ECLI:NL:RBDHA:2021:14230
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake asielaanvraag van een Palestijnse vrouw met Syrische achtergrond
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 december 2021, wordt de asielaanvraag van eiseres, een Palestijnse vrouw van 28 jaar uit Syrië, behandeld. Eiseres heeft asiel aangevraagd in Nederland na haar aankomst vanuit Hongarije, waar zij eerder had gestudeerd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende heeft gemotiveerd of eiseres onder het toepassingsbereik van artikel 1D van het Vluchtelingenverdrag valt. Dit artikel betreft personen die bescherming genieten van de UNRWA, en de rechtbank stelt dat er nader onderzoek moet worden gedaan naar de beëindiging van deze bescherming.
De rechtbank benadrukt dat het aan de verweerder is om aan te tonen dat er geen reëel risico op ernstige schade bestaat bij terugkeer van eiseres naar Syrië, ondanks de onveilige situatie in het land. Eiseres heeft verklaard dat zij vreest voor vervolging door de Syrische autoriteiten vanwege haar connecties met een familielid dat beschuldigd is van terrorisme. De rechtbank concludeert dat de verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat eiseres bij terugkeer geen risico loopt op ernstige schade, en geeft de verweerder de gelegenheid om de gebreken in het besluit te herstellen.
De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor het herstel van de gebreken en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep open tegen deze tussenuitspraak.