ECLI:NL:RBDHA:2021:14249

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
C/09/588238 / HA ZA 20-155
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake deskundigenonderzoek bij vermeende gebreken aan een nieuwbouw woning

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is op 22 december 2021 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tussen Gouwe Bouw B.V. en [gedaagde sub 1 c.s.]. De rechtbank heeft in dit vonnis de benoeming van twee deskundigen bevolen om vermeende gebreken aan een nieuwbouw woning te onderzoeken. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 1 september 2021, waarin de rechtbank al had aangekondigd een deskundigenbericht te zullen bevelen. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de rechtbank om deskundigen te benoemen en op de vragen die aan hen gesteld zullen worden.

De rechtbank heeft twee deskundigen benoemd: Dhr. ing. J. Nagtegaal, gespecialiseerd in muurconstructies en stucwerk, en Mr. Ing. E.R.C. van Toorenburg, gespecialiseerd in warmtepompinstallaties en luchtdoorlatendheid. De rechtbank heeft de deskundigen specifieke vragen voorgelegd die zij moeten beantwoorden in hun rapport. Tevens is er een voorschot op de kosten van de deskundigen vastgesteld, dat door de partijen moet worden betaald in een bepaalde verhouding. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen en dat niet-naleving van deze verplichting gevolgen kan hebben voor de uitkomst van de procedure.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundigen binnen een bepaalde termijn hun rapport moeten opstellen en dat partijen de gelegenheid krijgen om op het concept van het rapport te reageren. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de zaak zal op een later moment verder worden behandeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/588238 / HA ZA 20-155
Vonnis van 22 december 2021
in de zaak van
GOUWE BOUW B.V.te Moordrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. D.M. Uithol te Rotterdam,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2],
te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J. Biemond te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Gouwe en [gedaagde sub 1 c.s.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 september 2021;
  • de akte van 27 oktober 2021 van Gouwe;
  • de akte van 27 oktober 2021 van [gedaagde sub 1 c.s.] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie en reconventie

2.1.
In het tussenvonnis van 1 september 2021 heeft de rechtbank aangekondigd een deskundigenbericht te zullen bevelen. Het eerder aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen.
2.2.
Partijen zijn na het tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de rechtbank om twee deskundigen te benoemen, en ook op de vragen die de rechtbank aan de deskundigen wil stellen.
Twee deskundigen van lijst rechtbank
2.3.
Partijen zijn het niet eens over hoeveel deskundigen de rechtbank zou moeten benoemen. Gouwe denkt dat twee deskundigen volstaan. [gedaagde sub 1 c.s.] vreest dat er geen deskundige is op het gebied van betonconstructies én stucwerk, en ook geen deskundige op het gebied van warmtepompinstallaties én energiebesparende maatregelen in woningen.
2.4.
De rechtbank heeft in de deskundigenindex van de Rechtspraak twee deskundigen gevonden die wel over de gewenste combinaties van kennis en ervaring beschikken. Om de logistiek en kosten in deze zaak proportioneel te houden, verdient de benoeming van twee deskundigen de voorkeur boven de benoeming van vier deskundigen. De rechtbank zal daarom de twee hierna vermelde deskundigen benoemen.
2.5.
De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
Vragen aan deskundigen
2.6.
De rechtbank heeft kennis genomen van de tekstvoorstellen van partijen. Zij neemt die inhoudelijk over, maar heeft de bewoordingen aangescherpt. Enkele van de door [gedaagde sub 1 c.s.] voorgestelde vragen waren namelijk leidende vragen; andere waren geen vragen maar mededelingen.
2.7.
De rechtbank zal de deskundigen de volgende vragen stellen:
Vragen aan Dhr. ing. J. Nagtegaal NIVRE-re FUEDI-ELAE:
(muurconstructie en stucwerk)
a. Zijn de binnen- en buitenmuren van de woning volgens u deugdelijk geconstrueerd, dus zowel vakkundig als conform de aannemingsovereenkomst [1] ? Kunt u uitleggen waarom wel/niet?
Wat is volgens u de oorzaak van de scheurvorming in, algvorming op, en het afbrokkelen van de binnen- en buitenmuren van de woning?
Is het stucwerk volgens u deugdelijk uitgevoerd, dus zowel vakkundig als conform de aannemingsovereenkomst [2] ? Kunt u uitleggen waarom wel/niet?
Indien u constateert dat de muren en/of het stucwerk niet deugdelijk zijn opgeleverd:
op welke wijze kunnen de door u geconstateerde gebreken worden hersteld?
kunt u een inschatting maken van de volgens u redelijkerwijs te maken herstelkosten, waar realistisch rekening houdend met een correctie vanwege “nieuw voor oud”?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de beoordeling van de deugdelijkheid van de muurconstructie en het stucwerk?
Vragen aan Mr. Ing. E.R.C. van Toorenburg:
(warmtepompinstallatie, luchtdoorlatendheid woning en extra stookkosten)
Is het mogelijk om een warmtepompsysteem te combineren met een open haard, en zo ja: is dit in de woning op een juiste manier gedaan?
Is het warmtepompsysteem volgens u deugdelijk geconstrueerd, dus zowel vakkundig als conform de geldende regelgeving en de aannemingsovereenkomst [3] ? Kunt u uitleggen waarom wel/niet?
Kunt u in uw antwoord ingaan op de geschiktheid van (het buffervat in) het warmtepompsysteem om de woning te koelen?
Kunt u ook ingaan op de kwaliteit en de geschiktheid van de slangen die in het warmtepompsysteem van de woning zijn gebruikt, en de geschiktheid van de plaatsen waar die slangen zich bevinden?
Wat is volgens u de Qv10 waarde van de woning? (graag met berekening)
Zijn het ventilatiesysteem en de isolatie van de woning volgens u deugdelijk geconstrueerd, dus zowel vakkundig als conform de geldende regelgeving en de aannemingsovereenkomst [4] ? Kunt u uitleggen waarom wel/niet?
Kan het hebben van verschillende ventilatiesystemen in het huis en de uitbouw volgens u tocht veroorzaken? Zo ja, is daar volgens u sprake van in de woning?
Indien u constateert dat er sprake is van (een of meerdere) gebreken aan de warmtepompinstallatie of in de luchtdoorlatendheid van de woning:
Kunt u aangeven wat deze gebreken precies betekenen voor het energiegebruik en energieverlies in de woning?
Op welke wijze kunnen de door u geconstateerde gebreken worden hersteld?
Kunt u een inschatting maken van de volgens u redelijkerwijs te maken herstelkosten, waar realistisch rekening houdend met een correctie vanwege “nieuw voor oud”?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de beoordeling van de deugdelijkheid van de warmtepompinstallatie en de luchtdoorlatendheid van de woning, en bij de hoogte van de stookkosten?
Betalen voorschot
2.8.
In de vorige beslissing is al aangekondigd dat het voorschot op de kosten van de deskundigen voorlopig – in afwachting van het eindvonnis – voor 3/5 deel door [gedaagde sub 1 c.s.] en voor 2/5 deel door Gouwe moet worden betaald. De werkwijze voor het overmaken van het voorschot wordt hierna beschreven in rechtsoverwegingen 3.3 tot en met 3.5.
Verdere gang van zaken
2.9.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.10.
Gouwe heeft aangegeven over alle in rechtsoverwegingen 4.63 en 4.64 van het tussenvonnis van 1 september 2021 bedoelde informatie te beschikken. Zij dient deze informatie binnen twee weken na dit vonnis aan de deskundigen toe te sturen, met afschrift aan [gedaagde sub 1 c.s.] . De
time lapsefoto’s zijn voor dhr. Nagtegaal en de overige informatie voor dhr. Van Toorenburg.
Wanneer een partij – op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief – schriftelijke opmerkingen, nadere informatie of verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, dient zij daarvan direct afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.11.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.12.
De rechtbank zal de onder de beslissing vermelde deskundigen benoemen en de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1.
beveelt een onderzoek door twee deskundigen ter beantwoording van de in rechtsoverweging 2.7 vermelde vragen;
3.2.
benoemt tot deskundigen:
1)
Dhr. ing. J. Nagtegaal NIVRE-re FUEDI-ELAE,
correspondentieadres: [adres 1a] ,
bezoekadres: [adres 1b] ,
telefoon: [telefoonnummer 1] ,
fax: [faxnummer] ,
emailadres: [emailadres 1] ;
2)
Mr. Ing. E.R.C. van Toorenburg,
Bezoek- en correspondentieadres: [adres 2] ,
telefoon: [telefoonnummer 2] ,
emailadres: [emailadres 2] ;
het voorschot
3.3.
begroot het voorschot:
  • op de kosten van het door dhr. Nagtegaal op te stellen deskundigenbericht op € 4.235,00 inclusief btw, uitgaande van een tijdsbesteding van ongeveer 24 uur tegen een uurtarief van € 145 exclusief btw per uur; en
  • op de kosten van het door dhr. Van Toorenburg op te stellen deskundigenbericht op € 4.520,00 exclusief btw, gebaseerd op de aan dit vonnis gehechte indicatie (
  • partijen kunnen desgewenst
  • indien geen of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen reeds nu vastgesteld op het door de deskundigen begrote bedrag;
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing;
3.4.
bepaalt dat [gedaagde sub 1 c.s.] 3/5 deel en Gouwe 2/5 deel van het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundigen onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat Gouwe haar procesdossier en de in rechtsoverweging 2.10 bedoelde informatie in afschrift aan de deskundigen dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundigen het onderzoek zelfstandig zullen instellen op de door de deskundigen in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundigen er op dat:
  • de deskundigen voor aanvang van het onderzoek dienen kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen,
  • de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundigen dit onderzoek niet mogen uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundigen hierop hebben gereageerd,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundigen dienen te verstrekken indien dezen daarom verzoeken, de deskundigen toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundigen ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundigen op om partijen
uiterlijk tien weken na het schriftelijk berichtvan de griffier omtrent de betaling van het voorschot een concept deskundigenbericht te doen toekomen;
  • beveelt partijen om eventuele opmerkingen op het conceptbericht
  • draagt de deskundigen op om hun definitieve bericht
3.11.
wijst de deskundigen er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
  • de deskundigen een concept van het rapport aan partijen moeten toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundigen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundigen in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundigen daarop moeten vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundigen nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundigen geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
6 april 2022,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Gouwe op een termijn van vier weken,
3.15.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Harmsen en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2021 door mr. D. Nobel, rolrechter. [5]

Voetnoten

1.Zie productie 5 bij de dagvaarding + productie A-02 bij de conclusie van antwoord + productie 4 bij de schriftelijke toelichting van Gouwe.
2.Zie productie A-02 bij de conclusie van antwoord, “Bijlage 1: Afwerkstaat”.
3.Zie producties 5 en 15 bij de dagvaarding + productie A-02 bij de conclusie van antwoord.
4.Zie producties 5 en 15 bij de dagvaarding + productie A-02 bij de conclusie van antwoord + productie 2 bij de schriftelijke toelichting van Gouwe.
5.type: