Uitspraak
Rechtbank den haag
- de burgemeester van Den Haag, voor wie als gemachtigden optreden mrs. J.V. de Kort en J. Bootsma;
- Opera I B.V., Opera II B.V. en [belanghebbende sub 3] , voor wie als gemachtigde optreedt: mr. A. de Groot.
Rechtbank Den Haag
Op 20 december 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoeker, die betrokken is in een bestuursrechtelijke procedure tegen de burgemeester van Den Haag, vond de rechter vooringenomen omdat zij een verzoek om het horen van een getuige had afgewezen. Dit verzoek was gedaan in het kader van een beroep tegen een besluit tot het verlenen van nachtontheffingen aan de ondernemer van Zalencentra Opera I en II. Tijdens de zitting op 29 november 2021 had de rechter aangegeven eerst de inhoud van de zaak te willen bespreken voordat zij het verzoek tot het oproepen van een getuige zou behandelen. Verzoeker was van mening dat de afwijzing van zijn verzoek een aanwijzing was voor de vooringenomenheid van de rechter.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De kamer stelde vast dat verzoeker geen concrete bezwaren had aangevoerd tegen de motivering van de beslissing van de rechter. De afwijzing van het verzoek om de getuige te horen werd beschouwd als een processuele beslissing, die geen grond kan vormen voor wraking. De wrakingskamer benadrukte dat wraking geen verkapt rechtsmiddel is en dat de beoordeling van de procedurele beslissing voorbehouden is aan de rechter die met de behandeling van de zaak is belast.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.