ECLI:NL:RBDHA:2021:14431

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2021
Publicatiedatum
24 december 2021
Zaaknummer
C/09/622534 FA RK 21-8567
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling huwelijkse gemeenschap na echtscheiding met verzoekschriftprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2021 een beschikking gegeven in een verzoek tot verdeling van de huwelijkse gemeenschap na een echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Deliran, heeft verzocht om de verdeling van de gemeenschap van goederen, nadat de echtscheiding in 2009 was ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.F. Delfgauw, is als belanghebbende aangemerkt.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijbehorende stukken. De vrouw stelde dat de verdeling van de huwelijkse gemeenschap bij verzoekschrift kon worden ingeleid, verwijzend naar de Memorie van Toelichting op artikel 1:135 BW. Ze betoogde dat een verzoekschriftprocedure voordelen biedt, zoals een lagere griffierecht en behandeling door de familiekamer.

De rechtbank oordeelde echter dat de verdeling van de huwelijkse gemeenschap met een dagvaarding dient te worden ingeleid, zoals bepaald in artikel 3:185 BW en de artikelen 677 en verder van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Aangezien er geen echtscheidingsprocedure meer aanhangig is, moet de procedure tot verdeling bij dagvaarding worden ingeleid. De rechtbank heeft het verzoek daarom verwezen naar het team handelsrecht van de sector civiel en de vrouw bevolen om binnen tien dagen een exploot met de beschikking aan de man te betekenen en hem op te roepen voor een roldatum binnen veertien dagen daarna.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 23 december 2021, in aanwezigheid van griffier E. Verweij-Steen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-8567
Zaaknummer: c/09/622534
Datum beschikking: 23 december 2021

Beschikking op het op 12 oktober 2021 ingekomen verzoek van:

[X] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Deliran, te Den Haag.
waarin als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. L.F. Delfgauw te Delft.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, strekkende tot verdeling van de gemeenschap van goederen en de brief van 8 december 2021 van mr. Deliran.

Beoordeling

Partijen zijn gehuwd geweest in algehele gemeenschap van goederen. De echtscheidingsbeschikking is op [datum inschrijving echtscheiding] 2009 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] . In die echtscheidingsbeschikking heeft de rechtbank de verdeling bevolen ten overstaand van een notaris met benoeming van onzijdige personen.
De vrouw stelt zich op het standpunt dat de verdeling van de huwelijkse gemeenschap bij verzoekschrift kan worden ingeleid. Ze verwijst naar de Memorie van Toelichting op artikel 1:135 BW (Kamerstukken II 2000/01, 27554, nr. 3, p. 19). Een verzoekschriftprocedure heeft naar de mening van de vrouw veel voordelen voor partijen omdat de zaak door de familiekamer behandeld wordt en er een aanzienlijk lager griffierecht geldt.
Anders dan de vrouw stelt, dient het verzoek tot verdeling met een dagvaarding te worden ingeleid. Zowel uit artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als uit de artikelen 677 en verder van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) volgt dat op een verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap de regels van de dagvaardingsprocedure van toepassing zijn. Dit is alleen anders wanneer de verdeling gevraagd wordt als nevenverzoek bij een echtscheiding. De stelling van de vrouw dat de verdeling ook los van een echtscheidingsverzoek met een verzoekschrift kan worden ingeleid berust op een verkeerde lezing van de Memorie van Toelichting.
Vast staat dat het huwelijk van partijen al is ontbonden. Nu er geen echtscheidingsprocedure (meer) aanhangig is, dient de procedure tot verdeling van de gemeenschap te worden ingeleid bij dagvaarding. Op grond van artikel 69, tweede lid, Rv zal de rechtbank het geschil dan ook verwijzen naar het team handelsrecht, sector civiel, van deze rechtbank met bevel aan de vrouw om binnen tien dagen na heden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure een exploot met als bijlage de onderhavige beschikking aan de man te doen betekenen en hem tevens op te roepen voor een binnen veertien dagen daarna gelegen roldatum op een woensdag.

Beslissing

De rechtbank:
verwijst het verzoek naar team handel van de sector civiel van deze rechtbank en beveelt de vrouw binnen tien dagen na heden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure een exploot met als bijlage de onderhavige beschikking aan de man te doen betekenen en hem tevens op te roepen voor een binnen veertien dagen daarna gelegen roldatum (een woensdag).
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 23 december 2021, in tegenwoordigheid van E. Verweij-Steen griffier.