ECLI:NL:RBDHA:2021:14845

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2021
Publicatiedatum
4 januari 2022
Zaaknummer
AWB 20/7585
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot oplegging van een ROV-maatregel aan een asielzoeker wegens overlast

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een asielzoeker en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De eiser, een asielzoeker, had beroep ingesteld tegen een besluit van het COA, waarbij hem een maatregel werd opgelegd op grond van het Reglement onthoudingen en verstrekkingen (ROV). Deze maatregel hield in dat gedurende twee weken een bedrag van € 5,00 per week op de financiële toelage van eiser werd ingehouden. De maatregel was opgelegd omdat eiser op 5 oktober 2020 overlast had veroorzaakt door de aanwijzingen van een medewerker van het COA niet op te volgen en deze medewerker uit te schelden voor racist.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Eiser verbleef op dat moment in een opvanglocatie van het COA en betwistte de opgelegde maatregel. Hij stelde dat hij enkel post voor zijn vrouw wilde ophalen en dat hij de medewerker niet had uitgescholden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er voldoende bewijs was dat eiser de aanwijzingen van de medewerker had genegeerd en deze had beledigd. De rechtbank oordeelde dat het COA de maatregel terecht had opgelegd, gezien de ernst van het gedrag van eiser en de impact daarvan op de medewerkers van het COA.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 20/7585

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

v-nummer: [Nummer]
en

Het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 5 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een maatregel op grond van het Reglement onthoudingen en verstrekkingen (ROV) opgelegd, inhoudende dat gedurende twee weken een bedrag van € 5,00 per week op de financiële toelage van eiser wordt ingehouden.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser verblijft in de opvanglocatie van verweerder te Gilze. Verweerder heeft de maatregel opgelegd omdat eiser op 5 oktober 2020 overlast heeft veroorzaakt. Eiser heeft die dag namelijk geweigerd de aanwijzingen van een medewerker van verweerder op te volgen waarna hij die medewerker heeft uitgemaakt voor racist. Verweerder merkt de impact van deze overlast aan als middelgroot. Daarom is aan eiser een ROV-maatregel 2 opgelegd.
3. Eiser is het niet eens met de maatregel. Eiser heeft een andere lezing van de feiten. Eiser was die dag om 11:50 uur bij de infobalie aanwezig om de post op te halen voor zijn vrouw, maar werd door een medewerker weggestuurd. Eiser ontkent dat hij deze medewerker een racist heeft genoemd. Ook stelt hij dat hij de aanwijzingen van de vrouw heeft opgevolgd door naar buiten te gaan.
Toetsingskader
4. Op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rva [1] ontvangen asielzoekers in een opvanglocatie een financiële toelage. Verweerder kan op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder h, gelezen in samenhang met artikel 19, eerste lid, onder a, van de Rva, de toelage beperken als een asielzoeker zich niet aan de huisregels van een opvanglocatie houdt. In artikel 10, vijfde lid, van de Rva is bepaald dat een beslissing tot het beperken van de toelage wordt gemotiveerd en wordt genomen op grond van de specifieke situatie van de asielzoeker.
5. Volgens de huisregels die verweerder hanteert [2] is elke vorm van agressie en geweld tegen anderen verboden en wordt agressief en gewelddadig gedrag naar COA-medewerkers zwaarder bestraft.
6. Op grond van paragraaf 4.2 en 4.3. van het maatregelenbeleid [3] legt verweerder bij een middelgrote impact van het getoonde gedrag van de bewoner een ROV-maatregel 2 of 3 op. Bij een ROV-maatregel 2 wordt maximaal €5,00 van het leefgeld gedurende een periode van twee weken ingehouden.
Beoordeling
7. Eiser bestrijdt dat hij zich niet aan de huisregels heeft gehouden. Ook ontkent eiser de medewerker te hebben uitgescholden. Volgens het incidentenverslag in het dossier weigerde eiser op 5 oktober 2020 desgevraagd de spreekkamer te verlaten. Na enig aandringen is eiser toch naar buiten gelopen. Vervolgens heeft hij de medewerker van verweerder (tot drie keer toe) een racist genoemd. Het incidentenverslag bevat ook de visie van eiser op wat er is gebeurd. Eiser heeft daarbij verklaard dat hij enkel de houding van de medewerker racistisch vond vanwege haar stemverheffing.
8. In wat eiser heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan verweerders weergave van het incident van 5 oktober 2020. Integendeel, ook in het gesprek dat verweerder met eiser over het incident heeft gevoerd, heeft eiser het gedrag van de medewerker racistisch genoemd. Tegen die achtergrond is de enkele, niet-onderbouwde ontkenning van eiser naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om niet van de feiten zoals opgenomen in het bestreden besluit uit te kunnen gaan. Naar het oordeel van de rechtbank staat voldoende vast dat eiser op 5 oktober 2020 heeft geweigerd de aanwijzingen van een medewerker van verweerder op te volgen, waarna hij die medewerker heeft uitgescholden.
9. Verweerder heeft dit gedrag van eiser mogen beschouwen als overlast met een middelgrote impact. Verweerder heeft daarom voldoende gemotiveerd dat in het geval van eiser het opleggen van de ROV-maatregel 2 passend en geboden was. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder deze maatregel dan ook aan eiser kunnen opleggen.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen griffier, op 23 december 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan
binnenzes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Regeling verstrekkingen asielzoekers 2005
2.Huisregels COA mei 2020
3.Maatregelenbeleid inclusief Reglement Onthoudingen Verstrekkingen mei 2020