ECLI:NL:RBDHA:2021:14746

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
31 december 2021
Zaaknummer
AWB 20/4371
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 december 2021 uitspraak gedaan in het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 6 mei 2021, waarin het beroep van de opposant tegen een bestreden besluit niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant heeft verzet ingesteld, stellende dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de te late ontvangst van het beroepschrift voor zijn risico kwam. Hij voerde aan dat de termijn voor het instellen van beroep niet op de dag van bekendmaking van de uitspraak zou moeten beginnen, maar dat er rekening gehouden moest worden met de lange verzendtijd van de uitspraak, die volgens hem te maken had met de COVID-19 pandemie.

De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de lange verzendtijd niet verklaarde waarom de beroepsgronden meer dan een maand te laat waren ontvangen. De stelling van de opposant over de ernstige crisis en de gevolgen daarvan werd als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De rechtbank handhaafde haar eerdere oordeel en verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/4371
v-nummer: [Nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak

[Naam], opposant

Procesverloop

Bij uitspraak van 6 mei 2021 heeft de rechtbank het door opposant ingestelde beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft verzet ingesteld tegen deze uitspraak..
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Opposant voert aan dat het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft onterecht geoordeeld dat de te late ontvangst van het beroepschrift voor risico komt van opposant. Verder heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat de termijn voor het instellen van beroep begint te lopen op de dag van bekendmaking van de uitspraak.
2. Opposant heeft in verzet de lange verzendtijd naar Nederland toegelicht met een voorbeeld van de verzending van de uitspraak van 6 mei 2021. De uitspraak zou zijn verstuurd op 7 mei 2021 en pas ontvangen op 26 mei 2021. Daarbij moet er rekening worden gehouden met de ernstige crisis, gezondheid en financiële chaos wegens de COVID-19 pandemie. Verder vraagt opposant in verzet om vervanging van visa toe te kennen aan alle gezinsleden.
3. De rechtbank is van oordeel dat het voorbeeld van de lange verzendtijd niet verklaart waarom de beroepsgronden meer dan een maand te laat zijn ontvangen. De stelling dat er sprake zou zijn van ernstige crisis, gezondheid en financiële chaos is niet verder onderbouwd en dus onvoldoende om anders te oordelen.
4. De rechtbank ziet geen aanleiding anders te oordelen dan in de uitspraak van 6 mei 2021. Het verzet is ongegrond. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
de griffier is niet in staat deze
uitspraak mee te ondertekenen
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.