Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het veroek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die in het bezit was van een eenmalig Schengenvisum, heeft tegen twee besluiten beroep ingesteld. Het eerste besluit betrof de weigering van toegang tot Nederland, terwijl het tweede besluit een vrijheidsontnemende maatregel inhield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de toegang tot Nederland terecht is geweigerd, omdat de eiser geen geldig visum had op het moment van zijn terugkeer. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij geen toegang tot Nederland wenste en dat de weigering van toegang gerechtvaardigd was.
Wat betreft de vrijheidsontnemende maatregel, oordeelde de rechtbank dat deze ook rechtmatig was, aangezien deze was gebaseerd op de eerder vastgestelde toegangsweigering. De eiser voerde aan dat hij niet in Nederland wilde blijven en dat de maatregel te zwaar was, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden rond de Covid-testen en annuleringen buiten de invloedsfeer van de verweerder lagen. De rechtbank verklaarde beide beroepen ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.