeerde dat de toezending van het besluit naar de advocaat rechtsgeldig was. De rechtbank volgde eiser niet in zijn stelling dat er pas sprake is van een gemachtigde als een advocaat zich als zodanig stelt of handelt. De rechtbank kwam tot de conclusie dat eiser niet op tijd beroep had ingesteld en dat er geen geldige reden was voor de te late indiening. Het beroep werd derhalve niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.2229
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer] (gemachtigde: mr. S.B. Kleerekooper),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

In het besluit van 5 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft op 14 februari 2021 tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL21.2588, plaatsgevonden op 2 maart 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen. De reden daarvoor is dat volgens verweerder op grond van de Dublinverordening Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
2. De rechtbank stelt vast dat eiser te laat beroep heeft ingesteld. Het bestreden besluit is gedateerd op 5 oktober 2020 en eiser heeft op 14 februari 2021 beroep ingesteld. Dat is buiten de beroepstermijn van één week. Eiser geeft hiervoor als reden dat het besluit niet op juiste wijze bekend is gemaakt. Hij heeft pas voor het eerst op 14 februari 2021 kennisgenomen van het besluit (in het kader van de bewaringsmaatregel die aan hem is opgelegd). Het besluit is weliswaar tijdig naar een advocaat gestuurd die door de Raad voor Rechtsbijstand was aangezocht om eiser te vertegenwoordigen (mr. P.H. van Akenborgh), maar die advocaat heeft geen contact met eiser kunnen krijgen. Volgens eiser heeft die advocaat zich dan ook niet als zijn gemachtigde kunnen stellen en is toezending van het besluit naar die advocaat geen rechtsgeldige bekendmaking van het besluit.
4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit op juiste wijze bekend is gemaakt door dit naar mr. P.H. van Akenborgh te sturen. Volgens verweerder was mr. P.H. van Akenborgh op het moment van het bestreden besluit de gemachtigde van eiser. Hij was door de Raad voor Rechtsbijstand gekoppeld aan de zaak van eiser. Verweerder heeft geen ontkoppelingsverzoek ontvangen van de Raad voor Rechtsbijstand of van mr.
P.H. van Akenborgh.
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het bestreden besluit op juiste wijze bekend heeft gemaakt door dit naar mr. P.H. van Akenborgh te sturen. Het is niet in geschil dat mr. P.H. van Akenborgh op het moment van het bestreden besluit aan de zaak van eiser was toegevoegd door de Raad voor Rechtsbijstand. De toegevoegde advocaat is op grond van artikel 24, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) verplicht de nodige rechtsbijstand te verlenen zolang er geen toestemming door de Raad voor Rechtsbijstand is verleend voor intrekking van de toevoeging. In artikel 33, tweede lid, van de Wrb is bepaald dat een toegevoegde advocaat zich pas na de beëindiging of intrekking van de toevoeging aan de zaak kan onttrekken. Door het bestreden besluit naar mr. P.H. van Akenborgh te sturen, heeft verweerder het besluit op juiste wijze bekend gemaakt. Gelet op het voorgaande volgt de rechtbank eiser niet in zijn enkele stelling dat pas sprake is van een gemachtigde als een advocaat zich als zodanig stelt of handelt. Dat mr. P.H. van Akenborgh geen contact met eiser kon krijgen omdat eiser met onbekende bestemming was vertrokken, ligt in de risicosfeer van eiser.
6. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat eiser niet op tijd beroep heeft ingesteld en dat er geen geldige reden is voor het niet op tijd instellen. Het beroep is dan ook niet ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
05 maart 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. J.J. Catsburg S. Westerhof
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.