ECLI:NL:RBDHA:2021:15416

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 januari 2021
Publicatiedatum
21 januari 2022
Zaaknummer
NL20.21133
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na beslissing op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Albanese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 december 2020 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 14 januari 2021, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook de behandeling van een andere zaak, NL20.21132, besproken. De rechtbank had in die andere zaak al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker.

De voorzieningenrechter oordeelde dat, aangezien er al een uitspraak was gedaan op het beroep, er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.21133

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H.K. van Middelkoop),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 8 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.21132, plaatsgevonden op 14 januari 2021. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Albanese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1988].
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.21132, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid vanmr. R.G. Kamphof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt via publicatie op rechtspraak.nl
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.