Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.J. Dijkman, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 15 januari 2021 de maatregel van bewaring heeft opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Tijdens de zitting op 25 januari 2021 heeft eiser aangevoerd dat er onduidelijkheid bestaat over het tijdstip van uitreiking van de maatregel, aangezien de elektronische handtekening om 14:42 uur was gezet, terwijl de maatregel om 16:00 uur zou zijn opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de elektronische handtekening correct was geplaatst en dat de maatregel op de voorgeschreven wijze was uitgereikt. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de rechtbank zouden doen twijfelen aan de geldigheid van de maatregel.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en er een significant risico was dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft betwist dat hij Nederland op de voorgeschreven wijze is binnengekomen en heeft niet voldaan aan de verplichtingen van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren en heeft het beroep ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.