ECLI:NL:RBDHA:2021:15178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vrijheidsontnemende maatregel in asielprocedure met betrekking tot Turkse nationaliteit en betrokkenheid bij de Gülen-beweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan eiseres, een Turkse nationaliteit, in het kader van haar asielaanvraag. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 31 augustus 2021 was genomen, waarbij haar een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 september 2021, waarbij partijen telefonisch zijn gehoord en vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank overweegt dat de vrijheidsontnemende maatregel op 10 september 2021 is opgeheven, en dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of de tenuitvoerlegging van de maatregel onrechtmatig was voorafgaand aan de opheffing. Eiseres voerde aan dat de maatregel ten onrechte heeft voortgeduurd na het aanmeldgehoor op 3 september 2021, en dat verweerder direct na dit gehoor een beslissing had moeten nemen op haar asielverzoek. De rechtbank oordeelt echter dat er geen bewijs is dat al na het aanmeldgehoor duidelijk was dat haar aanvraag zou worden ingewilligd. Verweerder had tijd nodig om te beoordelen of er contra-indicaties waren.
De rechtbank wijst erop dat de asielprocedure op 25 juni 2021 is gewijzigd, en dat de aanmeldprocedure nu kort vraagt naar asielmotieven, zonder dat deze verklaringen in de beoordeling van de inwilligbaarheid worden betrokken. De rechtbank concludeert dat de vrijheidsontnemende maatregel niet onrechtmatig was en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 oktober 2021, en er kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.