ECLI:NL:RBDHA:2021:14985
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en urenbeperkingen in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een WIA-uitkering. Eiser, die zich op 23 oktober 2017 ziekmeldde, had een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend, waarop het Uwv op 18 december 2019 een uitkering toekende met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 56,71%. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft bezwaar aangetekend, wat leidde tot een bestreden besluit op 27 augustus 2020 waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 28 oktober 2021, die via Skype plaatsvond, heeft eiser zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de medische rapporten van de verzekeringsartsen. Eiser betwistte de vastgestelde urenbeperkingen en stelde dat hij niet in staat was om 5 uur per dag en 25 uur per week te werken, en dat een urenbeperking in stappen van 2 uur zou moeten worden aangenomen.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat hun rapporten geen tegenstrijdigheden vertoonden. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling en dat de vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 56,71% terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.