6.2Op grond van artikel 7:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt een bestuursorgaan belanghebbenden in de gelegenheid gehoord te worden voordat het bestuursorgaan op het bezwaar beslist.
7. Niet in geschil is dat eiser in de bezwaarfase niet in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord over de voorgenomen wijziging van de beoordeling en de nieuw geduide functies. Tevens staat vast dat zich geen van de situaties van artikel 7:3 van de Awb heeft voorgedaan. Het horen is een essentieel onderdeel van de bezwaarprocedure. Gelet hierop is het bestreden besluit dan ook in strijd met artikel 7:2, eerste lid, van de Awb genomen. Deze beroepsgrond slaagt. Het beroep is gegrond en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen.
8. De rechtbank ziet geen aanleiding om te onderzoeken of de rechtsgevolgen van het te vernietigen bestreden besluit in stand kunnen worden gelaten. Evenmin ziet de rechtbank aanleiding - gelet op het nader te verrichten onderzoek door verweerder - om toepassing van de bestuurlijke lus. De rechtbank zal verweerder daarom opdragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van hetgeen hierna onder 9 wordt overwogen. Aan een bespreking van de overige beroepsgronden komt de rechtbank niet toe.
9. Met het oog op het nieuwe besluit dat verweerder ter uitvoering van deze uitspraak moet nemen overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is de rechtbank voorshands niet overtuigd van de juistheid van de medische grondslag van het bestreden besluit. Zo is onduidelijk of eiser op de datum in geding, 11 december 2019, nog in behandeling was voor zijn psychische problematiek. Dit dient nader door verweerder te worden onderzocht. Hiervoor zal eventueel nadere informatie moeten worden opgevraagd bij de behandelaars van eiser. Voorts heeft gemachtigde van eiser ter zitting nadrukkelijk verzocht om in het onderzoek de onder de tractusanamnese genoemde COPD, ADHD, hyperacusie en tinnitus mee te nemen. Ook de persisterende somatisatiestoornis in combinatie met het post-whiplashsyndroom en ADHD zijn aspecten waar nader onderzoek naar dient te worden verricht. Aan de hand van dit aanvullend onderzoek zal verweerder duidelijk en inzichtelijk moeten motiveren waarom eiser met ingang van 11 december 2019 op verschillende aspecten, zoals de urenbeperking, vergeleken met de periode daarvóór, toegenomen belastbaar wordt geacht.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van
€ 748,- en wegingsfactor 1).