ECLI:NL:RBDHA:2021:14247
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot doorhaling akte van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking betreffende niet bestaand huwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 december 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot doorhaling van de akte van inschrijving van een echtscheidingsbeschikking. Verzoeker, die in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente [woonplaats] is geregistreerd, stelde dat de echtscheidingsbeschikking betrekking had op een niet bestaand huwelijk van niet bestaande personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek van de in de echtscheidingsakte genoemde personen is uitgesproken en dat de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand op goede gronden heeft plaatsgevonden, conform artikel 1:163 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De rechtbank heeft de argumenten van verzoeker, die stelde dat hij en [naam] dezelfde persoon zijn, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de akte van inschrijving van de echtscheiding niet ten onrechte in de registers van de burgerlijke stand voorkomt, en dat er geen grond is om de akte door te halen. Het subsidiaire verzoek om de akte van inschrijving nietig te verklaren werd eveneens afgewezen, omdat de wettelijke grondslag hiertoe ontbreekt. De rechtbank concludeert dat de verzoeken van verzoeker worden afgewezen, en dat de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking rechtmatig is gebeurd.