ECLI:NL:RBDHA:2021:15397
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Marokkaanse nationaliteitdrager, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 januari 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 februari 2021, waar de verzoeker niet aanwezig was, heeft de vertegenwoordiger van de verweerder, de Staatssecretaris, zich laten bijstaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft in een andere zaak, NL21.1450, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. van Gestel, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.