Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. K. Hermans en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. A.B. Baumgarten naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
Verklaring van de verdachte
p. 956 t/m 958;
Ketels (aanschaf / opslaan / leveren), waaronder betrokkenheid [medeverdachte] bij feit 1
rechtbank: [adres 4] te Ede), einddossier p. 887 t/m 890;
Aanpassen ketels
Aanschaf / opzoek naar overige hardware / grondstoffen
rechtbank: ontmoeting met handelaar in grondstoffen voor de vervaardiging van synthetische drugs op 6 januari 2020), einddossier p. 548;
rechtbank: bon aankoop zoutzuur), einddossier p. 218;
[adres 1] te Den Haag (woning verdachte)
[adres 2] te Rotterdam (woning [medeverdachte] )
[adres 3] te Den Haag (woning [naam 1] )
rechtbank: onder meer citroenzuur, een metalen tank / ketel, twee kunststof tanks op wielen, een mixer, een roerder, een trechter en maatbeker met residu en handleidingen voor het produceren van verdovende middelen), beslagdossier p. 77 t/m 79;
Met betrekking tot betrokkenheid [medeverdachte] bij feit 1
rechtbank: [medeverdachte]), met bijlagen, einddossier p. 230 t/m 236A;
rechtbank: analyse telefoon [medeverdachte]), einddossier p. 300 t/m 307;
6 januari 2020tot en met 26 mei 2020 te Alkmaar, Den Haag, Ede en Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
zijnmedeverdachte wisten dat deze bestemd waren tot het plegen van die feiten;
6 januari 2020tot en met 26 mei 2020 te ’s-Gravenhage opzettelijk heeft vervaardigd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
d.d. 19 mei 2021, waaruit volgt dat sprake is van een hoog recidiverisico en van een pro crimineel netwerk. Er is sprake van een delictpatroon aangaande drugsdelicten. Daarnaast zijn er financiële problemen en lijkt de verdachte aangeboden hulp af te wijzen. De reclassering sluit niet uit dat de verdachte bij confrontatie met zijn financiële problemen weer over zou gaan tot delictgedrag. Volgens de verdachte is hij vijf jaar geleden gediagnosticeerd met ADHD en gebruikt hij sindsdien ook medicatie. Daarnaast gaf de verdachte aan zeven maal een psychose te hebben gehad, waarvan drie gedurende zijn detentie. De eerste psychose zou zich in 2015 geopenbaard hebben. De verdachte wil klinisch behandeld worden voor zijn psychische problemen. De reclassering adviseert bij veroordeling van de verdachte hem een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Wel acht de reclassering het van belang dat de verdachte gedurende de detentiefasering behandeling krijgt wegens zijn psychische gesteldheid.
7.De inbeslaggenomen voorwerpen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
5 (VIJF) JAREN;