ECLI:NL:RBDHA:2021:15152

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 februari 2021
Publicatiedatum
11 januari 2022
Zaaknummer
NL21.1332 en NL21.1334
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2021 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL21.1332 en NL21.1334. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R.P.M. Ngasirin, hebben een voorlopige voorziening gevraagd in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvragen zijn door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.A.M. Janssen, niet in behandeling genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublinverordening.

Tijdens de zitting op 16 februari 2021 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door mr. M.C.A. Nijenhuis-Schoutsen als waarnemer van hun gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaken NL21.1331 en NL21.1333, al een beslissing genomen op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Locatie Amersfoort
Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.1332 en NL21.1334
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoekers],
V-nummers: [v-nummer] en [v-nummer]
mede namens hun minderjarige kinderen:
[kind 1], V-nummer: [v-nummer]
[kind 2], V-nummer: [v-nummer] en
[kind 3], V-nummer: [v-nummer] Hierna gezamenlijk: verzoekers (gemachtigde: mr. R.P.M. Ngasirin),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.A.M. Janssen).

Procesverloop

Bij besluiten van 6 januari 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken NL21.1331 en NL21.1333, plaatsgevonden op 16 februari 2021. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door mr. M.C.A. Nijenhuis-Schoutsen, als waarnemer van hun gemachtigde. Als tolk is verschenen L. Altaee. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.1331 en NL21.1333, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff-Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
22 februari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. J.J. Catsburg T.R. Vos
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.