ECLI:NL:RBDHA:2021:15341

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 december 2021
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
C/09/622901 / FA RK 21-8759
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 december 2021 een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1972, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 30 september 2021 was afgegeven, omdat er zorgen waren over het binnenbrengen van stimulerende middelen door de partner van betrokkene tijdens bezoekmomenten. De psychiater heeft verklaard dat deze middelen de behandeling van betrokkene negatief beïnvloeden en dat er een verhoogd risico op psychose bestaat. De advocaat van betrokkene voerde verweer aan, stellende dat de wijziging onzorgvuldig tot stand was gekomen en dat betrokkene niet adequaat was gehoord over het voornemen tot wijziging.

De rechtbank heeft de argumenten van de advocaat beoordeeld en geconcludeerd dat de aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging op zorgvuldige wijze was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de zorgen over het gebruik van stimulerende middelen door betrokkene tijdens bezoekmomenten gerechtvaardigd waren en dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging, die het recht op bezoek zou beperken, noodzakelijk was voor de behandeling van betrokkene. De rechtbank heeft de wijziging van de zorgmachtiging toegewezen, waarbij de verplichte zorgvorm ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ werd toegevoegd aan de bestaande zorgmachtiging.

De beschikking is gegeven door rechter E.M.M. Engbers, bijgestaan door griffier K.M.M. Bertrand, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/622901 / FA RK 21-8759
Datum beschikking: 30 december 2021

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. H. Gailjaard te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 december 2021, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 30 september 2021 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beslissing tot het verlenen van tijdelijke verplichte zorg in een noodsituatie van
22 december 2021;
- een aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging van 23 december 2021 door [zorgverantwoordelijke]
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 24 december 2021;
- een aanvulling op de medische verklaring van 27 december 2021.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 december 2021.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig via Skype gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene;
- de advocaat;
- de [psychiater]
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

De psychiater heeft aangegeven dat wijziging van de zorgmachtiging noodzakelijk is omdat er inmiddels meerdere momenten zijn geweest waarbij de accommodatie ervan overtuigd is geweest dat door de partner van betrokkene stimulerende middelen zijn binnengebracht. Voorheen waren dit enkel vermoedens en daarom is destijds is bij het verlenen van de zorgmachtiging de verplichte zorgvorm ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ afgewezen. Het binnenbrengen van stimulerende middelen levert nadeel op voor betrokkene bij drugsgebruik de angst en psychose toenemen. Bovendien wordt door drugsgebruik de behandeling van betrokkene onder druk gezet. De afgelopen maanden is de behandeling gericht geweest op het onder controle krijgen van de verslaving van betrokkene. Bovendien is ingezet op het verminderen van de psychose van betrokkene. Zij is ingesteld op medicatie en de komende periode moet worden gekeken naar een zinvolle dagbesteding en een vervolgtraject voor betrokkene. Er is sprake van een wisselende samenwerking tussen betrokkene en de behandelaren.
Desgevraagd heeft de psychiater aangegeven dat het voornemen voor de wijziging van de zorgmachtiging met betrokkene is besproken.
De advocaat voert namens betrokkene verweer tegen het verzoek. Het verzoek moet worden afgewezen omdat het onzorgvuldig tot stand is gekomen. De wijziging van de zorgmachtiging is niet aangezegd aan betrokkene en zij is voorafgaand niet gehoord over het voornemen tot wijziging van de zorgmachtiging. Bovendien is het verzoek gebaseerd op oude stukken van september en blijkt uit de brief van de psychiater niet dat hij met betrokkene heeft gesproken. Daarnaast voorziet de partner van betrokkene haar niet van stimulerende middelen. Haar partner is zelf drugsverslaafd geweest en heeft hierdoor een afkeer tegen drugs. Hij gebruikt zelf enkel methadon. Betrokkene heeft verlofmomenten en zou op deze momenten ook zelf drugs kunnen kopen, daarvoor heeft zij de hulp van haar partner niet nodig. Verder voert de advocaat aan dat betrokkene niet op haar plek zit in de accommodatie. Zij heeft het gevoel dat zij in een gevangenis zit en wil graag een eigen plekje. In deze accommodatie gaat betrokkene teloor, krijgt zij weinig begeleiding en dreigt zij nu zelfs het contact met haar partner te gaan verliezen.
Betrokkene heeft aangegeven dat het op dit moment heel slecht met haar gaat. Zij heeft al negen jaar een relatie met haar partner en zij vindt het dan ook heel erg dat hij niet meer op bezoek mag komen. Betrokkene en haar partner horen bij elkaar en zij kunnen elkaar niet missen. Bovendien is het maar één keer voorgevallen dat haar tijdens het bezoek iets heeft meegenomen. Dat is nu helemaal niet meer aan de orde. Betrokkene geeft verder aan dat zij helemaal geen drugs meer gebruikt. De positieve urinetest komt waarschijnlijk door de aspirine die zij slikt.

Beoordeling

Ten aanzien van betrokkene is op 30 september 2021 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
De partner van de betrokkene voorziet haar tijdens bezoekmomenten van stimulerende middelen. Uit de stukken en overleg met haar regiebehandelaar is gebleken dat betrokkene medicijnen (bedoeld voor ADHD) en ook drugs krijgt van haar bezoek. De betrokkene heeft dat een paar keer erkend. Deze stoffen ontregelen betrokkene, in de zin dat ze er (meer) psychotisch van wordt. Daarom is het noodzakelijk dat de verplichte zorgvorm ‘het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ in de zorgmachtiging wordt opgenomen. Het is de stellige verwachting dat gedurende de looptijd van de zorgmachtiging momenten zullen zijn waarop het nodig is om deze zorgvorm aan betrokkene op te leggen.
De advocaat heeft betoogd dat het verzoek onzorgvuldig tot stand is gekomen omdat de wijziging van de zorgmachtiging niet is aangezegd aan betrokkene en zij voorafgaand niet is gehoord over het voornemen tot wijziging van de zorgmachtiging. Daarnaast legt de advocaat aan de onzorgvuldigheid ten grondslag dat uit de aanvullende medische verklaring van de psychiater niet blijkt dat hij met betrokkene heeft gesproken.
De rechtbank overweegt dat binnen de door de wet gestelde termijn een aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging is ingediend. Ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging vloeien uit de wet geen eisen voort zoals geformuleerd door de advocaat. Voor zover de advocaat heeft betoogd dat het verzoek is gebaseerd op oude stukken van september, overweegt de rechtbank dat een gemotiveerde aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging is ingediend, aangevuld met de bevindingen van de geneesheer-directeur en een aanvulling op de medische verklaring. De rechtbank vindt verder niet aannemelijk dat de betrokkene is overvallen door de aanvraag van de wijziging van de zorgmachtiging. De zucht naar drugs en het gebruik daarvan heeft – ook blijkens het zorgplan – binnen de behandeling steeds veel aandacht, omdat het gebruik van drugs het psychisch toestandsbeeld van de betrokken negatief beïnvloed. Er worden urine controles uitgevoerd en er wordt ook met de betrokkene over gesproken.
Voorts is voorafgaand aan het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging aan de betrokkene tijdelijke verplichte zorg verleend in de zin dat het recht op het ontvangen van bezoek is ingeperkt. De geneesheer-directeur heeft de verplichting om de beslissing tot tijdelijke verplichte zorg in een noodsituatie in afschrift toe te zenden aan de betrokkene, de vertegenwoordiger en/of de advocaat. De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging onzorgvuldig tot stand is gekomen.
Gebleken is dat de verleende tijdelijk verplichte vorm van zorg ,‘het beperken van het recht op bezoek’, die niet is opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moet worden voortgezet.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vorm van verplichte zorg.
Gebleken is echter dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De behandeling van betrokkene wordt door het verstrekken van stimulerende middelen tijdens de bezoekmomenten met de partner belemmerd en negatief beïnvloed. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen voor de duur van de zorgmachtiging, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.

Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de op 30 september 2021 verleende zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregel kan worden getroffen:
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.M. Engbers, rechter, bijgestaan door mr. K.M.M. Bertrand als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 30 december 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 januari 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.