ECLI:NL:RBDHA:2021:14871

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
4 januari 2022
Zaaknummer
09/314583-20 en 09/148797-21 (t.t.z. gev.)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie en oplichting via phishing en vriend-in-nood fraude

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum 1] 2001, die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige oplichting en aanverwante strafbare feiten zoals computercriminaliteit en witwassen. De verdachte en zijn medeverdachten gebruikten verschillende oplichtingsmethoden, waaronder phishing en de zogenaamde 'vriend-in-nood' fraude, waarbij zij zich voordeden als vrienden of familieleden in financiële nood. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op grote schaal persoonsgegevens (leads) heeft verworven en deze heeft gebruikt om slachtoffers te benaderen en hen geld afhandig te maken. De verdachte heeft een organiserende rol gespeeld binnen de criminele organisatie, waarbij hij instructies gaf aan zijn medeverdachten en hen aanstuurde bij het plegen van de misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 maanden, waarbij de resocialisatie kan plaatsvinden in het kader van een voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die is geleden door de slachtoffers van zijn oplichtingspraktijken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/314583-20 en 09/148797-21 (t.t.z. gev.)
Datum uitspraak: 24 december 2021
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2001 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 26 maart 2021, 18 juni 2021,
9 september 2021 en 12 november 2021 (alle pro forma) en 10 december 2021 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. P. de Jonge en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. T. van Assendelft de Coningh naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 10 december 2021 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
.

2. De tenlastelegging

Aan de verdachte is – kort samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 10 december 2021 – ten laste gelegd:
Parketnummer 09/314583-20 (dagvaarding I):
deelneming aan een criminele organisatie in de periode van 1 januari 2020 tot en met 11 december 2020;
het medeplegen van gewoontewitwassen in de periode van 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020;
het medeplegen van het voorhanden hebben van technische hulpmiddelen met de bedoeling om daarmee bepaalde misdrijven te plegen, in de periode van 9 april tot en met 11 december 2020;
primair: het medeplegen van computervredebreuk in de periode van 9 april tot en met 11 december 2020, subsidiair: de medeplichtigheid hieraan;
het medeplegen van het voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, terwijl hij wist dat deze door misdrijf waren verkregen in de periode van 9 april tot en met 11 december 2020;
primair: het medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, in de periode van 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020, subsidiair: de medeplichtigheid hieraan;
het medeplegen van pogingen tot oplichting, in de periode van 6 juni 2019 tot en met 18 mei 2021;
primair: het medeplegen van dwang op 1 november 2020, subsidiair: het medeplegen van poging dwang;
het medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht op 1 november 2020.
Parketnummer 09/148797-21 (dagvaarding II):
gewoontewitwassen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 5 juni 2019;
primair: het medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd, in de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019, subsidiair: medeplegen van witwassen, meer subsidiair: medeplichtigheid aan witwassen;
het medeplegen van poging(en) tot oplichting, in de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019.
De tekst van de tenlastelegging is als bijlage A aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het bij dagvaarding II onder 3 tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het bij dagvaarding I onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 primair, 7, 8 primair en 9 en het bij dagvaarding II onder 1 en 2 primair ten laste gelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat zijn cliënt zich gedurende een bepaald tijdvak heeft begeven in de wereld van phishing. Dat volgt uit de afgeluisterde gesprekken, de conversaties en afbeeldingen die zijn aangetroffen op gegevensdragers die hem kunnen worden toegeschreven en waarvoor hij – voor zover die toeschrijving terecht is – ook verantwoordelijkheid neemt, aldus de raadsman.
De raadsman heeft – op gronden zoals verwoord in zijn pleitnota – namens de verdachte vrijspraak bepleit van het bij dagvaarding II onder 1, 2 primair, subsidiair en meer subsidiair en 3 en van het bij dagvaarding I onder 6 (wat betreft [slachtoffer 1] en overige), 8 en 9 ten laste gelegde en heeft zich met betrekking tot het bij dagvaarding I onder 1 (met uitzondering van zijn zusjes), 2, 3, 4, 5, 6 ( wat betreft [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] ) en 7 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Algemeen
Het onderzoek in deze zaak is begonnen op 22 januari 2020, toen de verdachte in het onderzoek genaamd “ [onderzoek 1] ” is aangehouden op verdenking van straatroven. Bij zijn aanhouding zijn er mobiele telefoons bij hem in beslag genomen. Uit onderzoek bleek dat de verdachte vanaf een van die telefoons, een Samsung SM-G950F , phishing links had verstuurd en dat via WhatsApp gesprekken hadden plaatsgevonden die betrekking hadden op oplichting. Onderzoek in de politiesystemen naar gegevens die uit deze gesprekken naar voren kwamen leverden twee aangiftes van oplichting op, van [slachtoffer 9] en van [slachtoffer 10] . Naar aanleiding hiervan is op 12 februari 2020 het onderzoek “ [onderzoek 2] ” gestart. [2]
3.3.1.
Dagvaarding I feiten 6 en 4: oplichting en computervredebreuk
Bewijsmiddelen
Aangiftes phishing
[slachtoffer 9] heeft op 3 januari 2020 aangifte gedaan van oplichting, gepleegd op 2 januari 2020. [slachtoffer 9] heeft verklaard dat hij een gitaar te koop had aangeboden op Marktplaats. Hij werd op 2 januari 2020 benaderd door ene [alias 1] . Na het overeenkomen van de verkoop gaf [slachtoffer 9] deze [alias 1] zijn bankrekeningnummer. [alias 1] vroeg of de track en trace-code gestuurd kon worden via WhatsApp en gaf als mobiel nummer op: [telefoonnummer 1] . [alias 1] stuurde een Marktplaats verificatielink. [slachtoffer 9] heeft op de link geklikt en de gevraagde informatie ingevuld. Achteraf bleek het om een zogenaamde phishing-link te gaan, waardoor er vervolgens ongevraagd € 50 van de bankrekening van [slachtoffer 9] was afgeschreven en overgeschreven op rekeningnummer [rekeningnummer 1] t.n.v. [alias 2] . [3]
[slachtoffer 10] heeft op 9 januari 2020 aangifte gedaan van oplichting, die tussen 3 en 4 januari 2020 had plaatsgevonden. Op 3 januari 2020 kreeg [slachtoffer 10] een bericht van ene [alias 3] dat hij geïnteresseerd was in de schoenen die zij op Marktplaats had geplaatst. [slachtoffer 10] heeft haar bankgegevens doorgegeven. [alias 3] wilde nader contact via WhatsApp en gaf als mobiel nummer op: [telefoonnummer 1] .
Vervolgens vroeg of hij een Marktplaats verificatie link mocht versturen. [slachtoffer 10] heeft drie linkjes gekregen en vermoedt dat zij alle drie de linkjes heeft aangeklikt. Op 4 januari 2020 bleek dat er ongevraagd twee bedragen van in totaal € 406,22 van de rekening van [slachtoffer 10] waren afgeschreven en overgeschreven op rekeningnummer [rekeningnummer 1] t.n.v. [alias 2] . [4]
[slachtoffer 1] heeft op 22 mei 2020 aangifte gedaan. Hij zag op zijn mobiele telefoon dat hij op 15 mei 2020 om 19.02 uur een sms-bericht ontvangen had afkomstig van de KNAB-bank, met de mededeling dat zijn telefonische app verlengd diende te worden en dat deze nog tot 16 mei 2020 om 20.00 uur geldig was. Hij kon de verlenging direct regelen door op de link in het sms-bericht te klikken. [slachtoffer 1] heeft op de link in de sms geklikt en werd direct naar een website geleid waar hij moest inloggen en zijn bankgegevens
moest invullen, hetgeen hij heeft gedaan. Hierop kreeg hij een code toegestuurd met het verzoek deze op de cardreader van de KNAB-bank in te vullen. Nadat hij de code ingevuld had, kreeg [slachtoffer 1] de vraag om de transactie te bevestigen. Dit heeft hij vervolgens gedaan. Op de cardreader van de KNAB-bank is niet zichtbaar welk bedrag wordt overgemaakt bij de bevestiging van een transactie. Even later zag hij op zijn app dat er een bedrag van € 49.000 van zijn spaarrekening bij de KNAB-bank, met nummer [rekeningnummer 2] ten name van [slachtoffer 1] , was overgemaakt naar zijn betaalrekening bij de KNAB-bank met nummer [rekeningnummer 3] . [slachtoffer 1] zag op zijn rekening dat een bedrag van € 49.000 was overgeschreven naar een KNAB betaalrekening met het nummer [rekeningnummer 4] ten name van [alias 4] . [5]
[slachtoffer 11] heeft op 20 juni 2020 aangifte gedaan. Hij heeft op 12 juni 2020 een sms ontvangen van de ING bank via het telefoonnummer [telefoonnummer 2] met als link [website 1] en een sms bericht van de Rabobank via het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en een link [website 2] . Zijn toestelregistratie zou verlopen en hij moest om dit te voorkomen deze link gebruiken. Op 13 juni 2020 heeft [slachtoffer 11] op de link gedrukt. In het scherm verscheen een QR code en [slachtoffer 11] heeft deze gescand met zijn random reader. Op 15 juni 2020 bleek dat er in totaal een bedrag van € 4.263,19 van zijn rekening was geschreven. Door de fraude was er ook toegang tot de rekening van de moeder van [slachtoffer 11] . Vanaf de spaarrekeningen van [slachtoffer 11] zijn bedragen overgemaakt naar zijn lopende rekening en naar de rekening van zijn moeder. Van de rekening van zijn moeder, [rekeningnummer 5] , zijn de volgende bedragen opgenomen: € 1.985,99 naar [rekeningnummer 6] ten name van [alias 5] , € 1.996,65 naar [rekeningnummer 6] ten name van [alias 5] en € 245,83 naar [rekeningnummer 7] ten name van [alias 6] , wat weer is doorgezet naar [rekeningnummer 8] ten name van [alias 7] . [6]
[slachtoffer 12] heeft op 14 oktober 2020 aangifte gedaan. Hij had op Marktplaats een jas te koop aangeboden. Op 10 oktober 2020 uur werd hij gebeld door nummer [telefoonnummer 4] op zijn telefoonnummer dat bij zijn profiel op Marktplaats staat. De koper, ene [alias 8] , had interesse in de jas. Op 13 oktober 2020 heeft [slachtoffer 12] [alias 8] een bericht gestuurd dat de jas
beschikbaar was. [alias 8] wilde de vraagprijs van € 50 plus € 7 verzendkosten betalen.
[slachtoffer 12] werd gevraagd of hij gebruik wilde maken van de gelijk oversteken app van
Marktplaats. Hij kreeg de link van [alias 8] toegestuurd via WhatsApp. [slachtoffer 12] klikte op de link en zag een Marktplaats omgeving, kwam in een iDEAL omgeving om 1 cent over te maken en heeft toen op de link geklikt. [slachtoffer 12] kwam er vervolgens achter dat deze gang van zaken niet klopte.
Op 13 oktober 2020 kreeg [slachtoffer 12] een telefoontje van een vrouw, die vertelde dat ze van de afdeling fraude was van de Rabobank. Zij zei dat er een verdachte transactie was gedaan en dat er een veiligheidsprocedure werd opgestart. De vrouw vertelde dat zijn geld veilig gesteld moest worden in een kluis. [slachtoffer 12] herkende het verhaal van het televisieprogramma Kassa en heeft direct de verbinding verbroken. Op zijn afschriften zag [slachtoffer 12] dat er € 300 naar tegenrekening [rekeningnummer 9] was overgemaakt, twee maal een bedrag van € 300 van rekening [rekeningnummer 10] op naam van [alias 9] en € 100 van rekening [rekeningnummer 11] op naam van [alias 11] . De bedragen zijn overgemaakt naar tegenrekening [rekeningnummer 12] . Op 14 oktober 2020 zag [slachtoffer 12] dat er nogmaals twee keer € 300 van rekening [rekeningnummer 13] op naam van [alias 10] naar hetzelfde rekeningnummer [rekeningnummer 12] was overgemaakt. [7]
Aangiftes vriend-in-nood-fraude
[slachtoffer 5] heeft op 12 september 2020 aangifte gedaan. Op 11 september 2020 had zij een WhatsApp bericht gekregen waarin stond dat het haar zus [alias 12] was en dat haar gsm in de wasmachine was beland en dat ze een nieuwe gsm had. Het gsm nummer betrof: [telefoonnummer 5] . [slachtoffer 5] kreeg de vraag om financieel te helpen omdat alles geblokkeerd was en omdat ze niet kon betalen. [slachtoffer 5] heeft op 11 september 2020 een bedrag van
€ 3.489,72 overgeschreven naar rekeningnummer [rekeningnummer 14] , een bedrag van
€ 2.508,54 naar rekeningnummer [rekeningnummer 14] en een bedrag van
€ 3.511,67 naar rekeningnummer [rekeningnummer 15] . [8]
[slachtoffer 4] heeft op 3 februari 2021 aangifte gedaan. Op 8 september 2020 kreeg zij een WhatsApp bericht van het nummer [telefoonnummer 6] dat zijn gsm in de wasmachine beland is en dat hij een nieuwe moest kopen. De persoon vertelde dat hij [alias 13] was (de rechtbank begrijpt: de zoon van aangeefster), dat hij zijn oude nummer niet kon houden en ook al zijn bestanden kwijt was. Hij vertelde via WhatsApp dat hij nog enkele facturen had en pas vrijdag het bankieren in orde kon brengen. [slachtoffer 4] heeft gezegd dat zij het bedrag over zou maken. ‘ [alias 13] ’ stuurde het volgende: naam: [alias 14] , iban: [rekeningnummer 16] , mededeling [kenmerk] , bedrag € 2.001,66. euro. Toen hij nog twee betalingen stuurde, geloofde [slachtoffer 4] hem niet meer. [alias 13] bleek bij navraag geen nieuw nummer te hebben. [slachtoffer 4] heeft onmiddellijk de bank gebeld, die de overschrijving heeft tegengehouden. Zij heeft uiteindelijk haar € 2.001,66 terug ontvangen. [9]
[slachtoffer 2] heeft op 28 augustus 2020 aangifte van gedaan dat zij tussen 24 augustus 2020 en 28 augustus 2020 slachtoffer is geworden van oplichting door de vriend-in-noodmethode. Op 24 augustus 2020 kreeg zij een WhatsApp bericht van nummer [telefoonnummer 7] dat zijn gsm in de wasmachine beland was en dat hij een nieuw nummer had. Op de vraag van [slachtoffer 2] of dit (haar zoon) [alias 15] was, werd bevestigend geantwoord. ‘ [alias 15] ’ vroeg of [slachtoffer 2] kon helpen met een aantal facturen omdat hij het dinsdag pas in orde kon maken. [slachtoffer 2] heeft vier bedragen overgemaakt van respectievelijk € 1.891,72 (naar IBAN: [rekeningnummer 17] ), € 883,11 (naar IBAN: [rekeningnummer 18] ), € 672,54 (naar IBAN: [rekeningnummer 19] ) en € 1.350,72 (naar IBAN: [rekeningnummer 20] ). [10]
[slachtoffer 8] heeft op 15 september 2020 aangifte gedaan van oplichting. Op 15 september 2020 kreeg zij een WhatsApp bericht van het nummer [telefoonnummer 6] van iemand die liet weten dat haar gsm in de wasmachine beland was en dat zij dit nieuwe nummer kon opslaan. [slachtoffer 8] vroeg wie het was, moest raden en toen zij ‘ [alias 16] ’ zei werd gereageerd met ‘meteen goed’. ‘ [alias 16] ’ vroeg of [slachtoffer 8] kon helpen met een aantal facturen omdat zij het woensdag pas in orde kon maken. [slachtoffer 8] heeft twee bedragen overgemaakt van respectievelijk € 489,72 naar IBAN: [rekeningnummer 21] en € 3.511,67 naar IBAN: [rekeningnummer 21] . [11]
[slachtoffer 6] heeft op 23 augustus 2020 aangifte gedaan van oplichting. Op 22 augustus 2020 kreeg zij een WhatsApp bericht dat zijn gsm in de wasmachine beland was en dat zij dit nieuwe nummer kon opslaan. Op de vraag van [slachtoffer 6] of dit (haar zoon) [alias 29] was, werd bevestigend geantwoord. Hij had een probleempje en vroeg om stortingen te doen op enkele rekeningnummers, of zij hem kon helpen met enkele facturen. [slachtoffer 6] heeft een storting gedaan van € 474,22 en € 1.298,22 op IC kredietservice op rekeningnummer [rekeningnummer 22] , € 1504,72 gestort op rekeningnummer [rekeningnummer 23] en € 1.040 euro ten voordele van [alias 17] op rekeningnummer [rekeningnummer 22] . In totaal dus € 4.317.16. [12]
[slachtoffer 7] heeft op 25 augustus 2020 aangifte gedaan. Zij kreeg op 23 augustus 2020 een WhatsApp-bericht van het nummer [telefoonnummer 8] van een persoon die zich uitgaf voor haar zoon. Zijn gsm toestel zou in het water gevallen zijn en daarom stuurde hij zijn nieuwe nummer. Op een gegeven ogenblik vroeg de persoon of zij twee factuurtjes kon betalen. [slachtoffer 7] heeft twee rekeningen betaald voor een bedrag van €1489,11 en € 947,54 op het Belgisch rekeningnummer [rekeningnummer 24] . [13]
[slachtoffer 13] heeft op 19 september 2020 aangifte gedaan. Hij kreeg op 14 september 2020 via WhatsApp een tekstbericht dat ermee begon dat de gsm van deze persoon in de wasmachine beland was, en dit dus het nieuwe nummer was dat deze persoon gebruikte. De persoon deed zich voor als zijn achternicht [alias 18] , via het nummer [telefoonnummer 6] . Deze vroeg in de berichten of [slachtoffer 13] enkele betalingen voor haar kon doen, aangezien zij in de problemen zou zitten. [slachtoffer 13] heeft vier betalingen uitgevoerd voor in totaal € 12.181,83, respectievelijk € 2.991,67 op IBAN: [rekeningnummer 25] , € 3.291,44 op IBAN: [rekeningnummer 26] , € 2.718,50 op IBAN: [rekeningnummer 27] en € 3.180,22 op IBAN: [rekeningnummer 28] . [14]
[slachtoffer 3] heeft op 4 september 2020 aangifte gedaan. Zij werd op 4 september 2020 opgelicht door een onbekende die het telefoonnummer van haar vriendin [alias 19] heeft gebruikt. Deze vroeg haar om haar te helpen dringende rekeningen te betalen voor haar. [slachtoffer 3] heeft dit ook gedaan. Later bleek dat deze [alias 19] niets had gestuurd aan [slachtoffer 3] . Zij werd benaderd met het nummer [telefoonnummer 9] en in naam van [alias 19] werd gezegd dat haar nummer en telefoon was gewijzigd van haar oude nummer [telefoonnummer 10] door een ongeval in de wasmachine. Alles gebeurde via Whatsapp. [slachtoffer 3] heeft
€ 2.489,11 overgemaakt naar IBAN: [rekeningnummer 29] , € 289,55 naar IBAN: [rekeningnummer 30] , € 2.398,73 naar IBAN: [rekeningnummer 31] en € 2.604,61 naar IBAN: [rekeningnummer 32] . [15]
Onderzoek aangetroffen gegevensdragers van de verdachte
Samsung SM-G950F telefoon
Uit de analyse van de uitgelezen Samsung SM-G950F , voorzien van goednummer [nummer 1] , in beslag genomen onder de verdachte bij zijn aanhouding op 22 januari 2020, is gebleken dat met dit toestel diverse phishing-links zijn verstuurd. De verbalisant heeft gerelateerd dat de verdachte naar meerdere personen berichten via WhatsApp heeft gestuurd waarin deze persoon zich voorstelt als [alias 1] , [adres 2] . Het WhatsApp-account op het toestel was gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer 11] . De gebruikersnaam was ingesteld als ' [alias 3] '. Uit een analyse van de WhatsApp gesprekken blijkt dat de verdachte tussen 2 januari 2020 en 21 januari 2020 aan 11 verschillende personen een zogenoemde phishing--link heeft verzonden, onder andere aan aangevers [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] . [16]
Apple iPhone XS Max
Op 30 september 2020 is de verdachte aangehouden op verdenking van heling/witwassen. [17] Bij hem werden onder meer aangetroffen een groot contant geldbedrag, diverse bankpassen en een iPhone XS Max, voorzien van IMEI-nummers [serienummer 1] en [serienummer 2] . Uit onderzoek naar deze telefoon is gebleken dat de verdachte de hoofdgebruiker is van deze telefoon. Op de telefoon zijn aangetroffen diverse video’s van aankoopbewijzen van Paysafekaarten, van Excellijsten met persoonsgegevens inclusief adres en geboortedatum van diverse personen woonachtig in België , video’s die ‘screen records’ betroffen van gesprekken met vermoedelijke slachtoffers waarbij de afzender zich voordeed als een bekende die hulp nodig had in de vorm van geld (de bekende ‘vriend in nood-fraude’), diverse video’s met grote stapels contant geld en foto’s met daarop identiteitsbewijzen en rijbewijzen die op naam van derden waren gesteld. [18]
Apple iPhone 11 Pro Max
Op 11 december 2020 is de verdachte, samen met anderen, aangehouden in kamer 203 van [adres 4] in Den Haag. [19] Tijdens een doorzoeking van deze hotelkamer op 11 december 2020 zijn onder andere aangetroffen en in beslag genomen: mobiele telefoons, een laptop van het merk Acer en een laptop/notebook van het merk Lenovo. [20] Uit de kennisgeving van inbeslagneming blijkt dat een van de mobiele telefoons een Apple iPhone 11 Pro Max betrof, met registratienummer [serienummer 3] . [21]
Tijdens een doorzoeking van de ouderlijke woning van de verdachte aan [adres 3] op 11 en 12 december 2020 is in de slaapkamer van de verdachte onder meer aangetroffen een doos van een Apple iPhone 11 Pro Max voorzien van het IMEI-nummer [serienummer 3] [22] .
Op de Apple iPhone 11 Pro Max zijn een groot aantal afbeeldingen, berichten, links, video's en memo’s aangetroffen die ogenschijnlijk te maken hebben met phishing, oplichting, contante geldbedragen, cryptovaluta en witwassen. Er stonden grote aantallen afbeeldingen op met persoonsgegevens van potentiële slachtoffers, afbeeldingen van grote stapels contant geld, soms vastgehouden door de verdachte, bankrekeningen en bankpassen, foto’s van mobiele telefoons met internetbankieren. Tevens zijn in de telefoon chats aangetroffen waarin gesproken wordt over oplichtingen [23] .
Huawei AMN-LX9
Tijdens de doorzoeking van de woning aan [adres 3] is in de slaapkamer van de verdachte ook aangetroffen een mobiele telefoon van het merk Huawei met oranje stickers op de cameralens. Uit de kennisgeving van inbeslagneming blijkt dat deze telefoon met goednummer [onderzoek 3] een Huawei AMN LX9 betrof [24] . Deze Huawei telefoon had de volgende kenmerken: type: AMN-LX9; IMEI: [serienummer 4] .
In de [website 3] , een database bestand waarin onder andere de simkaarten worden opgeslagen, zag verbalisant dat in het toestel 11 verschillende simkaarten hadden gezeten.
In de accounts op de mobiele telefoon is gezien dat op 20 juli 2020 te 18:28 is ingelogd op een [website 4] account gekoppeld aan het e-mailadres van [e-mailadres 1] . Tevens is gezien dat er een Snapchat account op de telefoon stond met gebruikersnaam [alias 20] , die de weergavenaam [alias 30] had. Voorts is gebleken dat het Google account [e-mailadres 2] op het toestel geregistreerd was.
Verbalisant zag dat op de telefoon 194 WhatsApp chats aanwezig waren met Belgische telefoonnummers. Wat opvalt is dat bij elk nummer de voor- en achternaam bekend zijn en dat elk gesprek begon met de volgende berichten: "Hey ma met mij hier" "Mijn gsm is in de wasmachine beland vanochtend. Dit nieuwe nummer kunt u opslaan" "Oude kan weg".
Nadat er een reactie kwam werden de volgende berichten, of berichten van gelijke strekking, verstuurd: "Bent ge druk bezig? Ik zit met een klein probleempje" "Wanneer kan ik ge bellen?" Wanneer er vervolgens gebeld wordt is er alleen geruis te horen, is op te maken uit de berichten, vervolgens wordt het volgende bericht, of een bericht van gelijkende strekking (bijvoorbeeld met een andere dag), verstuurd: “Kunt ge mij helpen met een aantal facturen?? Kan t pas maandag in orde maken dan kan ik weer mijn bankieren regelen. Heb je t maandag weer terug". Het slachtoffer krijgt vervolgens meerdere berichten waarin bedragen en rekeningnummers staan. Door de slachtoffers is een totaal bedrag overgemaakt van € 54.791,68in de periode van 22
augustus 2020 tot en met 17 september 2020. Het gaat hier om de volgende acht aangevers van de vriend-in-nood-methode: [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 13] (wiens naam – zo begrijpt de rechtbank – in het onder feit 6 primair tenlastegelegde abusievelijk twee keer is opgenomen [slachtoffer 13] ) en [slachtoffer 3] . [25]
Een verbalisant herkende de in beslag genomen Huawei telefoon als de telefoon die het
zusje van de verdachte ( [medeverdachte 3] ) heeft gebruikt voor het versturen van zogenaamde 'vriend- in-nood' fraudeberichten via WhatsApp. Zij kreeg hiervoor instructies van haar broer, de verdachte. [26]
Notebook Lenovo
Deze notebook is tijdens voornoemde aanhouding op 11 december 2020 in het bijzijn van de verdachte aangetroffen in kamer 203 van het [adres 4] in Den Haag Er zijn screenshots van zeer waarschijnlijk dezelfde notebook aangetroffen op de telefoon van de verdachte. Van zowel hem als van zijn zusje [medeverdachte 3] zijn meerdere gebruikerssporen aanwezig op de notebook. Hierdoor kan worden vastgesteld dat (ook) de verdachte de gebruiker van deze notebook is geweest.
Op de laptop zijn in de Excel-documenten 126 documenten aangetroffen waar persoonsgegevens in stonden. Afgaande op de namen van documenten (bijvoorbeeld ‘ [bestand naam 1] ’ en ' [bestand naam 2] ’) staan er van tienduizenden personen uit Nederland en België contactgegevens op de notebook.
Het algemene beeld dat ontstaat uit de data van de notebook is dat deze sinds maart 2020 veelvuldig is gebruikt voor het opzetten van phishing-websites en het versturen van sms berichten aan potentiële slachtoffers. [27]
Aanwijzingen dat verdachte betrokken was bij de Marktplaatsfraude jegens [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10]
Zoals hiervoor vermeld, is na uitlezen van de onder verdachte inbeslaggenomen Samsung SM-G950F uit een analyse van de WhatsApp gesprekken gebleken dat de verdachte tussen 2 januari 2020 en 21 januari 2020 aan, onder andere aan aangevers [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] zogenaamde phishinglinks heeft verzonden. [28]
Aanwijzingen dat de verdachte betrokken was bijdeWhatsApp-fraude/”vriend-in-nood” fraude
Vriend-in-nood-fraude
Uit voornoemd onderzoek naar de mobiele telefoon van het merk Huawei, type AMN-LX9, is gebleken dat deze telefoon over het algemeen gebruikt werd om fraude mee te plegen, de zogenoemd WhatsApp-fraude/”vriend-in-nood” fraude. Uit de telefoon is gebleken dat er een aantal voltooide misdrijven zijn gepleegd jegens slachtoffers die in België woonachtig zijn. Uit onderzoek bleek dat de mobiele telefoon was voorzien van de IMEI-nummers [serienummer 4] en [serienummer 5] . Van beide IMEI-nummers werden de historische gegevens opgevraagd. De periode waarover de gegevens van het IMEI-nummer [serienummer 5] zijn opgevraagd, was van 10 juli 2020 tot en met 11 december 2020. Uit de gegevens bleek dat in het eerste gedeelte van het gebruik het Nederlands telefoonnummer [telefoonnummer 12] in de mobiele telefoon zat. Uit een CIOT bevraging bleek het nummer een prepaid simkaart van KPN-Lebara te zijn. Er werden diverse Belgische telefoonnummers in de mobiele telefoon gebruikt. De hieronder genoemde nummers bleken, naast het eerder genoemde Nederlandse nummer, in de mobiele telefoon te hebben gezeten:
[telefoonnummer 7]
[telefoonnummer 13]
[telefoonnummer 14]
[telefoonnummer 15]
[telefoonnummer 16]
[telefoonnummer 6]
[telefoonnummer 17]
Uit de opgevraagde gegevens bleek dat de meest aangestraalde zendmast was gelegen aan [adres 5] in Den Haag. Het GBA-adres van de verdachte, [adres 5] in Den Haag, viel binnen het bereik van deze zendmast.
Uit contact met de aangevers van zogenoemde “vriend-in-nood-fraude” uit België bleek het volgende.
Het telefoonnummer van [slachtoffer 2] , [telefoonnummer 18] , komt voor in de historische
verkeersgegevens. Er was op 23 en 24 augustus 2020 contact tussen de Huawei telefoon en de aangeefster. Daarbij werd vanaf de Huawei telefoon gebruik gemaakt van de mobiele
telefoonnummers [telefoonnummer 15] en [telefoonnummer 17] . Laatstgenoemd nummer bleek ook het nummer waar de aangeefster via WhatsApp contact mee heeft gehad.
Het telefoonnummer van [slachtoffer 3] , [telefoonnummer 19] , komt voor in de historische verkeersgegevens op 4 september 2020. Daarbij werd er vanaf de Huawei telefoon gebruik gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 16] . Dit komt overeen met de datum waarop de WhatsApp-chat had plaatsgevonden.
Het telefoonnummer van Ria [slachtoffer 4] , [telefoonnummer 20] , komt voor in de historische
verkeersgegevens. Er was op 9 september 2020 contact tussen de Huawei telefoon en de
aangeefster. Daarbij werd er vanaf de Huawei telefoon gebruik gemaakt van het mobiele
telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer komt overeen met het nummer dat de aangeefster in haar aangifte noemde. Dit komt tevens overeen met de datum van de WhatsApp-chat.
Het telefoonnummer van [slachtoffer 5] , [telefoonnummer 21] , komt voor in de historische
verkeersgegevens. Er was op 11 september 2020 contact tussen de Huawei telefoon en de
aangeefster. Daarbij werd er vanaf de Huawei telefoon gebruik gemaakt van het mobiele
telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer komt overeen met het nummer dat de aangeefster in haar aangifte noemde. Tevens komt de datum overeen met de datum van de WhatsApp-chat.
Voorts bleek uit de historische verkeersgegevens dat er op 24 augustus 2020 twee sms-berichten werden gestuurd vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 22] naar het Belgische telefoonnummer [telefoonnummer 17] . Uit onderzoek was gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 22] in gebruik was bij de verdachte. [29]
Aanwijzingen dat de verdachte betrokken was bijdefraude jegens [slachtoffer 1] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12]
[slachtoffer 1]
Op 19 oktober 2020 zijn tijdens een doorzoeking binnen het onderzoek “ [onderzoek 4] ” van een
computer van de aangehouden verdachte [medeverdachte 1] , vele Telegramberichten veiliggesteld. Uit onderzoek van deze Telegram berichten bleek dat [medeverdachte 1] contact
onderhield met een Telegramgebruiker met de naam “ [alias 22] ”. De gesprekken tussen [alias 22] en [medeverdachte 1] hadden betrekking op de aankoop, configuratie en het gebruik van betaalfraudepanels. Op grond van de inhoud van de gesprekken en meegestuurde foto’s valt de gebruiker [alias 22] te koppelen aan de verdachte. Op een foto die [alias 22] op 13 mei 2020 stuurt naar [medeverdachte 1] is op het beeldscherm een geopende browser te zien. Eén van de tabbladen laat zien dat is ingelogd op vermoedelijk de e-mailservice Protonmail met de gebruikersnaam [alias 23] . Op een screenshot van een Telegrambericht die [alias 22] op 10 september 2020 stuurt is het account [alias 23] te zien en in het bericht het e-mailadres [e-mailadres 3] . Op de in beslag genomen iPhone 11 Pro Max van de verdachte zijn meerdere gegevens aangetroffen met de gebruikersnaam [alias 23] die te koppelen zijn aan de verdachte.
Uit de Telegramberichten is af te leiden dat de verdachte op zes momenten betaalfraudepanels heeft afgenomen van [medeverdachte 1] .
Op 16 mei 2020 stuurt de verdachte berichten naar [medeverdachte 1] dat het KNAB-betaalfraudepanel goed werkt, omdat hij net € 49.000 heeft weten buit te maken. Hij stuurt een kort filmpje waarin de vier laatste letters van de voornaam en de volledige achternaam van het slachtoffer te zien is, te weten ' [slachtoffer 1] '. Op 22 mei 2020 is aangifte gedaan door [slachtoffer 1] van oplichting, waarbij € 49.000 euro is buitgemaakt. In het filmpje dat de verdachte op 16 mei 2020 stuurde met daarop de overboeking van € 49.000 euro is ook een bankpas te zien. Op de bankpas staan de gegevens [rekeningnummer 4] en [alias 24] . Deze gegevens komen overeen met de aangifte door [slachtoffer 1] . [30]
[slachtoffer 11]
Uit onderzoek van de bij verdachte op 11 december 2020 in beslag genomen notebook van het merk Lenovo is gebleken dat de verdachte de beschikking had over de phishing-link die in de aangifte van [slachtoffer 11] werd genoemd, te weten de phishing-link [website 2] . [31] Via de rekening van [slachtoffer 11] waren twee bestellingen bij [alias 5] gedaan ter waarde van bijna € 4.000. Er werd een vordering gedaan aan [alias 5] om de gegevens omtrent de twee gedane bestellingen aan te leveren. Uit de opgevraagde gegevens bleek het volgende. Uit de gegevens van bestelling 1 bleek gebruik te zijn gemaakt van het e-mailadres [e-mailadres 4] . Het is de verbalisant daarbij opgevallen dat een gedeelte van dit e-mailadres bestaat uit het eerste gedeelte van de achternaam van de verdachte [e-mailadres 4] . De bestelling werd gedaan onder de naam [alias 25] en het bezorg en factuuradres betrof [adres 6] in Den Haag. De naam [alias 25] lijkt erg veel de naam van een persoon die zich tijdens de aanhouding van de verdachte op 11 december 2020 ook op de betreffende hotelkamer bevond. Dit betrof [alias 26] , geboren op [geboortedatum 2] 2002. Het GBA-adres van [alias 26] was en is nog steeds [adres 7] in Den Haag. Dit betreft hetzelfde portiek als waar [adres 6] zich bevindt.
Uit de gegevens van de tweede bestelling bleek dat er gebruik was gemaakt van het e-mailadres [e-mailadres 2] . In eerder onderzoek werd al vastgesteld dat “ [alias 27] ” een door de verdachte gebruikte bijnaam is. [32]
[slachtoffer 12]
Uit onderzoek was gebleken dat medeverdachte [medeverdachte 2] gebruik maakte van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 23] . Van voornoemd telefoonnummer werden de historische verkeersgegevens opgevraagd en geanalyseerd. Naar aanleiding van de aangifte van aangever [slachtoffer 12] , in combinatie met de chat tussen [medeverdachte 2] en de verdachte, is uit de historische verkeersgegevens van eerder genoemd nummer gebleken dat er daadwerkelijk met aangever [slachtoffer 12] gebeld is.
De historische verkeersgegevens lieten het volgende zien:
- Op 13-10-2020 om 14:40:36 uur belt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 23] uit naar de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 24] . Duur 1 seconde.
- Op 13-10-2020 om 14:40:50 uur belt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 23] uit naar de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 25] . Duur 0 seconden.
- Op 13-10-2020 om 14:41:24 uur belt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 23] uit naar de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 24] Duur 73 seconden.
Het telefoonnummer [telefoonnummer 24] is bevraagd bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie, afgekort CIOT. Uit die bevraging bleek dat het telefoonnummer hoorde bij een abonnee met de volgende personalia: [slachtoffer 12] , woonachtig op [adres 8] in Kaatsheuvel. Dit betreft de aangever. De genoemde tijden van de telefoon komen overeen met de door de aangever in zijn aangifte genoemde tijden.
Gezien bovenstaande bevindingen blijkt dat de verdachte diverse afbeeldingen van de online
bankomgeving van aangever [slachtoffer 12] heeft verkregen en doorgestuurd aan [medeverdachte 2] . Tevens blijkt vervolgens dat [medeverdachte 2] , in opdracht van de verdachte, aangever [slachtoffer 12] daadwerkelijk heeft gebeld om te pogen het saldo op de bankrekeningen over te laten maken. [33] Uit onderzoek aan de iPhone 11 Pro Max van verdachte is gebleken dat op deze telefoon foto’s zijn aangetroffen die de verdachte had ontvangen via Snapchat waarop de rekeningen zichtbaar waren van de personen waar het geld van aangever [slachtoffer 12] naartoe werd overgemaakt.
Oordeel van de rechtbank
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat de verdachte verschillende oplichtingsmiddelen heeft gebruikt om fraude te plegen jegens de in de tenlastelegging genoemde aangevers, waarbij hij hen heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens of het afgeven van geld.
De verdachte heeft de volgende oplichtingsmiddelen gebruikt:
  • WhatsApp vriend-in-noodfraude jegens [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 13] en [slachtoffer 3] : hierbij ontvingen de (Belgische) slachtoffers zogenaamd een dringend verzoek van een vriend(in), familielid of bekende om snel geld over te maken, terwijl het bericht in werkelijkheid van de verdachte vandaan kwam;
  • Marktplaatsfraude jegens [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 12] : de verdachte is onder valse naam en/of hoedanigheid ingegaan op het aanbod van marktplaatsverkopers, vervolgens zijn telefoonnummers uitgewisseld en is de verkopers een phishing-link toegestuurd onder het mom van verificatie van de Marktplaatsadverteerder;
  • bankfraude jegens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 11] : de slachtoffers kregen sms-berichten van hun bank met de boodschap dat hun app moest worden verlengd of dat de toestelregistratie zou verlopen, terwijl deze berichten in werkelijkheid van de verdachte kwamen, waarna de slachtoffers een phishing-link toegestuurd kregen.
Bij de (Belgische) aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 13] en [slachtoffer 3] is sprake geweest van oplichtingsmiddelen waarbij de aangevers zijn bewogen tot het rechtstreeks overmaken van geld.
Bij de aangevers [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] is sprake geweest van het toesturen van phishing-links. Door op deze links te klikken, zijn de slachtoffers op valse websites/panels terecht gekomen waar zij hun (online)bankgegevens hebben ingevuld en deze derhalve tot de beschikking van de verdachte zijn gekomen. De verdachte heeft vervolgens online geld van de rekeningen van aangevers naar andere rekeningen overgemaakt.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen voorts af dat de verdachte betrokken was bij deze oplichtingen, omdat:
  • op de telefoons van de verdachte (de hiervoor genoemde Samsung en Huawei) zijn de betreffende WhatsAppgesprekken aangetroffen met de Marktplaatsadverteerders [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] (met de verstuurde phishing-links) en de WhatsAppgesprekken met de Belgische aangevers van de vriend-in-noodfraude;
  • de verdachte in de app Telegram berichten en een filmpje heeft verstuurd dat hij geld afhandig heeft gemaakt van [slachtoffer 1] , hierbij is de overboeking te zien samen met de bankpas met het rekeningnummer en de naam van de rekeninghouder waar naartoe het geld is overgemaakt;
  • de phishing-link die naar [slachtoffer 11] is toegestuurd, op de notebook van de verdachte stond, en de gegevens omtrent de bestellingen die vanaf de rekening van [slachtoffer 11] zijn gedaan, zijn terug te leiden tot (onder andere) de verdachte; en
  • uit chats blijkt dat de verdachte diverse afbeeldingen van de online bankomgeving van [slachtoffer 12] heeft verkregen en doorgestuurd, en dat er vervolgens daadwerkelijk geld van de rekening van [slachtoffer 12] is afgeschreven.
Op grond daarvan is de rechtbank van oordeel dat de verdachte door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, bij de aangevers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen waardoor deze zijn bewogen tot de afgifte van hun persoonsgegevens en/of de inloggegevens van hun internetbankieromgeving.
In de oplichtingsgevallen waarbij phishing-links zijn verstuurd ( [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] ) zijn de slachtoffers overgegaan tot het afstaan van hun (online)bankgegevens. Met deze gegevens is vervolgens door de verdachte ingelogd op de internetbankieromgeving van de aangevers. Daarmee is binnengedrongen in een (deel van een) geautomatiseerd werk, namelijk de servers van de beveiligde internetbankieromgeving van de bank. Nu de verdachte dat heeft gedaan met inloggegevens tot het gebruik waarvan hij niet bevoegd was, en door zich voor te doen als geautoriseerde klanten van de bank, is sprake van een valse sleutel en een valse hoedanigheid.
Nadat was binnengedrongen in de internetbankieromgeving, heeft de verdachte verschillende aankopen en overboekingen verricht. Ook dit heeft hij gedaan met gebruikmaking van gegevens tot het gebruik waarvan hij niet bevoegd was, zodat sprake is van een valse sleutel.
Naast de hiervoor aangeduide slachtoffers van de oplichtingen, is tevens aan de verdachte ten laste gelegd dat een aantal “onbekend gebleven anderen” door de verdachte is opgelicht. De rechtbank heeft uit het dossier echter geen voltooide oplichtingen kunnen afleiden die door de verdachte jegens eventueel onbekend gebleven personen zijn gepleegd, ook niet uit de dossierverwijzingen die de officier van justitie heeft gegeven. De verdachte zal dan ook in zoverre worden vrijgesproken.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de bij dagvaarding I onder 6 jegens de bij naam genoemde slachtoffers en onder 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.3.2.
Dagvaarding I feit 3: voorhanden hebben technische hulpmiddelen om daarmee computervredebreuk te plegen
Bewijsmiddelen
Zoals hiervoor al is vermeld, is op de telefoons en notebook van de verdachte software aangetroffen waarmee de oplichtingen en de daarmee gepaard gaande computervredebreuk werden gepleegd; malware, phishing-links en panels.
Uit voornoemde analyse van de Samsung SM-G950F telefoon van de verdachte bleek dat hij een aantal phising-links heeft verstuurd en een aantal tegencontacten heeft bewogen om gebruik te maken van deze phising-links. Uit WhatsApp gesprekken blijkt dat de verdachte tussen 2 en 21 januari 2020 aan elf verschillende personen een zogenaamde phishing-link heeft verzonden waarbij de politie twee aangiftes heeft gevonden en waarbij sprake was van (de rechtbank begrijpt) tien keer een voltooide oplichting en één keer een poging daartoe. [34] [35]
Uit een analyse van de iPhone XS Max die de verdachte tijdens zijn aanhouding op 30 september 2020 bij zich droeg, en die door de politie aan de verdachte is toegeschreven, bleek dat in de notities verschillende valse betaallinken waren opgeslagen. [36]
Op 4 augustus 2020 is er een foto gemaakt met de telefoon van de verdachte van een laptop met op het scherm de internetbrowser Microsoft Edge weergegeven. Hierin was de website [website 5] weergegeven. Op deze foto is te zien dat het hier zeer waarschijnlijk gaat om een panel waarmee vermoedelijk telefoonnummers dan wel
verificatiecodes behorend bij deze telefoonnummers kunnen worden afgevangen. Voorts is te zien dat de gebruiker ‘ [alias 23] ’ is ingelogd. Deze gebruikersnaam hanteert de verdachte ook op Snapchat en Instagram. Uit de internetgeschiedenis van de telefoon van de verdachte bleek ook dat hij op 13 augustus 2020 de website [website 6] heeft bezocht. Gelet op de samenstelling van URL lijkt dit ook sterk op een frauduleus panel. [37]
Uit het onderzoek “ [onderzoek 4] ” is gebleken dat de verdachte zes betaalfraudepanels heeft afgenomen en deze heeft betaald met Bitcoins. [38] De verdachte heeft de verkoper van de panels laten weten dat een betaalfraudepanel goed werkt, omdat hij net € 49.000,-- heeft weten buit te maken. [39] [40] Dit betreft de hiervoor besproken oplichting van [slachtoffer 1] .
Uit een analyse van de Apple iPhone P11 Pro Max , die aan de verdachte toebehoorde, is gebleken dat hij op Telegram met meerdere personen gesprekken heeft gevoerd over het gebruik van panels. [41]
Uit een analyse van de Lenovo notebook die aan de verdachte is toegeschreven, blijkt dat op de notebook verschillende domeinen (websites) stonden die vermoedelijk gebruikt zijn bij phishing-activiteiten. De inloggegevens voor de beheerpagina’s van deze domeinen waren tevens aanwezig op de notebook. [42]
Oordeel van de rechtbank
Uit het bovenstaande leidt de rechtbank af dat de verdachte phishing-links en valse betaallinken op zijn telefoon aanwezig heeft gehad, dat hij de phishing-links heeft gebruikt om mensen op te lichten, en dat hij voorts frauduleuze panels voorhanden heeft gehad en heeft gebruikt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het bij dagvaarding I onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.3.
Dagvaarding I feit 5: voorhanden hebben niet-openbare gegevens
Bewijsmiddelen
Zoals hiervoor reeds is vermeld, zijn op de telefoons en notebook van de verdachte verschillende lijsten aangetroffen met persoonsgegevens.
Gegevensdragers van de verdachte
Uit een analyse van de Apple iPhone P11 Pro Max , die aan de verdachte toebehoorde, is gebleken dat hij op Telegram met meerdere personen gesprekken heeft gevoerd over de aankoop van zogenoemde leads (bestanden met lijsten van persoonsgegevens), dat hij deze leads vervolgens daadwerkelijk aankoopt, deze inzet voor het plegen van oplichtingen en dat hij de aangekochte leads doorstuurt. [43]
Uit een analyse van de Lenovo notebook die aan de verdachte is toegeschreven, blijkt dat op de notebook 126 Excel-documenten staan met persoonsgegevens. [44]
Uit een analyse van de Apple iPhone 11 Pro Max, die aan de verdachte toebehoorde, blijkt dat op deze telefoon persoonsgegevens stonden. In verschillende Excel- en Wordbestanden stonden screenshots en foto’s van personalia, afkomstig van Telegram. De bestanden bevatten persoonsgegevens van in totaal 30.476 potentiële slachtoffers. [45]
Uit onderzoek naar de bij de verdachte in beslag genomen iPhone XS Max is gebleken dat de verdachte op 14 september 2020 via Telegram een vijftal Excelbestanden stuurde naar een contact genaamd [alias 28] met Telegram ID [nummer 2] . In deze Excel-bestanden stonden in totaal duizenden persoonsgegevens van mensen woonachtig door heel Nederland inclusief naam, adres, woonplaats, geboortedatum, telefoonnummer, e-mailadres en IBAN. Van al deze IBAN-nummers zijn circa 600 IBAN-nummers bevraagd in het politiesysteem. Hieruit bleek dat tientallen van deze IBAN-nummers voorkwamen in diverse aangiftes ter zake fraude via WhatsApp c.q. online fraude. [46]
Chatgesprekken van verdachte met zijn zusjes [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4]
Op de iPhone XS Max van de verdachte is een WhatsApp-conversatie aangetroffen tussen de verdachte en zijn zusje [medeverdachte 3] , die gebruik maakte van telefoonnummer [telefoonnummer 26] . De verdachte gaf zijn zusje opdracht om foto’s te maken van een lijst, waarna zijn zusje vervolgens diverse screenshots stuurde van een spreadsheet met daarop personalia van diverse Belgische personen. [47]
Uit een analyse van de Apple iPhone 11 Pro Max blijkt dat de verdachte in een chatgesprek met zijn zusje [medeverdachte 3] een Excel-bestand heeft gestuurd met duizenden persoonsgegevens uit zowel België als Nederland, bestaande uit de voornaam, achternaam, e-mailadres, geboortedatum, telefoonnummer, naam bank, tijdstip aangemaakte informatie en websites waar de informatie van afkomstig was zoals Vakantieveilingen en Vliegreizen. [48]
Ook is de onder [medeverdachte 3] in beslag genomen Apple iPhone 6S uitgelezen en op inhoud bekeken. Uit deze analyse blijkt dat – naast de hiervoor genoemde Excel-lijsten – zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] beschikte over één of meerdere Excel-bestanden met daarin de persoonsgegevens van ten minste honderden personen uit België . [49]
Uit de chatgesprekken tussen de verdachte en zijn zusje [medeverdachte 4] blijkt dat [medeverdachte 4] op 18 maart 2020 drieëntachtig afbeeldingen stuurde naar de verdachte, met op elk van deze afbeeldingen een foto van een beeldscherm met daarop persoonsgegevens zoals geslacht, (voor)naam, (Nederlands) telefoonnummer, adres en e-mailadres. Op elke afbeelding staan persoonsgegevens van een ander persoon. Het betreffen derhalve persoonsgegevens van drieëntachtig verschillende personen. Op de afbeeldingen is tevens een script te zien dat betrekking had op het telefonisch benaderen van personen voor commerciële doeleinden ten behoeve van energieleveranciers. Bij enkele van deze afbeeldingen staat boven in het scherm het adres [website 7] . [50] [51]
Oordeel van de rechtbank
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de verdachte op grote schaal lijsten met niet-openbare persoonsgegevens heeft aangeschaft, voorhanden heeft gehad, heeft gebruikt om mensen op te lichten en heeft doorgestuurd naar andere personen. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte – gelet op de aard van de gesprekken die hij hierover heeft gevoerd en gelet op het feit dat hij voor (een aantal van) deze lijsten heeft betaald – wist dat deze niet-openbare gegevens door misdrijf waren verkregen.
Op grond hiervan komt de rechtbank tot het oordeel dat het bij dagvaarding I onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3.4.
Dagvaarding I feit 2: witwassen
Op de iPhone XS Max van de verdachte zijn foto’s aangetroffen van stapels geld. [52]
Uit de gegevens die zijn aangetroffen op de Apple iPhone 11 Pro Max blijkt dat geld wordt uitgegeven aan simkaarten, domeinnamen, phishing sites en leads. Uit de berichten op de telefoon is af te leiden dat betalingen werden verricht met bitcoins, prepaid creditcards en cadeaubonnen. Zo stonden op de telefoon sporen van bestellingen bij onder andere gigiftcards.nl, Coolbue, BOL.com , Orange (BE), Belsimpel, Paypal, Bitpay, Bitonic, Namecheap en Otto. [53]
In de Apple iPhone Pro Max werden onder andere chatgesprekken aangetroffen met [medeverdachte 3] tussen 2 oktober 2020 en 11 december 2020. Uit de aangetroffen gesprekken blijkt onder andere dat de verdachte spreekt over investeren, geld zetten en werken en dat [medeverdachte 3] hierin een rol speelt. Ook blijkt dat de verdachte veelvuldig [medeverdachte 3] opdracht geeft om giraal geldbedragen over te maken dan wel betaalverzoeken te voldoen door gebruik te maken van de bankrekeningen van zichzelf, hun moeder, (stief)vader en/of hun jongere zusje [medeverdachte 4] . Kennelijk heeft [medeverdachte 3] toegang tot diverse bankrekeningen van in ieder geval zichzelf, haar moeder, (stief)vader en haar jongere zusje [medeverdachte 4] . In de ouderlijke woning hebben kennelijk aanzienlijke contante geldbedragen gelegen die aan de verdachte toebehoorden. [54]
Op de in beslag genomen iPhone 11 Max van de verdachte zijn meerdere gegevens aangetroffen met de gebruikersnaam [alias 23] die te koppelen zijn aan de verdachte.
Uit de Telegramberichten is te lezen dat de verdachte op zes momenten tussen 9 april 2020 en 8 september 2020 betaalfraudepanels heeft afgenomen van [medeverdachte 1] . Hij heeft deze betaald met bitcoins. [55] In de Toyota Avensis voorzien van het kenteken [kenteken] , die onder de verdachte in beslag is genomen ten tijde van zijn aanhouding, werd een jas met een
nieuwwaarde van minimaal € 700 in beslag genomen [56] . Ook zijn in beslag genomen
De politie heeft een zogenaamde iCOV-rapportage (infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen) opgevraagd bij de Belastingdienst. Hieruit bleek dat de verdachte rekeninghouder was (geweest) van de bankrekeningen [rekeningnummer 33] , [rekeningnummer 34] , [rekeningnummer 35] , [rekeningnummer 36]
en [rekeningnummer 37] . Uit die bankrekeningen bleek dat de verdachte in 2017 voor het laatst loon had ontvangen van Domino’s pizza, te weten € 133,00. In 2019 had de verdachte € 297,00 aan zorgtoeslag ontvangen. De verdachte ontving verder geen inkomen. [57]
De politie heeft onderzoek verricht naar de bij- en afschrijvingen op de bankrekening [rekeningnummer 35] van de verdachte in de periode van 1 januari 2019 tot en met 11 mei 2020. Uit de analyse van deze bankrekening bleek dat de eerste transactie op 2 januari 2017 plaatsvond en de laatste transactie op 27 april 2020. In het totaal hadden er 1108 transacties plaatsgevonden. Het beginsaldo van de opgevraagde periode was € 1,59. In de opgevraagde periode was er voor een bedrag van € 46.856,58 gedebiteerd en voor een bedrag van € 46.855,95 gecrediteerd. Er was voor een bedrag van € 8.190,00 aan contante opnames gedaan. [58]
Oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft de beschikking gehad over grote geldbedragen, terwijl van legale inkomsten niet of nauwelijks is gebleken. Daarmee zijn betalingen gedaan en spullen (de hiervoor genoemde onder de verdachte in beslag genomen telefoons en laptops en een aantal andere telefoons [59] ) aangeschaft. Dat het geld een legale herkomst heeft gehad is niet aannemelijk geworden.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat hij (specifiek) de in de tenlastelegging genoemde jas van zijn ouders heeft gekregen acht de rechtbank op voorhand hoogst onwaarschijnlijk, gezien enerzijds de weinig riante financiële situatie van de ouders en anderzijds de overige luxe waarmee de verdachte zich omringde. De rechtbank gaat daarom aan deze verklaring voorbij.
De rechtbank leidt uit de omstandigheden waaronder het geld is aangetroffen en de inkomenssituatie van de verdachte af dat het niet anders kan zijn dan dat het aangetroffen geld van enig misdrijf afkomstig is en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte meermalen uit misdrijf afkomstige geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft omgezet en daarvan gebruik heeft gemaakt. Gelet op de duur van de periode waarover dit heeft plaatsgevonden heeft verdachte hiervan naar het oordeel van de rechtbank een gewoonte gemaakt.
De rechtbank acht het bij dagvaarding I onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
3.3.5.
Dagvaarding I feit 7: pogingen tot oplichting
Bewijsmiddelen
In het dossier bevindt zich de uitwerking van een tapgesprek van 6 december 2020 tussen de verdachte en een onbekend gebleven persoon, waarin de verdachte zich voordoet als bankmedewerker en probeert een (potentieel) slachtoffer uit België op te lichten door middel van de zogenaamde kluisrekening-methode. [60]
Ter zitting heeft de verdachte bekend dat hij degene is die dit gesprek heeft gevoerd en dat hij heeft gepoogd om de betreffende – verder onbekend gebleven persoon – op te lichten. [61]
Uit één van de onder de verdachte in beslag genomen telefoons, de hiervoor al genoemde Samsung SMG950F, bleek dat de verdachte een aantal phising-links had verstuurd en een aantal tegencontacten bewoog om gebruik te maken van de phising-link. [62] De verdachte stuurde op 7 januari 2020 via WhatsApp de link: [website 8] . Aan de tekst in de link te zien probeerde de verdachte kennelijk vertrouwen te wekken bij de wederpartij ( [alias 21] ) dat dit een legitieme link is van Marktplaats. Deze domeinnaam is echter niet van Marktplaats maar van een registrant met een adres in Panama. Uiteindelijk reageert de wederpartij dat hij de link niet vertrouwt en dat de verdachte het bedrag naar hem mag overmaken, zo niet dan levert de wederpartij het beeldje niet. De wederpartij lijkt er niet te zijn ‘ingetrapt’. [63] [64]
Uit onderzoek naar de hiervoor bij feit 6 genoemde Huawei telefoon, die in beslag genomen was tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte, is gebleken dat de verdachte bij verschillende Belgische slachtoffers de WhatsApp vriend-in-noodfraude heeft toegepast. Uit ditzelfde onderzoek is gebleken dat in het WhatsApp gesprek met [telefoonnummer 27] , quartiernelly, een aantal foto’s via WhatsApp worden doorgestuurd. Deze foto’s zijn ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer 28] , ene “ [alias 27] ”. De verdachte maakte regelmatig gebruik van deze naam. Het betreft onder andere een foto van het inlogscherm van de Belgische BPost bank. Deze WhatsApp fraude is bij een poging gebleven. [65]
Ook is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de verdachte contact heeft gelegd met een verder onbekend gebleven [aangever 1] , met het telefoonnummer [telefoonnummer 29] . [66] Tegenover de politie heeft zij verklaard dat het bij een poging is gebleven en dat zij geen geld heeft overgemaakt. [67]
Uit een analyse van de Apple iPhone 11 Pro Max, die aan de verdachte toebehoorde, blijkt dat de verdachte verschillende chatgesprekken met zijn vriendin [medeverdachte 2] heeft gevoerd. Uit deze chatgesprekken blijkt dat de verdachte heeft geprobeerd om verschillende mensen op te lichten. De modus operandi behelst de volgende onderdelen:
  • de verdachte heeft op grote schaal e-mails/smsjes heeft verstuurd naar (potentiële) slachtoffers die voorkomen in leads waarover hij beschikking heeft; hierbij doet hij zich voor als de bank waarbij er wordt gesteld dat er iets mis is met de bankrekening van de desbetreffende persoon waarna de persoon contact dient op te nemen met een vermeld telefoonnummer;
  • bij het bellen van het desbetreffende telefoonnummer wordt er opgenomen door [medeverdachte 2] die zich uitgeeft als medewerker fraudedesk van de bank; ook neemt [medeverdachte 2] enkele malen zelf actief contact op met de slachtoffers;
  • [medeverdachte 2] heeft voor deze gespreken scripts opgesteld om de slachtoffers te woord te staan en op te lichten;
  • [medeverdachte 2] geeft hierin aan dat cybercriminelen toegang hebben tot de bankrekening van de slachtoffers en dat hun saldo niet veilig is, het geld dient veilig gesteld te worden door dit over te maken naar een zogenaamde “kluisrekening”, die in werkelijkheid niet bestaan;
  • de verdachte belt wanneer [medeverdachte 2] gesprekken heeft gemist zelf actief slachtoffers om de oplichting alsnog te doen slagen;
  • indien het slachtoffer aangeeft het geld te willen “veiligstellen” laat [medeverdachte 2] dit weten aan de verdachte, hij stuurt [medeverdachte 2] vervolgens bankgegevens van een zogenaamde geldezel;
  • [medeverdachte 2] presenteert de bankgegevens van de geldezel aan het slachtoffer de gegevens van de kluisrekening;
  • hierop is het de bedoeling dat het slachtoffer het saldo van zowel de betaal- als de spaarrekening overmaakt naar de bankrekening van de geldezels.
Uit de chatgesprekken blijkt dat een aantal mensen het niet vertrouwt en geen geld overmaakt.
Tevens komt in de gesprekken naar voren dat:
  • de verdachte de slachtoffers in sommige gevallen de identifier laat gebruiken zodat de verdachte zelf op de desbetreffende bankrekening kan inloggen en dus toegang heeft gehad tot deze bankrekeningen;
  • [medeverdachte 2] het keuzemenu van het servicenummer van de bank opneemt en afspeelt om de oplichting geloofwaardiger te maken;
  • de verdachte betaalverzoeken maakt en deze via [medeverdachte 2] naar de personen stuurt indien bovenstaande methodes niet lukken;
  • in een relatief korte periode naar honderden personen bovenstaande e-mails/smsjes zijn verstuurd door de verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat de verdachte heeft geprobeerd om aangeefster [aangever 1] (telefoonnummer [telefoonnummer 29] ) en andere, verder onbekend gebleven personen, op te lichten.
De rechtbank is met betrekking tot het onder 7 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Medeplegen feiten 2 tot en met 7
Voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen is vereist dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten. Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat de verdachte veelvuldig samen werkte met anderen, waarbij in verschillende samenstellingen werd gewerkt. Hij heeft zijn minderjarige zusjes diverse keren opdracht gegeven om mensen door middel van phishing op te lichten. De verdachte heeft zijn zusjes geïnstrueerd hoe zij dit moesten doen. [69] Ook de vriendin van de verdachte, [medeverdachte 2] , is actief betrokken geweest bij de oplichtingen en het witwassen. De verdachte stuurde leads met persoonsgegevens naar [medeverdachte 2] , met behulp waarvan zij contact heeft gezocht met mensen, met het doel hen op te lichten. [70] De verdachte en zijn medeverdachten zijn op verschillende manieren betrokken geweest bij de (pogingen tot) oplichting door middel van computervredebreuk, na phishing-activiteiten met gebruik van specifiek ontwikkelde software en niet-openbare gegevens die door misdrijf waren verkregen, en het witwassen van de opbrengsten van de oplichtingen [71] . Hieruit blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten nauw en bewust hebben samengewerkt en zodoende voldoende hebben bijgedragen aan de delicten om als medeplegers te worden beschouwd. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen ten aanzien van feit 2 tot en met 7 wettig en overtuigend bewezen.
3.3.6.
Dagvaarding I feit 1: deelneming aan criminele organisatie
Voor het aannemen van een criminele organisatie is vereist dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Om te kunnen spreken van deelneming in een criminele organisatie is nodig dat de verdachte tot het samenwerkingsverband behoort én een aandeel heeft in gedragingen dan wel die gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (het naaste doel van de organisatie). Het is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De verdachte hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven.
Hiervoor is al geoordeeld is al geoordeeld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 11 december 2020 met zijn zusjes [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en met zijn vriendin [medeverdachte 2] heeft samengewerkt bij het op grote schaal plegen van (pogingen) oplichtingen, computervredebreuk, het voorhanden hebben van niet-openbare persoonsgegevens en witwassen.
In het onderzoek “ [onderzoek 2] ” bleek dat bij de verschillende varianten van oplichting eenzelfde duidelijke rol- en taakverdeling was. De verdachte had hierin de belangrijkste rol(len): hij regelde onder andere de benodigdheden voor de verschillende vormen van oplichting, zoals de aanschaf van simkaarten, het aankopen of anderszins verkrijgen van Excellijsten en bestanden met daarin contactgegevens van (potentiële) slachtoffers ( leads), het aankopen van panels, hij had de beschikking over bankrekeningen van geldezels en regelde de 'casher' om zo snel mogelijk geld van een rekening te laten halen. D kennelijk De verdachte had diverse foto's van betaalpassen van geldezels op zijn telefoon staan en had kennelijk met hen contact. Daarnaast blijkt uit chatgesprekken met medeverdachte [medeverdachte 2] dat hij de 'cashers' aanstuurt om het geld op te nemen zodra het geld door een slachtoffer is overgemaakt. Ook stuurde de verdachte zijn zusjes en zijn vriendin aan en gaf hun opdrachten dan wel instructies. Hiernaast sprak de verdachte ook regelmatig af met andere betrokken personen in hotels dan wel vakantieparken. Daar verbleven zij dan een paar dagen en zaten zij met zijn allen te `phishen'. [72]
De rollen van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] zijn beperkter dan die van de verdachte. Zij gingen aan het werk na instructies en in opdracht van hun broer. Zij hadden soms de rol van phisher, soms die bonker (de persoon die het geld op de pas “gooit”). De rol van [medeverdachte 2] was eveneens kleiner dan die van de verdachte. Ook zij handelde in opdracht en na instructie van de verdachte. Zij werkten nauw samen tijdens het plegen van de strafbare feiten.
Uit het onderzoek “ [onderzoek 2] ” blijkt dat de verdachten hun criminele activiteiten op tal van manieren afschermden en/of verhulden, en trachtten om opsporing door de politie tegen te gaan. Zo werd er afgesproken in en geopereerd vanuit hotels dan wel vakantieparken door in ieder geval de verdachte en diverse andere betrokken personen. Daar werkten zij samen om
potentiële slachtoffers op te lichten. Op die manier werd getracht de criminele activiteiten
achter gesloten deuren uit te voeren. Door de verdachte werd gebruik gemaakt van de applicatie Telegram en van versluierende taal.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op basis van wat hiervoor is overwogen, in combinatie met de bewijsmiddelen genoemd bij de bewezenverklaring van de feiten 2 tot en met 7, van oordeel dat er sprake is geweest van een criminele organisatie, waarvan het oogmerk was het plegen van oplichting, (gewoonte) witwassen en het (computer)misdrijf, genoemd in artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht. Niet gebleken is van een oogmerk tot het plegen van de misdrijven, genoemd in de artikelen 138c van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is op basis van voornoemde bewijsmiddelen voorts van oordeel dat van de criminele organisatie in elk geval deel hebben uitgemaakt de verdachte samen met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] .
3.3.7.
Dagvaarding I feiten 8 en 9: (poging) dwang en bedreiging
Op 5 november 2020 heeft [slachtoffer 20] (hierna: aangever) aangifte gedaan van bedreiging door de verdachte. Aangever heeft verklaard dat er op 1 november 2020 omstreeks 22.00 uur bij zijn woning aan [adres 9] te Den Haag drie jongens voor de deur stonden die hem wilden spreken. Dit waren [medeverdachte 5] , [verdachte] (hierna: de verdachte) en [medeverdachte 6] . De verdachte zei tegen aangever dat deze ruzie zou hebben met [medeverdachte 5] over het feit dat hij drie weken eerder zijn bankpas aan [medeverdachte 5] zou hebben gegeven. [medeverdachte 5] had de bankpas van aangever blijkbaar nodig om er geld op te storten. Dit zou gaan om een bedrag van circa € 1000. Zodra [medeverdachte 5] dit geld gestort had, wilde hij het er weer vanaf pinnen. De bankpas van aangever bleek geblokkeerd en [medeverdachte 5] kreeg zijn geld er niet meer af. Aangever moest van de verdachte die € 1000 aan [medeverdachte 5] betalen. Aangever hoorde dat de verdachte boos werd en hem begon te bedreigen. Aangever hoorde de verdachte tegen hem zeggen dat als hij het geld niet aan [medeverdachte 5] zou betalen, hij een paar vrienden van hem naar zijn huis zou laten sturen die hem wel even zouden doodsteken. [73]
De vader van aangever, [getuige] , heeft als getuige verklaard dat op 1 november 2020 [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] en de verdachte bij hen thuis kwamen. Ze vertelden dat [medeverdachte 5] geld moest betalen, anders zou hij in elkaar geslagen worden. De verdachte zei op agressieve toon dat als aangever niet zou betalen hij alle gegevens die hij had zoals adresgegevens, telefoonnummers en een foto van aangever aan mensen zou geven die aangever zouden opzoeken bij hem thuis en hem zouden neersteken. De verdachte zei ook dat ze dan iedereen thuis zouden mishandelen. Nu waren ze bij aangever omdat hij moest betalen anders werd [medeverdachte 5] in elkaar geslagen. Toen de getuige dit hoorde werd hij hier heel boos over en heeft hij de verdachte en [medeverdachte 5] weggestuurd. [74]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 1 november 2020 met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] in de woning van aangever is geweest. Hij heeft verklaard dat hij mee was als tussenpersoon en dat [medeverdachte 6] op een gegeven moment boos werd op aangever en hem aanvloog. [75]
De verdachte heeft ontkend dat hij aangever heeft afgedreigd en/of bedreigd.
Oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot het bij dagvaarding I onder 8 primair ten laste gelegde medeplegen van dwang is de rechtbank van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen omdat uit de bewijsmiddelen niet is gebleken dat er afgifte heeft plaatsgevonden. De rechtbank zal de verdachte van het bij dagvaarding I onder 8 primair ten laste gelegde dan ook vrijspreken.
De bij dagvaarding I onder 8 subsidiair tenlastegelegde poging tot dwang en de bij dagvaarding I onder 9 tenlastegelegde bedreiging acht de rechtbank wel bewezen.
Gelet op voorgaande bewijsmiddelen is voldoende aannemelijk geworden dat de verdachte samen met twee anderen een situatie heeft gecreëerd, waardoor aangever zich bedreigd en onder druk gezet voelde om geld af te geven. De verdachte stelde zich dreigend op door aangever te intimideren door zijn gedrag en bedreigingen met geweld. Hij heeft dit ondersteund door samen met twee anderen in de woning van aangever aanwezig te zijn en zo er voor te zorgen dat aangever zich niet aan de verdachte kon onttrekken. De bedreigende situatie is pas beëindigd nadat de vader van aangever de verdachte en zijn mededaders heeft weggestuurd.
De verklaring ter terechtzitting van de verdachte, dat hij is bedreigd door de vader van aangever, vindt geen steun in het dossier en schuift de rechtbank terzijde.
Dat aangever pas vijf dagen na het incident aangifte heeft gedaan doet naar het oordeel van de rechtbank niets af aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangever en zijn vader. Hierbij merkt de rechtbank op dat het niet ongebruikelijk is dat na een eerste melding aan de politie van een strafbaar feit er pas op een latere datum aangifte daarvan kan worden gedaan.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen verklaard dat de verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de bij dagvaarding I onder 8 subsidiair tenlastegelegde poging tot dwang en de bij dagvaarding I onder 9 tenlastegelegde bedreiging van [slachtoffer 20] .
Nu de feitelijkheden die ten grondslag liggen aan de poging tot dwang tevens een rol spelen bij de bedreiging, is hierbij sprake van eendaadse samenloop.
3.3.8.
Dagvaarding II feit 1: witwassen
De politie heeft – zoals hiervoor al bij feit 2 van dagvaarding I is vermeld – een zogenaamde iCOV-rapportage (infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen) opgevraagd bij de Belastingdienst. Hieruit bleek dat de verdachte rekeninghouder was (geweest) van de bankrekeningen [rekeningnummer 33] , [rekeningnummer 34] , [rekeningnummer 35] , [rekeningnummer 36]
en [rekeningnummer 37] . Uit die bankrekeningen bleek dat de verdachte in 2017 voor het laatst loon had ontvangen van Domino’s pizza, te weten € 133,00. In 2019 had de verdachte € 297,00 aan zorgtoeslag ontvangen. De verdachte ontvangt verder geen inkomen. [76]
De politie heeft onderzoek verricht naar de bij- en afschrijvingen op de bankrekening [rekeningnummer 35] van de verdachte in de periode van 1 januari 2019 tot en met 11 mei 2020. Uit de analyse van deze bankrekening bleek dat de eerste transactie op 2 januari 2017 plaatsvond en de laatste transactie op 27 april 2020. In het totaal hadden er 1108 transacties plaatsgevonden. Het beginsaldo van de opgevraagde periode was € 1,59. In de opgevraagde periode was er voor een bedrag van € 46.856,58 gedebiteerd en voor een bedrag van € 46.855,95 gecrediteerd. Er was voor een bedrag van € 8.190,00 aan contante opnames gedaan. [77]
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode dus toen hij 17 jaar oud was, een paar keer geldbedragen van € 100 of € 150 heeft gepind voor oudere jongens uit de buurt, van wie hij wist dat die zich bezig hielden met (Marktplaats)fraude. De verdachte heeft verklaard dat hij daarmee iets bijverdiende doordat hij een deel van het geld mocht houden. Hij had toen wel geweten dat het met dat geld niet goed zat. Hij kocht er kleding van en dagelijkse dingen zoals eten, aldus de verdachte. [78]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte, door geldbedragen te pinnen voor anderen, van wie hij wist dat zij zich bezig hielden met (Marktplaats)fraude, meermalen uit misdrijf afkomstige geldbedragen heeft verworven en voorhanden heeft gehad. Vervolgens heeft verdachte het deel dat hij van die bedragen mocht houden besteed aan kleding en allerhande boodschappen, terwijl hij heel goed wist dat dit geld op illegale wijze was verkregen.
Dit beziend in relatie met de hierboven vermelde financiële bevindingen, is de rechtbank van oordeel dat het bij dagvaarding II onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, zodat dit oplevert witwassen, meermalen gepleegd. Omdat niet goed is vast te stellen met welke regelmaat verdachte zich in de betrekkelijk korte tenlastegelegde periode heeft schuldig gemaakt aan witwassen, spreekt de rechtbank hem vrij van het onderdeel dat ziet op gewoontewitwassen.
3.3.9.
Dagvaarding II feit 2: oplichting
De verdachte wordt verweten dat hij zich in de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 schuldig heeft gemaakt aan oplichting van ten minstevier personen.
Uit onderzoek is gebleken dat de (Marktplaats-)oplichting van de vier in de tenlastelegging genoemde personen is te koppelen aan een bankrekening bij de Rabobank op naam van [slachtoffer 14] . Deze [slachtoffer 14] heeft op 21 september 2019 bij de politie verklaard dat hij zich gedwongen had gevoeld de bankpas en pincode van onder meer die bankrekening aan verdachte af te geven en dat hij in ruil daarvoor geld heeft gekregen. Ter terechtzitting heeft de verdachte hierover verklaard dat niet hij, maar een jongen genaamd [naam 1] onder druk heeft gezet om zijn bankpassen af te geven. Deze [naam 1] staat volgens verdachte, in tegenstelling tot hijzelf, bekend als een agressief persoon. [slachtoffer 14] zou uit angst voor [naam 1] diens naam niet hebben durven noemen. De verdachte heeft bovendien benadrukt dat hij niet al op zijn zeventiende betrokken is geweest bij vormen van oplichting als de onderhavige.
De rechtbank acht het door de verdachte geschetste scenario niet minder aannemelijk dan het scenario van [slachtoffer 14] ..
De rechtbank stelt daarbij vast dat in het dossier naast de verklaring van [slachtoffer 14] geen aanwijzingen zijn te vinden zijn dat het inderdaad de verdachte is geweest die met behulp van de Rabobankgegevens van [slachtoffer 14] of anderszins de tenlastegelegde oplichtingen heeft gepleegd. Het feit dat tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 27 augustus 2019 een bankpasje van de Triodos bank op naam van [slachtoffer 14] is aangetroffen maakt dat niet anders, omdat daaruit geen betrokkenheid bij de hier ten laste gelegde oplichtingen valt af te leiden.
Bij deze stand van zaken moet de verdachte worden vrijgesproken van het bij dagvaarding II onder 2 ten laste gelegde.
3.3.10.
Dagvaarding II feit 3: poging oplichting
De rechtbank is met betrekking tot het bij dagvaarding II onder 3 ten laste gelegde feit – met de officier van justitie en de raadsman – van oordeel dat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De verdachte zal hiervan derhalve worden vrijgesproken..
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
parketnummer 09/314583-20 (dagvaarding I):
1
hij in de periode van (ongeveer) 1 januari 2020 tot en met 11 december 2020 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder die misdrijven als genoemd in de artikelen 326, 420bis, 420ter en 139dWetboek van Strafrecht;
2
hij
inde periode van 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, één of meerdere voorwerpen (te weten geld(bedragen),
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, dat die voorwerpen onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
3
hij in de periode van 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, technisch(e) hulpmiddel(en) die (hoofdzakelijk) geschikt gemaakt en/of ontworpen zijn tot het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, Wetboek van Strafrecht, heeft verworven
en
voorhanden heeft gehad en/of een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven, waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan heeft verworven
envoorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee die misdrijven (als bedoeld in artikel 138ab van het
Wetboek van
Strafrecht) werden gepleegd (of kon
denworden gepleegd), immers hebben verdachte en zijn mededader(s)
- malware/software/gegevens (aanwezig/voorhanden gehad) op hun telefoon(s) en/of laptop(s) en/of overige/andere gegevensdragers met phishinglinkjes en/of malwarelinkjes
en/of andere linkjes/internetsites en/of gefingeerde marktplaatslinkjes en/of gefingeerde Whatssaplinkjes en/of
- linkjes (al of niet verstuurd) waarmee anderen (dan verdachten) –kunnen- worden (om)geleid naar (andere) internetpagina's, welke linkjes het mogelijk maken om toegang te (ver)krijgen tot de bankrekeningnummer(s) van anderen (dan die van verdachte(n), zodat ingelogd kan worden en/of geld van deze voornoemde rekeningnummers kan worden afgeschreven en/of overgemaakt en/of toegeëigend en/of
- hebben verdachte en/of zijn mededader(s) frauduleuze panel(s)/dashboard(s) voorhanden gehad en/of gebruikt;
4
hij, tezamen en in vereniging met anderen,
inde periode van 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 in Nederland, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen,
in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten server(s) van de (beveiligde) internetbankierenomgeving van de KNAB en/of ABN-AMRO en/of Rabobank,
en een andere bankwaarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de toegang tot de geautomatiseerde werken hebben verworven met behulp van valse sleutel(s), te weten de (inlog)gegevens voor het internetbankieren (te weten de gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of inlogcode) van/bij deze bank(en) en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als een of meer geautoriseerde klanten van de(ze)bank en/of rekeninghouders;
5
hij, tezamen en in vereniging met anderen,
inde periode van 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 (meermalen) in Nederland niet-openbare gegevens, te weten
- NAW-gegevens (naam en/of adres en/of geboortedatums en/of telefoonnummers en/of andere persoonlijke gegevens), -in/op verschillende lijsten), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen/hebben van deze gegevens wist dat deze door misdrijf waren verkregen;
6
hij
inde periode van 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020 in Nederland en/of België , tezamen en in vereniging, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 9]
,[slachtoffer 10]
,[slachtoffer 5]
,[slachtoffer 4]
,[slachtoffer 2]
,[slachtoffer 8]
,[slachtoffer 6]
,[slachtoffer 7] , [slachtoffer 1]
,
[slachtoffer 13] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] en [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van geld, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten geldbedragen die op de bankrekening van de voornoemde personen stonden en/of (de) rekeninggegevens en/of de/een (pin)code en/of een verificatiecode en/of (de) (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor het (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank
en/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze aanvraag) en/of
- een of meer link(jes) op te (laten) sturen en/of op te maken en/of ter beschikking te stellen (waarbij/waarna de gebruiker wordt doorgelinkt naar een malafide website) en/of
- een of meer (malafide) internetlinkjes op zijn/de telefoon en/of andere gegevensdragers te hebben en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten
en/of
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s),
en/of
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of
- zich voor te doen als bonafide koper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of
waardoor die persoon/personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
7
hij
inde periode van 6 juni 2019 tot en met 18 mei 2021 in Nederland en/of België , meermalen, tezamen en in vereniging, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
en/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels [aangever 1] (telefoonnummer [telefoonnummer 29] ) en onbekend gebleven personen te bewegen tot de afgifte van geldbedragen die op de bankrekeningen van die [aangever 1] en/of van de onbekend gebleven personen staan, door –zakelijk weergegeven-
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of
- door een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
en/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe bankpas onderweg is en/of
- een of meer (malafide) internetlinkjes op zijn/de telefoon (en/of andere gegevensdragers te hebben en/of op te (laten) sturen en/of op te maken en/of ter beschikking te stellen (waarbij/waarna de gebruiker wordt doorgelinkt naar een malafide website) en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening en/of
- zich voor te doen als bonafide koper (op de site www.marktplaats.nl )
,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8
subsidiair
hij op 1 november 2020 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 20] , door bedreiging met geweld gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten het betalen van 1000 euro, heeft gezegd dat als die [slachtoffer 20] het geld niet zou betalen er een paar vrienden naar zijn huis zouden worden gestuurd die hem, [slachtoffer 20] , zouden doodsteken,
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
9
hij op 1 november 2020 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging, [slachtoffer 20] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 20] dreigend de woorden toe te voegen "Als jij de 1000 euro niet terugbetaalt, dan komen er een paar vrienden bij je langs die je gaan doodsteken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
parketnummer 09/148797-20 (dagvaarding II):
1
hij
inde periode van 1 januari 2019 tot en met 5 juni 2019 in Nederland meermalen voorwerpen (te weten geldbedragen) heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft omgezet en daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen onmiddellijk afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ten aanzien van dagvaarding I wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, behalve het contactverbod. De officier van justitie heeft gevorderd dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zullen worden verklaard. Ten aanzien van dagvaarding II heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van drie maanden, onmiddellijk om te zetten in een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – op gronden zoals verwoord in zijn pleitnota – verzocht het jeugdstrafrecht toe te passen. In het geval dat de rechtbank de verdachte als volwassene zal afstraffen, heeft de raadsman verzocht te spiegelen aan de zaak-Haiku (ECLI:NL:RBDHA:2021:6678), waarin de rechtbank een gevangenisstraf heeft opgelegd van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De raadsman heeft verzocht de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden op te leggen. Er bestaat geen bezwaar tegen de dadelijk uitvoerbaarverklaring van de bijzondere voorwaarden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich op grote schaal bezig hield met oplichting en daaraan gerelateerde strafbare feiten als computercriminaliteit en witwassen. In binnen- en buitenland ( België ) benaderden de verdachte en de medeverdachten hun slachtoffers. Daarbij zijn zij planmatig te werk gegaan. Lijsten met persoonsgegevens (leads genaamd) werden gekocht en aan de hand van die lijsten werden de potentiële slachtoffers benaderd. Diverse oplichtingsmethoden werden gebruikt om hen geld afhandig te maken. De verdachte en zijn medeverdachten deden zich voor als vriend in nood en vroegen de slachtoffers hen financieel uit de brand te helpen, er werden phishinglinks verzonden of de slachtoffers werden telefonisch benaderd door zogenaamde bankmedewerkers die hen dringend adviseerden hun geld op een andere rekening in veiligheid te brengen. Met de bankgegevens die via een phishinglink werden verkregen maakten zij vervolgens geld van het slachtoffer over naar de bankrekening van zogeheten geldezels, personen die hun bankrekening lieten gebruiken om het crimineel verkregen geld weg te sluizen. Voorop stond het financieel gewin. Treffend zijn de foto’s waarop de verdachte vrolijk lachend is te zien met dikke bundels buitgemaakt geld. De verdachten richtten zich bij voorkeur op oudere mensen, die in het algemeen minder thuis zijn in het digitale (betalings)verkeer. Het is een bewuste keuze te geweest om juist deze kwetsbare groep te benaderen in de verwachting dat deze minder bedacht zou zijn op geraffineerde oplichtingsmethoden. De verdachte en zijn medeverdachten gingen gewetenloos te werk. In het hele dossier heeft de rechtbank geen blijk van consideratie met de slachtoffers kunnen bespeuren.
Bij dit alles had de verdachte een organiserende rol. Hij regelde betaalfraudepanels en leads en instrueerde zijn twee jongere zusjes en zijn vriendin. Met zijn vriendin besprak hij hoe zij zich moest gedragen om als bankmedewerker betrouwbaar over te komen. [slachtoffer 20] , die kennelijk een geldbedrag niet had afgedragen, heeft moeten ervaren dat er met de verdachte geen loopje kon worden genomen en dat er met het gebruik van geweld werd gedreigd.
In een aantal gevallen is het wat de oplichtingen betreft bij een poging gebleven Met alleen al de dertien bewezen verklaarde gevallen waarin sprake is van een voltooide oplichting, is daarmee in totaal een bedrag van om en nabij de € 100.000 gemoeid geweest.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de bestolen slachtoffers stelden in het internet- en digitale betalingsverkeer. Dat vertrouwen hebben de verdachte en zijn medeverdachten ernstig geschaad en ondermijnd. Dit soort fraudepraktijken hebben uiteindelijk niet alleen negatieve gevolgen voor de directe slachtoffers, maar ook in het algemeen voor het maatschappelijk en economisch verkeer.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 29 november 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten is veroordeeld.
Over de verdachte is een Pro Justitia rapportage uitgebracht, opgemaakt op 10 mei 2021 door drs. T. ‘t Hoen, gezondheidszorgpsycholoog, en een reclasseringsadvies van 8 december 2021, opgemaakt door [reclasseringsmedewerker] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
De psycholoog heeft gerapporteerd dat er bij de verdachte sprake is van een ongespecificeerde gedragsstoornis en een bedreigde (antisociale) persoonlijkheidsontwikkeling, ook ten tijde van het ten laste gelegde. Deze beïnvloedden toen niet de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte.
Financieel gewin is bij de ten laste gelegde feiten - indien bewezen - het leidende motief geweest.
De psycholoog adviseert om de verdachte, ondanks de beschreven pathologie, vanuit gedragskundig oogpunt de hem ten laste gelegde feiten, indien bewezen, volledig toe te rekenen.
De psycholoog schat het risico op recidive van vergelijkbaar delictgedrag in als matig tot
hoog. In meer algemene zin zorgt de gedragsstoornis en de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling wel voor een hoger recidiverisico.
Gezien de leeftijd van de verdachte ten tijde van het plegen van het hem ten laste gelegde, heeft de psycholoog de afweging gemaakt of bij de verdachte het jeugdstrafrecht dan wel het volwassenenstrafrecht dient te worden toegepast, gebruik makend van de Wegingslijst 4.
De verdachte scoort niet op cluster 1 handelingsvaardigheden, die de psycholoog een zwaar
gewicht toekent voor de afweging om het jeugdstrafrecht toe te passen of niet. Wat betreft het cluster pedagogische beïnvloeding scoort de verdachte wel op enkele items: een pedagogische aanpak is mogelijk, maar tegelijkertijd ook weer niet strikt noodzakelijk. Ditzelfde geldt voor gezinsgerichte hulpverlening en scholing. Ook een groepsgericht leefklimaat is wat de psycholoog betreft niet nodig. Wel neemt de verdachte nog actief deel aan het gezin van herkomst.
Ten aanzien van de contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht komt het volgende naar voren: Op cluster 3 (justitiële voorgeschiedenis) valt op dat de verdachte niet onder de indruk is van justitiële autoriteiten en er lijkt sprake van een toename in ernst van de delicten.
Voorts heeft hij antisociale persoonlijkheidstrekken (cluster 4) en hij zit sterk tegen een crimineel milieu aan (cluster 4). Er zijn kortom nauwelijks doorslaggevende indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht, maar wel enkele contra-indicaties. De psycholoog adviseert om niet het jeugdstrafrecht toe te passen.
De verdachte staat niet open voor behandeling en er zijn ook maar weinig aanknopingspunten om daadwerkelijk een psychologische behandeling te starten. De psycholoog is van mening dat vooral controle en streng toezicht essentieel is, waarbij er veel aandacht moet zijn voor het op een doelmatige wijze vormgeven van zijn leven. Een langdurig en zeker in het begin intensief toezicht vanuit de reclassering is wat de onderzoeker betreft dan ook het meest aangewezen en passend. Dit kan hem worden opgelegd in het kader van bijzondere voorwaarden, maar kan ook plaatsvinden in het kader van bijvoorbeeld een vervroegde invrijheidstelling.
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde rapportage van de psycholoog op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de conclusies van het psychologisch onderzoek met betrekking tot de toerekenbaarheid worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijke gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt de conclusie van de rapporteur, dat het bewezenverklaarde de verdachte volledig is toe te rekenen, dan ook over.
Uit het reclasseringsadvies komt naar voren dat er op de diverse leefgebieden een gebrek aan stabiliteit is. Het ontbreekt de verdachte lange tijd aan een zinvolle invulling van de dagbesteding en hij heeft geen startkwalificatie. Hij beschikte tevens niet over structurele legale inkomsten.
In een eerdere zaak is in 2019-2020 een verplicht reclasseringscontact gedurende de schorsing van de hechtenis ingezet, maar dit heeft weinig effect gesorteerd door de lage responsiviteit van de verdachte. Risicomanagement met een intensief begeleidingskader is noodzakelijk en geïndiceerd. Mocht besloten worden tot de inzet van bijzondere voorwaarden, dan zal dit veel inzet, motivatie en doorzettingsvermogens van de verdachte vragen. Het is de vraag is of hij dit kan (blijven) opbrengen. Mislukking sluit de reclassering niet uit.
De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld.
Aan de hand van het ASR Wegingskader adviseert de reclassering om het volwassenenstrafrecht toe te passen. De reclassering baseert dit advies enkel op de feiten die gepleegd zijn in de periode dat de verdachte ook daadwerkelijk meerderjarig was. De reclassering kan geen uitspraken doen aangaande toepassing volwassenenstrafrecht over de feiten toen de verdachte nog minderjarig was.
De verdachte vertoont leeftijdsadequaat gedrag, is in staat de risico's van zijn handelen te
overzien en zijn eigen keuzes te maken. Er is geen sprake van een verstandelijke beperking.
De verdachte heeft de bewuste keuze gemaakt om ernstige feiten te plegen (indien bewezen), waaraan zijn contacten met een crimineel/negatief sociaal netwerk ten grondslag heeft gelegen. Eerdere interventies vanuit de jeugdreclassering hebben niet tot een positief resultaat geleid en leken tevens ook niet aan te sluiten bij de ontwikkeling van de verdachte. Hij is niet ontvankelijk voor een pedagogische aanpak en toepassing van een jeugdmaatregel wordt derhalve ook als niet haalbaar geacht. Hij zit reeds 12 maanden gedetineerd in een volwassen penitentiaire inrichting, waarbij hij zich staande lijkt te kunnen houden. Indien hij in een JJI geplaatst zou worden, acht de reclassering de kans groot dat hij groeps-ontwrichtend werkt en andere medegedetineerden negatief zal beïnvloeden.
De reclassering ziet aanknopingspunten voor de inzet van bijzondere voorwaarden.
Dit kan zowel in het kader van een deels voorwaardelijke veroordeling (mits de ernst het toelaat) alsmede tijdens een detentiefasering, aangezien hem ernstige feiten ten laste worden gelegd. Deze voorwaarden betreffen een meldplicht bij reclassering, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en praktische vaardigheden, een contact- en een locatieverbod, schadeherstel, dagbesteding en financiën.
Met betrekking tot de vraag of jeugd- dan wel volwassenenstrafrecht moet worden toegepast overweegt de rechtbank het volgende.
De verdachte was tijdens het plegen van het leeuwendeel van de feiten (die op dagvaarding I) 18 en 19 jaar oud. Het strafrecht voor volwassenen is daarom aan de orde. De rechtbank heeft bij jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht de mogelijkheid om het jeugdstrafrecht toe te passen, maar de rechtbank ziet in de persoon van de verdachte zelf of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan daar geen aanleiding voor.
De rechtbank volgt dan ook het advies van de psycholoog en de reclassering en past het strafrecht voor volwassenen toe.
De rechtbank is van oordeel dat het volwassenenstrafrecht eveneens moet worden toegepast op het bewezenverklaarde feit op dagvaarding II (witwassen, meermalen gepleegd). Nu de verdachte 17 jaar oud was ten tijde van het plegen van dit feit kan ingevolge artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht ook ter zake van die periode volwassenenstrafrecht worden toegepast.
In de ernst van het feit en de persoon van de verdachte ziet de rechtbank grond om ook ten aanzien van dit feit het volwassenenrecht toe te passen. De rechtbank ziet wat betreft het toepasselijke sanctieregime dus geen cesuur tussen de periodes kort voor en vanaf het bereiken door de verdachte van de 18-jarige leeftijd.
De rechtbank acht, gezien de ernst van de feiten, een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden passend.
Resocialisatie van de verdachte kan plaatsvinden langs de twee wegen die worden genoemd in de rapportages van de psycholoog en reclassering. De eerste is het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel, met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden als genoemd door de psycholoog en reclassering. De tweede is resocialisatie in het kader van detentiefasering, waarvan de voorwaardelijke invrijheidstelling (de v.i.-regeling) deel uitmaakt. Voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden verleend wanneer de veroordeelde twee derde van de op te leggen detentie heeft ondergaan. Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen dan bijzondere voorwaarden worden verbonden als door de reclassering geadviseerd.
De rechtbank betwijfelt ernstig of de verdachte er werkelijk van doordrongen is hoe kwalijk zijn praktijken zijn en of hij van die praktijken inderdaad afstand kan nemen. De verdachte lijkt zich met crimineel gedrag een zo luxe en voor hem makkelijk te realiseren levensstijl te hebben aangemeten dat justitiële interventies eerder aan dat gedrag geen einde hebben kunnen maken. De verdachte heeft de huidige feiten gepleegd terwijl hij in een gelijksoortige zaak uit de voorlopige hechtenis was geschorst. Daarnaast leveren berichtjes die zijn aangetroffen in een bij hem in beslag genomen telefoon serieuze aanwijzingen op dat de verdachte ook in deze zaak tijdens de voorlopige hechtenis is doorgegaan met het plegen van strafbare feiten. In een van die berichtjes heeft hij te kennen gegeven van zijn fouten geleerd te hebben en dat het vooral belangrijk was niet opnieuw dezelfde fouten te maken. In combinatie met de berichten waaruit is af te leiden dat hij zich nog steeds bezig hield met (pogingen tot) oplichting, kan de rechtbank uit deze mededeling niet anders afleiden dan dat de verdachte zich in detentie vooral had voorgenomen in het vervolg nog sluwer te werk te gaan.
De rechtbank heeft er op dit moment dan ook onvoldoende vertrouwen in dat de verdachte zich zal houden aan de voorwaarden, te verbinden aan een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank ziet meer heil in resocialisatie in het kader van de v.i.-regeling. Om voor de v.i.-regeling in aanmerking te kunnen komen zal de veroordeelde in zijn gedrag een positieve ontwikkeling moeten laten zien. Om deze strafkorting te kunnen krijgen, zal de verdachte eerst moeten laten zien dat het hem ernst is met zijn plannen om zijn leven te beteren. Dit maakt dat de rechtbank kiest voor resocialisatie in het kader van de v.i.-regeling. Zij zal dus geen voorwaardelijk strafdeel - met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden - opleggen.
Dit leidt ertoe dat de rechtbank zal opleggen een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen/de schadevergoedingsmaatregelen

Dagvaarding I
Als benadeelde partij hebben zich gevoegd:
[slachtoffer 8] ;
[slachtoffer 2] ;
[slachtoffer 12] ;
[slachtoffer 10] ;
[slachtoffer 5] .
Zij vorderen veroordeling van de verdachte tot betaling van een schadevergoeding van respectievelijk:
€ 4.001,39;
€ 6.130,61;
€ 0;
06,22;
€ 8.098;
telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Dagvaarding II
Als benadeelde partij hebben zich gevoegd:
6. [slachtoffer 15] ;
7. [slachtoffer 16] ;
8. [slachtoffer 17] .
Zij vorderen veroordeling van de verdachte tot betaling van een schadevergoeding van respectievelijk:
€ 106,50,-;
€ 196,50,-;
€ 136,50,-;
telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
Met uitzondering van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] , heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen, inclusief de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] moet niet-ontvankelijk worden verklaard omdat de geleden schade al is vergoed.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze nihil is. Alle overige vorderingen dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard dan wel te worden afgewezen omdat vrijspraak moet volgen van de feiten waarop de vorderingen betrekking hebben.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Dagvaarding I
In zijn voegingsformulier vermeldt de benadeelde partij [slachtoffer 12] dat de door hem geleden schade van € 1.781,30 volledig door de Rabobank is vergoed. Nu geen te vorderen schadevergoeding resteert, zal de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer 12] in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaren.
De vorderingen van de overige benadeelde partijen zijn voldoende onderbouwd. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat zij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder 6. bewezenverklaarde. De rechtbank zal daarom de vorderingen toewijzen tot de gevorderde bedragen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van respectievelijk:
1) 14 september 2020;
2) 28 augustus 2020;
4) 4 januari 2020;
5) 11 september 2020;
omdat is komen vast te staan dat de schade vanaf die data is ontstaan.
Nu deze vorderingen worden toegewezen, zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Nu verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, indien en voor zover de mededaders de benadeelde partijen betalen, in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting is bevrijd.
De rechtbank zal in deze gevallen aan de verdachte tevens hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de genoemde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van de genoemde slachtoffers.
Dagvaarding II
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van feit 2, waarmee de vorderingen verband houden, moeten de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage B aan dit vonnis is gehecht) voorwerpen die in de tabel op pagina 138 van het beslagdossier in groen zijn aangegeven en bij de verdachte zijn aangetroffen zullen worden verbeurdverklaard en dat de voorwerpen die in de tabel op pagina 138 van het beslagdossier in roze zijn aangegeven - voor zover deze aan de verdachte toebehoren - zullen worden teruggegeven aan de verdachte. De officier van justitie heeft desgevraagd verklaard dat de Toyota Avensis al is geretourneerd.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave aan de verdachte van de:
a. Acer (nummer 9 op de lijst van inbeslaggenomen goederen),
b. Apple (nummer 32), alsook de
c. Toyota Avensis (nummer 23) en de
d. Moose Knuckles jas (nummer 30),
nu onttrekking aan het verkeer noch verbeurdverklaring in de rede ligt.
Telefoons met betrekking waartoe niets strafbaars naar voren is gekomen dienen eveneens te worden geretourneerd. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen die aan de verdachte toebehoren en die staan vermeld op de lijst met in beslag genomen voorwerpen die als bijlage aan dit vonnis is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt, verbeurd dienen te worden verklaard, met uitzondering van nummer 23 (Toyota Avensis, kenteken [kenteken] ). Zij - ook de door de verdediging genoemde Acer computer, Apple computer en jas - zijn daarvoor vatbaar aangezien met betrekking tot die voorwerpen het bewezen geachte is begaan dan wel met behulp daarvan het bewezen geachte is begaan of voorbereid.
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave van de Toyota Avensis gelasten aan de rechthebbende, [naam 2] , stiefvader van de verdachte.
In de door de officier van justitie genoemde overzichtstabel staan drie telefoons die onder de verdachte in beslag zijn genomen in de kleur roze weergegeven, te weten een Apple smartphone (iPhone XS, nr. [serienummer 6] ), een smartphone Samsung (nr. [serienummer 7] ) en een duimtelefoon (L8star, nr. [serienummer 8] ). Het belang van strafvordering verzet zich niet tegen teruggave daarvan. De rechtbank zal de teruggave van deze telefoons aan de verdachte gelasten, voor het geval deze nog niet zijn geretourneerd.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen (bijkomende) straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33a, 36f, 45, 47, 57, 63, 138ab, 139d, 139g, 140, 284, 285, 326 en 420 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 8 primair en de bij dagvaarding II onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 primair, 7, 8 subsidiair en 9 en bij dagvaarding II onder 1 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I, feit 1:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 2:
medeplegen van gewoontewitwassen;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 3:
medeplegen van het met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, verwerven en voorhanden hebben en een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden gekregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan verworven en voorhanden hebben, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 4 primair:
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 5:
medeplegen van het verwerven en voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen/hebben van deze gegevens wist dat deze door misdrijf waren verkregen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 6 primair:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 7:
medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 8 subsidiair en 9:
eendaadse samenloop van
medeplegen van poging tot dwang
en
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van dagvaarding II feit, 1:
witwassen, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
40(
VEERTIG)
MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de volgende benadeelde partijen tot het hierna te noemen bedrag toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
  • [slachtoffer 8] € 4.001,39
  • [slachtoffer 2] € 6.130,61
  • [slachtoffer 10] € 406,22
  • [slachtoffer 5] € 8.098
vermeerdert de voornoemde bedragen met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf respectievelijk 14 september 2020, 28 augustus 2020, 4 januari 2020 en 11 september 2020 tot aan de dag waarop de vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door deze benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting tot betaling aan de Staat van de voornoemde bedragen;
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast van één dag per € 50;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de respectievelijke benadeelde partijen de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 12] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt deze benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen deze vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7, 19 en 20 genummerde telefoontoestellen, (merk Apple, Huawei, Samsung), de onder 8, 9, 32 en 33 genummerde computers (HP Chromebook, Acer, Apple en Lenovo), het onder 10 genoemde telefoontoestel, de onder 12 tot en met 16, 18, 21 en 24 tot en met 28 genummerde simkaarten, de onder 17 genummerde computer (Lenovo), de onder 22 genummerde bon met opwaardeerkaarten (Orange) en de onder 29 genummerde bankpas (Bunq);
gelast de teruggave aan [naam 2] (stiefvader van de verdachte) van het op de beslaglijst onder 23 genummerde voorwerp, te weten: een personenauto, Toyota Avensis, [kenteken] ;
gelast de teruggave aan de verdachte van drie telefoons die onder de verdachte in beslag zijn genomen en in roze zijn weergegeven op de door de officier van justitie genoemde overzichtstabel, te weten: een Apple smartphone (iPhone XS, nr. [serienummer 6] ), een smartphone Samsung (nr. [serienummer 7] ) en een duimtelefoon (L8star, nr. [serienummer 8] ).
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P.M. Meskers, voorzitter,
mr. J.C. U-A-Sai, kinderrechter,
mr. R. Wieringa, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.F. Tromp, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 december 2021.
VONNIS TOT HERSTEL
Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/314583-20 en 09/148797-21 (t.t.z. gev.))
Vonnis tot herstel
van het op 24 december 2021 uitgesproken en op 7 januari 2022 onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2001 te [geboorteplaats],
[adres 1]
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn, locatie Eikenlaan.
Het onderdeel van het vonnis dat moet worden hersteld
Na de uitspraakdatum is de rechtbank gebleken dat in het dictum van voormeld vonnis onjuist is opgenomen dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van één dag per € 50 in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel volgt.
Immers, op 1 januari 2020 is de Wet USB (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen) in werking getreden. Deze wet heeft onder meer artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht in die zin gewijzigd dat vanaf dat moment niet langer vervangende hechtenis kon worden opgelegd bij de schadevergoedingsmaatregel, maar dat bij oplegging van deze maatregel de duur van de gijzeling moest worden bepaald.
Gebleken is dat door deze kennelijke misslag in het dictum de beslissing tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij niet kan worden geëxecuteerd. De rechtbank zal ten behoeve van de executie van die beslissing het eerder uitgesproken vonnis herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.
Beslissing
De rechtbank:
handhaaft haar beslissing van 24 december 2021 (datum strafvonnis), met herstel van een kennelijke misslag in het dictum als volgt:
verbetert:
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast van één dag per € 50;
hetgeen dient te worden gelezen als:
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – gijzeling zal worden toegepast voor het volgende aantal dagen:
  • [slachtoffer 8]: 50 dagen gijzeling
  • [slachtoffer 2]: 65 dagen gijzeling
  • [slachtoffer 10]: 8 dagen gijzeling
  • [slachtoffer 5]: 75 dagen gijzeling;
De toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van
24 december 2021 en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de verdachte,
de officier van justitie en de benadeelde partijen.
Bijlagen:
A. tenlastelegging
B. beslaglijst
Bijlage A
Tekst tenlastelegging
parketnummer 09/314583-20 (dagvaarding I):
1
hij in de periode van (ongeveer) 1 januari 2020 tot en met 11 december 2020 te 's-Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer (onbekend gebleven) andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder (in ieder geval) die misdrijven als genoemd in de artikelen 326, 420bis en/of 420ter, 138c en/of 139d Wetboek van Strafrecht;
(art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks de periode van (ongeveer) 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020, te 's-Gravenhage, in ieder geval in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, van één of meerdere voorwerpen (te weten in ieder geval
- geld(bedragen), waaronder:
X geld in zijn woning en/of het doorsluizen van geld (waaronder p.392, 537);
X betalingen aan hotels, zoals bijvoorbeeld Best Western, Duinrell, Fletcher) (p.302-303);
X het huren van auto’s;
X het kopen van spullen, zie bijv. p.124, 192, 1943) waaronder telefoons en tablets en/of
- bitcoins/cryptogeld, zie –bijvoorbeeld- p. 305, 460, 538, 99, 1043 e.v. en/of
- een jas (en/of –overige- (dure) merkkleding), zie bijvoorbeeld p. 302, 3,72, 378, 988),
 de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op één of meer momenten in de periode van (ongeveer) 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, en/of België , tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, een (of meer) technisch(e) hulpmiddel(en) dat/die (hoofdzakelijk) geschikt gemaakt en/of ontworpen is/zijn tot het plegen van een misdrijf (en/of misdrijven) als bedoeld in artikel 138ab eerste lid, 138b en/of 139c Wetboek van strafrecht, heeft/hebben vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd, verspreid of anderszins ter beschikking heeft/hebben gesteld of voorhanden heeft/hebben gehad en/of een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven, waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan heeft/hebben vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd, verspreid, of anderszins ter beschikking heeft/hebben gesteld of voorhanden heeft/hebben gehad, met het oogmerk dat daarmee een van die misdrijven (als bedoeld in artikel 138ab en/of 139c van het wetboek van strafrecht) werd(en) gepleegd (of kan/kon/kunnen worden gepleegd), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- malware/software/gegevens (aanwezig/voorhanden gehad) op zijn/hun telefoon(s) en/of laptop(s) en/of overige/andere gegevensdragers met phishinglinkjes en/of malwarelinkjes (of andere linkjes/internetsites) (zie onder andere p. 61: https://marktplaats-betaalplatform.me/jwVbe6v1) en/of (gefingeerde marktplaatslinkjes en/of gefingeerde Whatssaplinkjes, zie onder andere p. 304 en 488) en/of;
- één of meer linkjes (al of niet verstuurd) waarmee anderen (dan verdachten) –kunnen- worden (om)geleid naar (andere) internetpagina's, welke linkjes het mogelijk maken om toegang te (ver)krijgen tot de bankrekeningnummer(s) van anderen (dan die van verdachte(n), zodat ingelogd kan worden en/of geld van deze voornoemde rekeningnummers kan worden afgeschreven en/of overgemaakt en/of toegeëigend en/of;
- ( zie onder andere p. 185, 305, 537-538 e.v. en 644 e.v., 1045) heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een of meerdere (frauduleus/ze) panel(s)/dashboard(s) voorhanden heeft/hebben gehad en/of bezocht en/of vervaardigd en/of gebruikt;
(art 139d lid 2 ahf/sub a/b jo. 138ab eerste lid, 138b en/of 139c Wetboek van Strafrecht)
4
hij, tezamen en in vereniging met anderen (althans alleen), op of omstreeks (de periode van) 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage (in ieder geval in Nederland en/of België ), meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen,
in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten (een of meer) server(s) van de (beveiligde) internetbankierenomgeving van de KNAB en/of ABN-AMRO en/of Rabo- en/of Fortis en/of SNS-bank en/of een of meer –andere- bank(en), althans een deel daarvan, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de toegang tot de geautomatiseerde werken heeft/hebben verworven met behulp van (een) valse sleutel(s),
- te weten de (inlog)gegevens voor het internetbankieren (te weten de gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of inlogcode) van/bij de(ze) bank(en) en/of
door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als een of meer geautoriseerde klanten van de(ze)bank en/of rekeninghouders;
(art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(hij tezamen met) een of meer -onbekend gebleven- anderen/derden op of omstreeks de periode van 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage (in ieder geval in Nederland en/of België ), meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen,
in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan, te weten (een of meer) server(s) van de (beveiligde) internetbankierenomgeving van de KNAB en/of ABN-AMRO en/of Rabo- en/of Fortis en/of SNS-bank en/of een of meer –andere- bank(en), althans een deel daarvan, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) de toegang tot de geautomatiseerde werken heeft/hebben verworven met behulp van (een) valse sleutel(s),
- te weten de (inlog)gegevens voor het internetbankieren (te weten de gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of inlogcode) van/bij de(ze) bank(en) en/of
door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten als een of meer geautoriseerde klanten van de(ze)bank en/of rekeninghouders;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks de periode van 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage (in ieder geval in Nederland en/of België ), meermalen opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- op de rekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen/juist zijn en/of
- ( vervolgens) en deze gegevens/bevindingen aan deze, of andere -onbekend gebleven- derden) te verstrekken en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- inloggegevens te regelen/organiseren/verwerven/voorhanden te hebben en/of te verstrekken;
5
hij, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen op of omstreeks (de periode van) 9 april 2020 tot en met 11 december 2020 (meermalen) te ’s Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), niet-openbare gegevens, te weten
- NAW-gegevens (naam en/of adres en/of geboortedatums en/of telefoonnummers en/of andere persoonlijke gegevens), -in/op verschillende lijsten),
(zie onder meer p. 183, 303, 305, 392, 398, 423, 460, 666, 488, 992, 994, 1034, 1155)
heeft verworven en/of (uit wintsbejag) voorhanden heeft gehad,
terwijl hij/zij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen/hebben van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen;
(art 139g lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
6
Zie -in ieder geval-: (zaak 2.1, 2.2, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14, p.499, 503-505), 2.15, 2.16, 2.17, 2.18
hij op of omstreeks (de periode van) 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage en/of Bemmel (gemeente Lingewaard) en/of Veghel (gemeente Meierijstad) en/of Puurs-Sint-Amands, Flierke en/of Zonhoven en/of Herent en/of Zonnebeke en/of Hasselt en/of Den Dungen en/of Ten Boer en/of Alkmaar en/of Scheemda en/of Huizen en/of Leuven en/of Moergestel en/of Nijmegen en/of Sint-Amandsberg en/of Leuven althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 9] (p. 225), [slachtoffer 10] (p.243) [slachtoffer 5] (p.693), [slachtoffer 4] (p.699), [slachtoffer 2] (p.704), [slachtoffer 8] (p.751) [slachtoffer 6] (p.763) [slachtoffer 7] (p. 280, zaak 2.18) en/of [slachtoffer 1] (p.852, 1267), [slachtoffer 13] (p.504) en/of [slachtoffer 11] (p.859) en/of [slachtoffer 12] , (p.1013) en/of [slachtoffer 3] (p.1290) en/of [slachtoffer 13] en/of één of meer onbekend gebleven (andere) personen uit Nederland en/of België heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of geld, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één of meer geldbedragen die op de bankrekening van een of meer van de voornoemde personen en/of een of meer onbekend gebleven personen staan/stonden en/of (de) rekeninggegevens en/of de/een (pin)code en/of een verificatiecode en/of (de) (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor het (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of;
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
En/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze –al of niet gefingeerde- aanvraag) en/of
- een of meer link(jes) op te (laten) sturen en/of op te maken en/of ter beschikking te stellen (waarbij/waarna de gebruiker wordt doorgelinkt naar een malafide website) en/of
- een of meer (malafide) internetlinkjes op zijn/de telefoon (en/of andere gegevensdragers te hebben en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
en/of;
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram) hun bankrekening ter beschikking te (laten) stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- contact te leggen/regelen/faciliteren tussen de (zogenaamde) sponsors/derden en/of slachtoffers en/of rekeninghouders en/of onbekend gebleven anderen en/of
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen;
en/of:
- een of meer anderen heeft bewogen, overgehaald en/of verzocht hun (zakelijke) bankrekening ter beschikking te stellen;
En/of:
- ( door) zich uit te geven als een medewerker/schuldinner/medewerker van de administratie van het CJIB (althans een persoon die een –digitale- beschikking stuurt namens het CJIB) en/of;
en/of:
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of van de/een onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of;
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of;
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s),
En/of:
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of een ander persoon en/of;
- zich voor te doen als bonafide koper en/of een andere persoon (op de site www.marktplaats.nl ) en/of;
- ( hiertoe) een (groot) aantal telefoons en/of tablets en/of laptops en/of simcards (en/of overige gegevensdragers te bezitten, voorhanden te hebben en/of te (laten) gebruiken en/of
- geld te ontvangen/beheren en/of door/over te boeken naar vrienden, kennissen en/of medeverdachten
waardoor die persoon/personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(hij tezamen met) een of meer –onbekend gebleven- anderen- (op verschillende momenten) op of omstreeks (de periode van) 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage en/of Bemmel (gemeente Lingewaard) en/of Veghel (gemeente Meierijstad) en/of Puurs-Sint-Amands, Flierke en/of Zonhoven en/of Herent en/of Zonnebeke en/of Hasselt en/of Den Dungen en/of Ten Boer en/of Alkmaar en/of Scheemda en/of Huizen en/of Leuven en/of Moergestel althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 9] (p. 225), [slachtoffer 10] (p.243) [slachtoffer 5] (p.693), [slachtoffer 4] (p.699), [slachtoffer 2] (p.704), [slachtoffer 8] (p.751) [slachtoffer 6] (p.763) [slachtoffer 7] (p. 280, zaak 2.18) en/of [slachtoffer 1] (p.852), [slachtoffer 13] (p.504, 1309) en/of [slachtoffer 11] (p.859) en/of [slachtoffer 12] , (p.1013) en/of één of meer onbekend gebleven (andere) personen uit Nederland en/of België heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of geld, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één of meer geldbedragen die op de bankrekening van een of meer van de voornoemde personen en/of een of meer onbekend gebleven personen staan/stonden en/of (de) rekeninggegevens en/of de/een (pin)code en/of een verificatiecode en/of (de) (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor het (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of;
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
En/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze –al of niet gefingeerde- aanvraag) en/of
- een of meer link(jes) op te (laten) sturen en/of op te maken en/of ter beschikking te stellen (waarbij/waarna de gebruiker wordt doorgelinkt naar een malafide website) en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
en/of;
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram) hun bankrekening ter beschikking te (laten) stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen;
en/of:
- een of meer anderen heeft bewogen, overgehaald en/of verzocht hun (zakelijke) bankrekening ter beschikking te stellen;
en/of:
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of van de/een onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of;
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of;
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s), en/of
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of een ander persoon, en/of;
- zich voor te doen als bonafide koper en/of een andere persoon (op de site www.marktplaats.nl ) en/of;
- hierbij/hiertoe te vragen of iemand (de ander) 1 cent wil overmaken ten einde de rekening (van die ander) te verifiëren;
en/of;
waardoor die persoon/personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte (op verschillende momenten) in of omstreeks de periode van ) 6 juni 2019 tot en met 11 december 2020 te ’s-Gravenhage en/of Bemmel (gemeente Lingewaard) en/of Veghel (gemeente Meierijstad) en/of Puurs-Sint-Amands, Flierke en/of Zonhoven en/of Herent en/of Zonnebeke en/of Hasselt en/of Den Dungen en/of Ten Boer en/of Alkmaar en/of Scheemda en/of Huizen en/of Leuven en/of Moergestel althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram) hun bankrekening ter beschikking te stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- contact te leggen/regelen/faciliteren tussen slachtoffers en/of rekeninghouders en/of onbekend gebleven anderen en/of;
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen en/of;
- hotelkamer(overnachtingen) te boeken en/of;
- het voorhanden hebben/houden en/of ter beschikking te stellen van (persoonlijke) gegevens (waaronder –bijvoorbeeld- NAW-gegevens en/of telefoonnummer(s) en/of bank(rekening)gegevens en/of
- zijn telefoon ter beschikking te stellen en/of te (laten) gebruiken en/of
- ( hiertoe) een (groot) aantal telefoons en/of tablets en/of laptops en/of simcards (en/of overige gegevensdragers te bezitten, voorhanden te hebben en/of te (laten) gebruiken
7
(diverse pogingen oplichting, o.a. p.54, 280, 488, 499, 504, 1004, 1009 e.v, 1045, 1056, 1132, 1276, 1405).
hij op of omstreeks (de periode van) 6 juni 2019 tot en met 18 mei 2021 te ’s-Gravenhage en/of Alphen aan den Rijn, althans in Nederland (en/of België ), meermalen, tezamen en in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels [aangever 1] (p.504, telefoonnummer [telefoonnummer 29] ) en/of [slachtoffer 1] en/of één of meer onbekend gebleven personen te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of geld, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één of meer geldbedragen die op de bankrekeningen van die [aangever 1] en/of van de onbekend gebleven personen staan en/of rekeninggegevens en/of een (pin)code en/of een verificatiecode en/of de (inlog) gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor het (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of;
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
En/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze –al of niet gefingeerde- aanvraag) en/of
- een of meer (malafide) internetlinkjes op zijn/de telefoon (en/of andere gegevensdragers te hebben en/of op te (laten) sturen en/of op te maken en/of ter beschikking te stellen (waarbij/waarna de gebruiker wordt doorgelinkt naar een malafide website) en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
en/of;
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram) hun bankrekening ter beschikking te (laten) stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- contact te leggen/regelen/faciliteren tussen de (zogenaamde) sponsors/derden en/of slachtoffers en/of rekeninghouders en/of onbekend gebleven anderen en/of
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen;
en/of:
- een of meer anderen heeft bewogen, overgehaald en/of verzocht hun (zakelijke) bankrekening ter beschikking te stellen en/of;
en/of:
- ( door) zich uit te geven als een medewerker/schuldinner/medewerker van de administratie van het CJIB (althans een persoon die een –digitale- beschikking stuurt namens het CJIB) en/of;
en/of:
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of van de/een onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of;
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of;
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s), en/of
En/of:
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of een ander persoon, en/of;
- zich voor te doen als bonafide koper en/of een andere persoon (op de site www.marktplaats.nl )
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
8
(zaak 2.3 onderdeel a)
hij op of omstreeks 1 november 2020 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 20] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het ter beschikking stellen van zijn bankpas en/of bankrekening en/of het (terug)betalen van 1000 euro, door te zeggen/roepen dat als die [slachtoffer 20] zijn bankpas en/of bankrekening niet ter beschikking zou stellen en/of het geld van 1000 euro niet zou (terug)betalen er een paar vrienden naar zijn huis zouden worden gestuurd die hem, [slachtoffer 20] , zouden doodsteken;
(art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 november 2020 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 20] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het ter beschikking stellen van zijn bankpas en/of bankrekening en/of het (terug)betalen van 1000 euro, heeft gezegd en/of geroepen dat als die [slachtoffer 20] zijn bankpas en/of bankrekening niet ter beschikking zou stellen en/of het geld van 1000 euro niet zou (terug)betalen er een paar vrienden naar zijn huis zouden worden gestuurd die hem, [slachtoffer 20] , zouden doodsteken,
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
9
(zaak 2.3 onderdeel b)
hij op of omstreeks 1 november 2020 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging, althans alleen, [slachtoffer 20] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 20] dreigend de woorden toe te voegen "Als jij de 1000 euro niet terugbetaalt, dan komen er een paar vrienden bij je langs die je gaan doodsteken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Parketnummer 09/148797-20 (dagvaarding II):

1
hij op of omstreeks de periode van (ongeveer) 1 januari 2019 tot en met 5 juni 2019, te 's-Gravenhage, in ieder geval in Nederland (en/of België ), meermalen, van één of meerdere voorwerpen (te weten in ieder geval geld(bedragen), zie bijv. p.5 (overzicht, vindplaatsen -ook- elders in het dossier),
 de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )
2
zaak 2.12 (meerdere slachtoffers):
hij op of omstreeks (de periode van) 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging, althans alleen, meermalen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 16] (p.839) en/of;
- [slachtoffer 15] (p.842) en/of;
- [slachtoffer 18] (p.845) en/of
- [slachtoffer 19] (p.848) en/of
één of meer onbekend gebleven (andere) personen uit Nederland en/of België ,
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of geld, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één of meer geldbedragen die op de bankrekening van een of meer van de voornoemde personen en/of een of meer onbekend gebleven personen staan/stonden en/of (de) rekeninggegevens en/of de/een (pin)code en/of een verificatiecode en/of (de) (inlog)gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor (het) (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of;
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
En/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze –al of niet gefingeerde- aanvraag) en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
en/of;
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram/Telegram) hun bankrekening ter beschikking te (laten) stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- contact te leggen/regelen/faciliteren tussen de (zogenaamde) sponsors/derden en/of slachtoffers en/of rekeninghouders en/of onbekend gebleven anderen en/of
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen;
en/of:
- een of meer anderen heeft bewogen, overgehaald en/of verzocht hun (zakelijke) bankrekening ter beschikking te stellen en/of;
en/of:
- ( door) zich uit te geven als een medewerker/schuldinner/medewerker van de administratie van het CJIB (althans een persoon die een –digitale- beschikking stuurt namens het CJIB) en/of;
en/of:
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of van de/een onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of;
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of;
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s), en/of
En/of:
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of een ander persoon (zie bijv. pagina 493, 494, 496 en een groot aantal vindplaatsen in dossier Antwerpen), en/of;
- zich voor te doen als bonafide koper en/of een andere persoon (op de site www.marktplaats.nl )
En/of
- ( hiertoe) een (groot) aantal telefoons en/of tablets en/of laptops en/of simcards (en/of overige gegevensdragers te bezitten, voorhanden te hebben en/of te (laten) gebruiken
- geld te ontvangen/beheren en/of door/over te boeken naar vrienden, kennissen en/of medeverdachten
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, van één of meerdere voorwerpen (te weten in ieder geval geld(bedragen), (zie in ieder geval/bijvoorbeeld p.839, 842, 845, 848)
 de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(hij samen met) -onbekend gebleven- anderen/medeverdachten, in of omstreeks de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging (met anderen), van één of meerdere voorwerpen (te weten -in ieder geval- geld(bedragen), (zie in ieder geval/bijvoorbeeld p.839, 842, 845, 848)
 de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld en/of heeft/hebben verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist/zij wisten dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 te ’s-Gravenhage, in ieder geval in Nederland (en/of België ),
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- mensen/anderen te vragen/bevelen/zeggen dat/of zij hun bankrekening ter beschikking (zouden) moeten stellen en/of;
- geld te pinnen/op te nemen en/of;
- anderen te vragen/op te dragen geld te (laten) pinnen en/of;
- gegevens van (potentiële) slachtoffers/derden ter beschikking te hebben/houden en/of.
- een (digitaal) bericht te (laten) sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
3
(diverse pogingen oplichting)
hij op of omstreeks (de periode van) 15 maart 2019 tot en met 5 juni 2019 te 's-Gravenhage, althans in Nederland (en/of België ), tezamen en in vereniging, althans alleen, meermalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
[slachtoffer 12] en/of één of meer onbekend gebleven –andere- personen te bewegen tot de afgifte van enig goed en/of geld, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één of meer geldbedragen die op de bankrekeningen van die [aangever 1] en/of van de onbekend gebleven personen staan en/of rekeninggegevens en/of een (pin)code en/of een verificatiecode en/of de (inlog) gegevens (gebruikersnaam en/of wachtwoord) van/voor het (internet)bankieren, door –zakelijk weergegeven-:
- zich uit te geven/voor te doen als bankmedewerker en/of;
- door (tegelijkertijd en/of onmiddellijk hierna) een (malafide) betaal-/phishinglink/sms/ digitaal bericht op te sturen (waarmee personen werden doorgeleid naar een site waarop zij zijn bewogen tot afgifte van gegevens waarmee kon worden ingelogd op de account van de/hun bank;
En/of hierbij/hiertoe te zeggen/schrijven/berichten dat:
- de bankrekeninghouder/de ontvanger van het bericht is opgelicht en/of dat er fraude met zijn/haar bankrekening is gepleegd en/of
- er een nieuwe online key en/of bankpas onderweg is en/of
- zijn/haar betaalpas is verlopen en/of verouderd en/of (hierbij) de mogelijkheid aan te bieden een vernieuwde betaalpas aan te vragen en/of (hierbij/hiertoe een link te –laten- sturen voor deze –al of niet gefingeerde- aanvraag) en/of
- de bedragen (althans geldbedragen van de rekening) (volgens protocol) veilig gesteld moeten worden en/of overgemaakt (moeten) worden op een (andere) rekening en/of
- dat er een vreemde transactie (of meerdere transacties) heeft/hebben plaatsgevonden met de rekening (van de ontvanger van het/dat bericht) en/of
- dat geprobeerd is geld van de rekening van de betrokkene over te schrijven naar een andere rekening (althans: dat de betrokkene -eerder- slachtoffer is geworden van fraude) en/of
- een (digitaal) bericht te sturen waarin staat benoemd dat mensen gebruik kunnen (blijven) maken van een TAN-code (van hun bank) en hiertoe handelingen moeten verrichten en/of
en/of;
- derden/anderen te benaderen/vragen/regelen (door/via (bijvoorbeeld) bellen/sms’en/snapchap/instagram) hun bankrekening ter beschikking te (laten) stellen en/of (hen) hierbij te zeggen dat zij hiervoor geld zullen ontvangen en/of
- ( deze) bankpassen te verzamelen en/of te verstoppen, verbergen, op te slaan, ter beschikking te hebben/houden en/of
- contact te leggen/regelen/faciliteren tussen de (zogenaamde) sponsors/derden en/of slachtoffers en/of rekeninghouders en/of onbekend gebleven anderen en/of
- ( vervolgens) op de(ze) bankrekening(en) van deze derden/anderen in te loggen (om te controleren of de gegevens, te weten: gebruikersnaam en wachtwoord) kloppen;
en/of:
- een of meer anderen heeft bewogen, overgehaald en/of verzocht hun (zakelijke) bankrekening ter beschikking te stellen en/of;
en/of:
- ( door) zich uit te geven als een medewerker/schuldinner/medewerker van de administratie van het CJIB (althans een persoon die een –digitale- beschikking stuurt namens het CJIB) en/of;
en/of:
- zich uit te geven/voor te doen als familielid en/of andere bekende/vriend van een van voornoemde personen en/of van de/een onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of;
- zich uit te geven/voor te doen als één of meer hulpbehoevende(n) (iemand in geldnood), althans iemand (een bekende) met een –spoedeisend- geldprobleem en/of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of (vervolgens) en/of;
- ( hiertoe) deze persoon/personen om (financiële) hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- hierbij aan te geven dat die persoon/personen dat geld na het voorschieten/betalen direct (en/of op korte termijn) terugbetaald zou(den) worden, en/of
- hierbij aan die persoon/personen een of meer bankrekeningnummer(s) door te geven waarop geld zou kunnen worden gestort en/of (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s), en/of
En/of:
- zich voor te doen als bonafide verkoper (op de site www.marktplaats.nl ) en/of een ander persoon, (zie bijv. pagina 493, 494, 496), en/of;
- zich voor te doen als bonafide koper en/of een andere persoon (op de site www.marktplaats.nl )
En/of:
- ( hiertoe) een (groot) aantal telefoons en/of tablets en/of laptops en/of simcards (en/of overige gegevensdragers te bezitten, voorhanden te hebben en/of te (laten) gebruiken
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal in het onderzoek België / [onderzoek 5] met het [onderzoek 6] , van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-Zuid, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 1868).
2.Proces-verbaal van verdenking, p. 60 - 64.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 225 - 227.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 243 - 245.
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 639 - 641.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 859 - 867.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 1013 - 1015.
8.Proces-verbaal van aangifte, p. 693- 697.
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 699 - 702.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 704 - 749.
11.Proces-verbaal van aangifte, p. 751 - 761.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 763 - 778.
13.Proces-verbaal van aangifte, p. 1828 - 1848.
14.Proces-verbaal van aangifte, p. 1309 - 1385.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 1290 - 1307.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108 - 111.
17.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 15 - 17.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 181 - 187.
19.Proces-verbaal van aanhouding, p. 34.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 188 - 191.
21.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 42
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 199 - 201.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031 - 1044.
24.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 77.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031 - 1044.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 294 - 295.
27.Proces-verbaal van onderzoek gegevensdrager, p. 666 - 675.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108 - 111.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 499 - 502.
30.Proces-verbaal restinformatie, p. 537 - 541.
31.Proces-verbaal van onderzoek gegevensdrager, p. 666 - 675.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1687 - 1688.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1737 - 1739.
34.Proces-verbaal van verdenking, p. 60 - 64.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108 - 111.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 183.
37.Proces-verbaal van relaas, p. 185.
38.Proces-verbaal van relaas, p. 305.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 537 – 541.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 644 - 665.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1045-1050.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1045-1050.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670, met bijlagen p. 676-678.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1034.
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 183.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 183 - 184.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 394.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 398 – 405.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 423 – 424.
51.Proces-verbaal van bevindingen, p. 994.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 184.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1031 - 1044.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 392-397.
55.Proces-verbaal restinformatie, p. 537 - 541.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 379.
57.Proces-verbaal van bevindingen, p. 113 – 121.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122 – 123.
59.Proces-verbaal van bevindingen, p. 191.
60.Proces-verbaal van bevindingen, p. 128 e.v. en bijlagen p. 164-165.
61.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 10 december 2021.
62.Proces-verbaal van verdenking, p. 60 - 64.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 108 - 109.
64.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1128 – 1132.
65.Proces-verbaal van bevindingen, p. 278 - 281.
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 278 – 281.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 504.
68.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1054-1085.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 294 - 295.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1054-1085.
71.Proces-verbaal van bevindingen, p. 392-397.
72.Proces-verbaal, p. 1860.
73.Proces-verbaal van aangifte, p. 247 - 249.
74.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 255 - 259.
75.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 december 2021.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 113 – 121.
77.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122 – 123.
78.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 december 2021.