ECLI:NL:RBDHA:2021:15396
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van sociaaleconomische motieven en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser had aangevoerd dat hij om sociaaleconomische redenen naar Nederland was gekomen, maar de rechtbank oordeelde dat deze redenen niet onder de vluchtelingschapcriteria vallen. De rechtbank overwoog dat Marokko als veilig land van herkomst wordt beschouwd en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer in Marokko in een situatie van ernstige sociale en materiële deprivatie zou komen. De rechtbank concludeerde dat eiser niet in aanmerking kwam voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet en dat de aanvraag terecht was afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel als griffier. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week na bekendmaking hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.