ECLI:NL:RBDHA:2021:15397

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
NL21.1451
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Marokkaanse nationaliteitdrager, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 januari 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 februari 2021, waar de verzoeker niet aanwezig was, heeft de vertegenwoordiger van de verweerder, de Staatssecretaris, zich laten bijstaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft in een andere zaak, NL21.1450, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. van Gestel, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.1451
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. M.E.M. Jacquemard), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 25 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.1450, plaatsgevonden op 17 februari 2021. Verzoeker is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker heeft de Marokkaanse nationaliteit en hij is geboren op [1991] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.1450, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken op:
24 februari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [Document code]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.