ECLI:NL:RBDHA:2021:15333
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van Anw-uitkering na toekenning WIA-uitkering en de beoordeling van dringende redenen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiseres ontving een Anw-uitkering, maar na de toekenning van haar WIA-uitkering in juli 2019, heeft de Sociale verzekeringsbank de Anw-uitkering herzien en teruggevorderd. Eiseres was van mening dat het niet redelijkerwijs duidelijk was dat zij een te hoog bedrag aan Anw-uitkering ontving na de toekenning van de WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Sociale verzekeringsbank de primaire besluiten heeft genomen op basis van onjuiste informatie over het inkomen van eiseres. De rechtbank oordeelde dat er dringende redenen aanwezig waren om af te zien van herziening of intrekking van de Anw-uitkering, omdat eiseres niet op de hoogte was van de gevolgen van de WIA-uitkering voor haar Anw-rechten. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Sociale verzekeringsbank opgedragen een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met deze uitspraak. Tevens is de Sociale verzekeringsbank veroordeeld in de proceskosten van eiseres.