ECLI:NL:RBDHA:2021:14379

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
C/09/597041 / FA RK 20-5050
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een in Zwitserland totstandgekomen geslachtsnaamwijziging en de toepassing van artikel 10:24 BW

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 november 2021 uitspraak gedaan over de erkenning van een in Zwitserland totstandgekomen geslachtsnaamwijziging van drie verzoekers, die zowel de Zwitserse als de Nederlandse nationaliteit bezitten. De verzoekers hadden een beschikking van het Zwitserse Justiz- und Sicherheitsdepartement ontvangen, waarin werd bepaald dat zij de familienaam van hun moeder mochten gebruiken. De ambtenaar van de burgerlijke stand in 's-Gravenhage weigerde echter om deze wijziging te erkennen en te verwerken in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand, wat leidde tot het indienen van een verzoekschrift door de verzoekers.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat de verzoekers de Nederlandse nationaliteit bezitten. De ontvankelijkheid van het verzoek werd bevestigd, aangezien het verzoek tijdig was ingediend. De rechtbank heeft vervolgens de inhoudelijke beoordeling van de zaak uitgevoerd, waarbij de verzoekers zich beroepen op artikel 10:24 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat de erkenning van in het buitenland tot stand gekomen wijzigingen van de geslachtsnaam regelt. De rechtbank oordeelde dat de geslachtsnaamwijziging in Zwitserland niet kan worden gekwalificeerd als een wijziging in de persoonlijke staat van de verzoekers, en dat artikel 10:24 BW niet van toepassing is.

De rechtbank concludeerde dat Zwitserland geen partij is bij de Overeenkomst van Istanbul, waardoor erkenning op basis van deze overeenkomst niet mogelijk is. De rechtbank wees ook op de noodzaak van rechtszekerheid en hanteerbaarheid in de Nederlandse registers, en concludeerde dat de verzoekers niet in hun verzoek konden worden ontvangen. De rechtbank heeft de verzoeken afgewezen en bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-5050
Zaaknummer: C/09/597041
Datum beschikking: 24 november 2021

Erkenning buitenlandse geslachtsnaamwijziging

Beschikking op het op 30 juli 2020 ingekomen verzoekschrift van:

[X] ,

wonende te [woonplaats 1] , Zwitserland,
en
[Y] ,
wonende te [woonplaats 2] , Zwitserland,
en
[YY]
wonende te [woonplaats 3] , Zwitserland,
hierna tezamen: verzoekers,
advocaat verzoekers: mr. A.R. van Maas de Bie te Helmond.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,
zetelend te 's-Gravenhage,
hierna te noemen: de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • de brief van 9 september 2020 van de ambtenaar;
  • de brief van 26 oktober 2020 namens verzoekers;
  • het verweerschrift van 3 november 2020, met bijlage, van de ambtenaar;
  • de brief van 5 november 2020 namens verzoekers;
  • de brief van 12 november 2020, met bijlage, namens verzoekers;
  • de brief van 26 november 2020 van de ambtenaar;
  • het bericht van 27 september 2021 namens verzoekers;
  • het F9-formulier van 5 oktober 2021, met bijlagen, namens verzoekers.
Op 20 oktober 2021 is de zaak ter zitting van deze rechtbank met gesloten deuren behandeld door middel van een videoverbinding (Skype for Business). Hierbij zijn digitaal verschenen: de moeder van verzoekers met de advocaat van verzoekers, en de ambtenaar in de persoon van [ambtenaar]
Verzoekers hebben hun moeder gemachtigd om hen ter zitting te vertegenwoordigen.

Feiten

  • [X] is geboren op [geboortedatum 1] 1998 te [geboorteplaats 1] , Zwitserland.
  • [Y] is geboren op [geboortedatum 2] 1999 te [geboorteplaats 2] , Zwitserland.
  • [YY] is geboren op [geboortedatum 3] 2002 te [geboorteplaats 3] , Zwitserland.
  • De ouders van verzoekers zijn [moeder] en [vader] .
  • Verzoekers dragen de geslachtsnaam [geslachtsnaam vader] .
  • Verzoekers hebben allen zowel de Zwitserse als de Nederlandse nationaliteit.
  • Op 21 juni 2019 heeft het ‘Justiz- und Sicherheidsdepartment’ van het kanton [plaatsnaam] , Zwitserland, bepaald dat verzoekers de familienaam “ [geslachtsnaam moeder] ” mogen gebruiken.
  • Bij brief van 26 juni 2020 heeft de ambtenaar het verzoek om de in Zwitserland gewijzigde geslachtsnaam van verzoekers te verwerken op de in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand ingeschreven geboorteakten geweigerd.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt tot:
  • erkenning van de beschikking van de Zwitserse rechter van 21 juni 2019, waarin de geslachtsnaam van verzoekers is gewijzigd;
  • het gelasten van de ambtenaar binnen 8 dagen na wijzen van de beschikking dan wel binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, over te gaan tot inschrijving van de geslachtsnaamwijziging op de geboorteakte van verzoekers;
  • veroordeling van de ambtenaar in de werkelijke proceskosten van het geding, thans begroot op € per maand, dan wel een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, zulks met bepaling dat over die proceskostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn, indien niet binnen 14 dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking aan de veroordeling is voldaan tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeling van de ambtenaar in de nakosten, conform het liquidatietarief begroot op € 131,-, dan wel in het geval van betekening € 199,-;
  • uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de proceskostenveroordeling.
De ambtenaar heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Rechtsmacht
Omdat verzoekers de Nederlandse nationaliteit hebben is de zaak voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden en heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3, aanhef en onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 1:27 van het Burgerlijk Wetboek (BW) hebben, naar aanleiding van een besluit van een ambtenaar van de burgerlijke stand om op grond van artikel 1:18c of 1:20c BW te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken, een latere vermelding aan een akte toe te voegen of, buiten het geval van stuiting van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap en dat van afgifte van een afschrift of een uittreksel, aan een verrichting mee te werken, belanghebbende partijen de bevoegdheid zich binnen zes weken na de verzending van dat besluit bij verzoekschrift te wenden tot de rechtbank, binnen welk rechtsgebied de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen. De brief van de ambtenaar met het weigeringsbesluit dateert van 26 juni 2020. Verzoekers hebben hun verzoek op 30 juli 2020 bij de rechtbank ingediend. Het verzoek is dus tijdig ingediend, en verzoekers zijn dan ook ontvankelijk in hun verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
Standpunt van verzoekersVerzoekers zijn van mening dat de Zwitserse beschikking voor erkenning in aanmerking komt op grond van artikel 10:24 BW. Er wordt weliswaar strikt bezien niet voldaan aan de voorwaarden voor erkenning die dat artikel stelt, nu er geen sprake is van een wijziging in de persoonlijke staat van verzoekers, maar in de literatuur wordt verdedigd dat ook andere geslachtsnaamwijzigingen onder de erkenningsregel van artikel 10:24 BW kunnen vallen. Artikel 10:24 BW zou analoog moeten worden toegepast op de erkenning van buitenlandse naamswijzigingen die niet samenhangen met geboorte of een wijziging in de persoonlijke staat. Aan de procedurele voorwaarden voor de erkenning is voldaan.
Verzoekers wijzen verder op de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 14 oktober 2008, C-353/06 (Grunkin-Paul), waaruit blijkt dat het weigeren van een dergelijke erkenning in strijd kan komen met het vrij verkeer van personen binnen de EU. Zwitserland is geen lidstaat van de EU, maar de belemmeringen zijn soortgelijk, aldus verzoekers. Verzoekers zijn nog nauw verbonden met Nederland en reizen ook heen een weer naar familie. Mogelijk gaan zij in de toekomst studeren en/of wonen in Nederland. Artikel 10:24 BW is bovendien niet beperkt tot EU lidstaten.
Verzoekers pleiten voor reflexwerking van het EU recht.
Tot slot wijzen verzoekers op de commuun erkenningsrecht.
Standpunt van de ambtenaar
De ambtenaar van de burgerlijke stand benadrukt dat het Nederlandse recht van toepassing is op de naam. Aan dit uitgangspunt liggen beginselen van rechtszekerheid en hanteerbaarheid ten grondslag. De toepassing van artikel 10:24 BW is beperkt tot in het buitenland tot stand gekomen wijzigingen in de persoonlijke staat van betrokkenen. Daarmee wordt verstaan wijzigingen in de wettelijke relatie tussen twee personen die gevolgen hebben voor de geslachtsnaam of voornamen van personen. De ambtenaar verwijst voor een nadere invulling van dit begrip naar de officiële mededeling van de Commissie van Advies voor zaken betreffende de burgerlijke staat en nationaliteit 1/2011. De wijziging van de geslachtsnaam van verzoekers is geen gevolg van een wijziging van hun persoonlijke staat. Artikel 10:24 BW kan hier dan ook geen toepassing vinden. Een erkenning in andere gevallen dan vermeld in artikel 10:24 BW, of naar analogie daarvan, acht de ambtenaar niet aan de orde. Van een consensus daarover in de literatuur en rechtspraak is geen sprake. Een beroep op de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie faalt, aangezien Zwitserland geen lidstaat van de EU is. Verzoekers worden gewezen op het Besluit geslachtsnaamswijziging. Ter zitting wees de ambtenaar erop dat de naamwijziging in Zwitserland wellicht tot stand is gekomen door een administratieve autoriteit, en daarmee niet via een rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Zwitserland is geen partij bij de Overeenkomst inzake veranderingen van geslachtsnamen en voornamen, Istanbul 4 april 1958. Een erkenning op grond van deze Overeenkomst is dan ook niet mogelijk.
Daarmee ligt de vraag voor of aan de voorwaarden van artikel 10:24 BW wordt voldaan.
Artikel 10:24 lid 1 BW bepaalt dat indien de geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd en zijn neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland worden erkend. De erkenning kan niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.
De rechtbank is van oordeel dat de in Zwitserland tot stand gekomen geslachtsnaamwijziging is neergelegd in een akte die overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt. Voor zover de ambtenaar van mening is dat aan de procedurele vereisten van artikel 10:24 BW niet is voldaan, faalt dit verweer.
Artikel 10:24 BW is geformuleerd teneinde de erkenning van in het buitenland vastgestelde wijzigingen van de geslachtsnaam te regelen. Dit artikel ziet slechts op situaties waar de geslachtsnaam is vastgesteld of gewijzigd (1) ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland of (2) als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat. Een wettelijke definitie van het begrip persoonlijke staat is niet gegeven. De rechtbank sluit voor de invulling van dit begrip aan bij hetgeen de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit op 7 juni 2011 heeft neergelegd in haar Officiële mededeling nr. 1/2011 inzake de registratie van wijziging van de geslachtsnaam in het buitenland door huwelijk of andere wijziging van de burgerlijke staat in het buitenland. Daarin is aangegeven dat een wijziging van de geslachtsnaam als gevolg van een verandering in de persoonlijke staat in het buitenland – bijvoorbeeld een huwelijk, maar ook een geregistreerd partnerschap, een echtscheiding, een erkenning, een adoptie, een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of een wettiging zonder erkenning, vastgelegd in een door een bevoegde instantie opgemaakte akte, in Nederland wordt erkend.
De rechtbank overweegt dat het gebruik van het woord ‘bijvoorbeeld’ voorafgaand aan de opsomming de mogelijkheid openhoudt dat ook andere wijzigingen van de geslachtsnaam als opgesomd onder de reikwijdte van het begrip ‘wijzigingen in de persoonlijke staat’ kunnen vallen. Duidelijk is evenwel dat dit begrip slechts ziet op wijzigingen in de wettelijke relatie tussen personen; een wijziging in de familierechtelijke betrekking.
In casu is daarvan geen sprake. Verzoekers zijn door geboorte in een familierechtelijke betrekking komen te staan met hun vader. De naamswijziging in Zwitsersland doet daaraan niet af. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de enkele geslachtsnaamwijziging van verzoekers in Zwitserland niet als wijziging in de persoonlijke staat kan worden gekwalificeerd. Dit betekent dat de situatie van verzoekers niet valt onder het bereik van artikel 10:24 lid 1 BW.
De rechtbank ziet in het door verzoekers gestelde geen grond voor een analoge toepassing van artikel 10:24 BW op de erkenning van buitenlandse naamswijzigingen die niet samenhangen met geboorte of een wijziging in de persoonlijke staat. Hoewel in de literatuur daarvoor een enkele maal wordt gepleit, heeft deze extensieve interpretatie van de reikwijdte van artikel 10:24 BW (op een enkele uitzondering na) geen weerslag gevonden in de Nederlandse jurisprudentie. De rechtbank ziet ook nu geen aanleiding om in dit geval voor een ruimere toepassing van artikel 10:24 BW te kiezen. Het toestaan van geslachtsnaamwijzigingen ex artikel 10:24 BW die niet voortkomen uit een wijziging van de persoonlijke staat van een verzoeker, zet de deur open naar een breed scala aan verzoeken die daarmee mogelijk de uitgangspunten van de Nederlandse registers aantasten: rechtszekerheid en hanteerbaarheid.
Verzoekers beroepen zich verder op aangevoerde de jurisprudentie van het Europees Hof (C-148/02 ECLI:EU:2003:539 Garcia Avello, en C-353/06, ECLI:EU:C:2008:559 Grunkin-Paul). Hoewel Zwitserland geen lidstaat is van de Europese Unie, menen verzoekers dat zij rechten kunnen ontlenen aan deze uitspraken. In hetgeen verzoekers hebben aangevoerd ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat, kort gesteld, het recht op vrij verkeer van personen van verzoekers wordt aangetast. Verzoekers verblijven in Zwitserland en zijn kennelijk uitsluitend in Zwitserland onder de geslachtsnaam [geslachtsnaam moeder] geregistreerd.
Met hun verzoek om reflexwerking toe te kennen aan de jurisprudentie van het Europees Hof betogen verzoekers kennelijk dat een ‘open norm’ die in de voornoemde uitspraken is neergelegd reflecteerd op de Nederlandse verhoudingen en daarmee, in redelijkheid en billijkheid, overeenkomstig dient te worden toegepast. Om welke open norm het hier handelt is door verzoekers niet nader toegelicht. Voor zover hier wordt verwezen naar de (zeer brede) norm dat verzoekers gebruik moeten kunnen maken van een onbeperkt recht op vrij verkeer tussen Zwitserland en Nederland, faalt ook dit verzoek. De beginselen van het vrij verkeer van personen binnen de Unie kunnen niet eenvoudig en eenzijdig worden geëxporteerd naar landen buiten de Unie, in casu naar Zwitserland. Bovendien wordt dit beginsel in detail geregeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Publicatieblad Nr. L 114 van 30/04/2002). De rechtbank overweegt verder dat het verschil in geslachtsnamen van verzoekers, door verzoekers zelf teweeg is gebracht. Daarmee komt de vraag op of de door verzoekers ervaren beperking in hun vrij verkeer van personen, niet door verzoekers zelf gekozen is. Los daarvan staat via het Besluit geslachtsnaamswijziging een route voor verzoekers open om de geslachtsnaamwijziging te ook in Nederland te realiseren, en daarmee de ervaren beperkingen op te heffen.
Ook het beroep op toepassing van het commuun erkenningsrecht strandt.
Een erkenning van het Zwitserse vonnis langs de lijnen van artikel 431 Rv, zal uitsluitend ten gevolge kunnen hebben dat de geslachtsnaamwijzigingen zoals zij geregistreerd staan in Zwitserland worden erkend. Daarmee bereiken verzoekers niet de gewenste geslachtsnaamwijziging in de Nederlandse registers.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verzoeken afwijzen.
Geslachtsnaamswijziging
In het verzoekschrift hebben verzoekers nog opgemerkt dat zij subsidiair verzoeken de geslachtsnaam te wijzigen in [geslachtsnaam moeder] . Dit verzoek is evenwel niet opgenomen in het petitum, omdat verzoekers een nadere termijn wensen om het verzoek te onderbouwen mede gelet op de hoge(re) kosten van dit verzoek.
De rechtbank merkt hierover op, zoals door de ambtenaar reeds aangegeven, dat verzoekers een aanvraag voor een wijziging van de geslachtsnaam kunnen indienen bij Justis. Deze procedure verloopt dus niet via de rechtbank.
Kostenveroordeling
Nu het verzoek zal worden afgewezen, ziet de rechtbank geen aanleiding om de ambtenaar in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank zal daarom de proceskosten compenseren als na te melden.

Beslissing

De rechtbank:
*
wijst de verzoeken af;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.W. de Wit, rechter, tot stand gekomen in samenwerking met mr. M.I. Noordegraaf, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 november 2021.