Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[dochter] ,eiseres V-nummers: [v-nummer] en [v-nummer]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Syrische vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij gescheiden was van haar echtgenoot, die de Libanese nationaliteit heeft. Eiseres stelde dat zij op 14 januari 2021 een echtscheiding had aangevraagd, maar verweerder betwistte de echtheid van de echtscheidingsverklaring. Tijdens de zitting op 4 februari 2021 heeft eiseres haar situatie toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich op het standpunt mocht stellen dat de echtscheiding niet geloofwaardig was, mede op basis van een rapport van Bureau Documenten dat de legalisatie van de echtscheidingsverklaring als vals had aangemerkt. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om haar asielrelaas te onderbouwen, en de rechtbank oordeelde dat het aan eiseres was om de door verweerder gepresenteerde onderzoeksresultaten te weerleggen. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.