3.6.De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1. zij in de periode van 17 april 2015 tot en met
mei 2015in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt te weten:
‐ een offerte met nr. 150417J ter hoogte van 26.346,56 euro exclusief BTW voor
“Glasbewassing [wijk 1]”, met datum
17april 2015 ( DOC‐215‐15e) en
‐ een offerte met nr. 150417I ter hoogte van 119.954,51 euro exclusief BTW voor
“Schoonmaakonderhoud [wijk 1]”, met datum
17april 2015 ( DOC‐215‐15f) en
‐ een offerte met nr. 150417A ter hoogte van 174.133,57 exclusief BTW voor
“Schoonmaakonderhoud [wijk 2]”, met datum
17april 2015 ( DOC‐215‐15g) en
‐ een offerte met nr. 150417B ter hoogte van 23.138,80 exclusief BTW voor “Glasbewassing [wijk 2]”, met datum
17april 2015 (DOC‐215‐15h) en
‐ een offerte met nr. 150417M ter hoogte van 6.835,85 exclusief BTW voor
“Schoonmaakonderhoud [wijk 3]”, met datum
17april 2015 (DOC‐215‐15i) en
‐ een offerte met nr. 150417N ter hoogte van 466.82 exclusief BTW voor “Glasbewassing [wijk 3]”, met datum
17april 2015 ( DOC‐215‐15j),
hebbende zij, verdachte, en haar mededaders bedragen op deze offertes aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke/werkelijke offertes en deze offertes geantedateerd zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
zij in de periode van 17 april 2015 tot en met
mei 2015in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van genoemde valselijk opgemaakte offertes en deze voorhanden hebben gehad als ware zij echt en onvervalst, terwijl zij wist dat deze geschriften bestemd waren tot zodanig gebruik, bestaande die valsheid hieruit dat bedragen op deze offertes waren aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke/werkelijke offertes en deze offertes en calculaties waren geantedateerd en bestaande dat gebruikmaken hieruit dat zij, verdachte, genoemde offertes heeft doen toekomen aan Vestia;
2. zij in de periode van 31 augustus 2015 tot en met 17 januari 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt te weten
‐ meerdere facturen telkens op naam van [medeverdachte 9] (verder: [medeverdachte 9]) gericht aan [verdachte]/ter attentie van [medeverdachte 2], (DOC‐103‐1 tot en met DOC 103‐13) en
‐ meerdere facturen telkens op naam van [bedrijf 4]
gericht aan [medeverdachte 6], (DOC 078a, DOC‐080a/c, DOC‐085‐2, ‐4, en ‐6; DOC en DOC 099‐1 tot en met DOC 099‐19),
hebbende zij, verdachte, en haar mededaders op die facturen valselijk in strijd met de waarheid werkzaamheden vermeld, die in werkelijkheid niet of niet in die omvang waren verricht, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
zij in de periode van 31 augustus 2015 tot en met 17 januari 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk genoemde valselijk opgemaakte facturen voorhanden heeft gehad als ware zij echt en onvervalst, terwijl zij wist dat deze geschriften bestemd waren om te gebruiken als zijnde echt en onvervalst, bestaande die valsheid hieruit dat op deze facturen werkzaamheden waren vermeld die in werkelijkheid niet of niet in die omvang waren verricht.
3. zij in de periode van 6 januari 2015 tot en met 7 november 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, aan [medeverdachte 4], geboren [geboortedatum medeverdachte 4] te [geboorteplaats medeverdachte 4], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als (senior) vastgoedbeheerder bij Vestia, en aan [medeverdachte 5], geboren [geboortedatum medeverdachte 5] te [geboorteplaats medeverdachte 5], anders dan als ambtenaar werkzaam zijnde in dienstbetrekking als medewerker sociaal beheer bij Vestia, naar aanleiding van hetgeen die [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5], in strijd met hun plicht in hun betrekkingen hebben gedaan een belofte, te weten de toezegging/instemming om, via [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] en [bedrijf 5] en [bedrijf 4], die [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] geldbedragen te betalen, en giften van in totaal 362.586,49 euro, bestaande uit
‐ (via [medeverdachte 9]) 101.068,88 + 17.661,16 = 118.730,04 euro (AMB 112, p. 1875 en AMB 125, p.1939) en
‐ (via [bedrijf 5]) 4.746,92 + 1.488,80 = 6.235,72 euro (AMB 112, p. 1875 en AMB‐125, p. 1940) en
‐ (via[bedrijf 4]:) 237.620,73 euro ( AMB 140, p. 2032)
door tussenkomst van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] en [bedrijf 4],
heeft gedaan, van die aard en onder zodanige omstandigheden dat zij, verdachte, redelijkerwijs had moeten aannemen dat deze [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] hadden gehandeld of zouden handelen in strijd met hun plicht;
4. zij in de periode van omstreeks 6 januari 2015 tot en met 7 november 2018 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermaals, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, Vestia heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het aangaan van een schuld, hebbende zij, verdachte, en haar mededaders, telkens met betrekking tot de gunning door Vestia van meerdere opdrachten voor schoonmaakonderhoud en glasbewassing,
‐ op of omstreeks 1 mei 2015 een offerte en een calculatie verzonden en doen toekomen aan Vestia, welke waren aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke/werkelijke offerte en calculatie van haar, verdachte, en was geantedateerd en waarin een bedrag was vermeld waarover vooraf afstemming had plaatsgevonden tussen haar, verdachte, en haar mededaders en
‐ uit hoofde van hun dienstbetrekkingen van senior vastgoedbeheerder en medewerker sociaal beheer in een memo gedateerd 8 mei 2015 (DOC‐215‐18b, ‐c en –d), gericht aan het MT Hilledijk van Vestia, de prijzen van alle deelnemende partijen vermeld en selectiecriteria vermeld, en drie partijen (te weten [medeverdachte 10], [bedrijf 3] en [medeverdachte 8]) de hoogste scores toegekend, en die memo verzonden/doen toekomen aan de manager sociaal beheer & leefomgeving en andere medewerkers van Vestia en
‐ aldus de opdrachten, wat betreft de wijken [wijk 1], [wijk 2] en [wijk 3], doen/laten gunnen aan haar, verdachte, althans het managementteam van Vestia geadviseerd/aangestuurd om de opdrachten in genoemde wijken te gunnen aan haar, verdachte en
‐ facturen gezonden aan en ingediend bij Vestia en
‐ telkens tegenover Vestia verzwegen en verborgen gehouden dat er met betrekking tot de (overeengekomen en gefactureerde) vergoedingen voor het verrichten van werkzaamheden of diensten ten behoeve van Vestia door haar, verdachte, een (verborgen of verzwegen) vergoeding en betaling aan [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] was inbegrepen en overeengekomen, waardoor Vestia werd bewogen tot
het aangaan vaneen schriftelijke "Onderhoudsovereenkomst voor contractonderhoud Schoonmaak onderhoud” d.d. 20‐05‐2015 (DOC‐215‐21) voor de aanneemsom van 351.707,21 euro exclusief BTW en tot afgifte van een geldbedrag van in totaal 351.707,21 euro exclusief BTW.
5. zij in de periode vanaf 1 juli 2015 tot en met 30 oktober 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, van een geldbedrag, te weten een geldbedrag van in totaal 362.586,49 euro, namelijk
‐ (via [medeverdachte 9]) 101.068,88 + 17.661,16 = 118.730,04 euro (AMB 112, p. 1875 en AMB 125, p.1939) en
‐ (via [bedrijf 5]) 4.746,92 + 1.488,80 = 6.235,72 euro (AMB 112, p. 1875 en AMB‐125, p. 1940) en
‐ (via[bedrijf 4]:) 237.620,73 euro ( AMB 140, p. 2032)
heeft omgezet, terwijl zij, verdachte, en haar mededaders wisten dat bovenomschreven voorwerpen ‐ onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl zij, verdachte, en haar mededaders van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.