Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoekster, p/a haar advocaat;
- de belanghebbenden, p/a hun advocaat;
- de rechter.
Rechtbank Den Haag
Op 28 december 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. P.C. van den Berg, tegen rechter mr. drs. I.A.M. Kroft. De wrakingsgronden waren voornamelijk gebaseerd op de bewering dat de rechter niet naar verzoekster wilde luisteren, het verkeerde rechtskader gebruikte, en de stukken niet wilde onderzoeken. De wrakingskamer oordeelde dat deze gronden niet gegrond waren, aangezien de gemaakte keuzes en tussenbeslissingen van de rechter niet konden leiden tot een wrakingsverzoek. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid, wat in dit geval niet was aangetoond. Bovendien werd vastgesteld dat verzoekster het wrakingsmiddel misbruikte om de procedure te frustreren, gezien eerdere ongegronde wrakingsverzoeken. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.