ECLI:NL:RBDHA:2021:14221
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verblijfsvergunning voor langdurig verblijvende kinderen onder de Afsluitingsregeling
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 december 2021, wordt de aanvraag van eisers, een broer en zus van Filipijnse nationaliteit, voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen behandeld. De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende overtuigend is en dat er bijzondere omstandigheden zijn die niet zijn meegewogen. Eisers zijn in Nederland geboren en hebben hier hun hele leven doorgebracht, maar hebben nooit een verblijfsvergunning gehad. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het Nederlands belang zwaarder zou moeten wegen dan het belang van eisers om in Nederland te blijven. De rechtbank geeft de staatssecretaris de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen en stelt een termijn van tien weken in.