ECLI:NL:RBDHA:2021:15132
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de beslissing van het Uwv over WGA-loonaanvullingsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Libertas Leiden en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de WGA-loonaanvullingsuitkering van eiseres. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar deze was per 11 augustus 2019 omgezet in een WGA-loonaanvullingsuitkering met een vastgesteld arbeidsongeschiktheidspercentage van 40,94%. De stichting heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat eiseres volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). De rechtbank heeft de procesgang en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiseres heeft aangevoerd dat de verzekeringsartsen van het Uwv haar klachten hebben onderschat en dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar medische situatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk zijn gegaan en dat de rapporten voldoende duidelijk en vrij van tegenstrijdigheden zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om het oordeel van de verzekeringsartsen te betwisten en heeft de beroepen van eiseres en de stichting ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.