ECLI:NL:RBDHA:2021:14003

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
17 december 2021
Zaaknummer
C/09/617581 / KG ZA 21-850
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarigen naar Bonaire

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2021, is een kort geding aan de orde waarin de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.W.J. Govers, toestemming vraagt om met haar kinderen naar Bonaire te reizen. De vader, vertegenwoordigd door mr. G.O. Perquin, heeft geen toestemming gegeven voor deze reis. De voorzieningenrechter, mr. W.G. de Boer, heeft de zitting geleid en na het horen van de standpunten van beide partijen, de zitting tijdelijk geschorst. Na hervatting heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan.

De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn voormalige echtgenoten en hebben samen twee minderjarige kinderen. De kinderen verblijven bij de moeder en er is een zorgregeling vastgesteld. De moeder heeft een verzoek ingediend om met de kinderen van 10 tot en met 31 oktober 2021 naar Bonaire te reizen, wat deels buiten de schoolvakantie valt. De vader heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de voorzieningenrechter heeft overwogen dat de moeder al toestemming had gekregen van de school voor extra verlof en dat er geen negatieve gevolgen voor de kinderen te verwachten zijn.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk de moeder vervangende toestemming verleend om met de kinderen op vakantie te gaan, waarbij de beslissing van de vader wordt vervangen. De vader's verzoek om compensatie van gemiste zorgdagen is afgewezen, omdat de moeder heeft aangegeven bereid te zijn om deze dagen te compenseren. De kosten van de procedure worden door beide partijen zelf gedragen. De voorzieningenrechter heeft de overige vorderingen van de vader afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/617581 / KG ZA 21-850
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 4 oktober 2021
in de zaak van
[eiseres]wonende op een geheim adres,
eiseres,
advocaat mr. L.W.J. Govers te Zoetermeer,
tegen:
[gedaagde]te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. G.O. Perquin te Zoetermeer.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de moeder’ en ‘de vader’.
Aanwezig is mr. W.G. de Boer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. A.W. Spee, griffier.
Verschenen zijn:
  • de moeder in persoon, bijgestaan door mr. Govers voornoemd;
  • de vader in persoon, bijgestaan door mr. Perquin voornoemd.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Vaststaat dat partijen gehuwd zijn geweest en dat zij samen de ouders zijn van de minderjarigen [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2014 te [plaats], en [minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2016 te [plaats] (hierna: de kinderen). Partijen oefenen samen het gezag over de kinderen uit. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder en staan onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. Tevens is een kind-voogd aangesteld.
1.2.
Bij beschikking van 10 november 2020 heeft deze rechtbank – voor zover thans van belang – een zorgregeling vastgesteld inhoudende dat de kinderen bij de vader zullen verblijven eenmaal per twee weken van zaterdag 18:00 uur tot maandag naar school en iedere woensdag van 12:00 uur/uit school tot 16:30 uur. Tevens is een opbouwende vakantieregeling vastgesteld.
1.3.
In deze procedure is tussen partijen in geschil of de moeder buiten de schoolvakanties om met de kinderen naar Bonaire mag reizen om daar de vakantie door te brengen. De vader heeft hiervoor geen toestemming gegeven. Daarnaast twisten partijen over de contacten tussen de vader en de kinderen.
1.4.
De moeder vordert in deze procedure, zakelijk weergegeven, dat aan haar vervangende toestemming wordt verleend om met de kinderen van 10 tot en met 31 oktober 2021 af te reizen naar Bonaire met veroordeling van de vader in de proceskosten.
1.5.
De vader voert verweer tegen deze vordering. Primair concludeert de vader tot afwijzing van de vordering en subsidiair vordert hij de moeder te veroordelen tot medewerking aan het compenseren van de gemiste zorgdagen. Tevens vordert hij in reconventie de moeder te veroordelen tot medewerking aan tweewekelijkse telefonische contacten tussen de vader en de kinderen en te bepalen dat de moeder toestaat dat de kinderen de spullen die zij na de omgang bij de vader willen meenemen, bij haar mogen (blijven) gebruiken.
1.6.
De gevorderde vervangende toestemming zal worden toegewezen op de hierna vermelde wijze. De overige vorderingen zullen worden afgewezen.
1.7.
Het volgende is redengevend voor deze beslissingen
Vervangende toestemming voor de vakantie
1.8.
De moeder wil met de kinderen op vakantie naar Bonaire voor een periode van 21 dagen, waarvan 10 dagen reguliere schooldagen betreffen. Voor de overige dagen is er een overlap met de herfstvakantie. De directeur van de school van de kinderen heeft – blijkens de overgelegde stukken – positief beslist op de aanvraag van de moeder om hiervoor extra verlof toe te kennen. Hierbij is meegewogen dat de leerkrachten van beide kinderen hebben aangegeven dat zij 10 lesdagen kunnen missen en dat hiervan geen negatieve effecten worden verwacht voor de leerprestaties en het sociaal-emotioneel functioneren van de kinderen. Het verlof is wegens gewichtige omstandigheden toegekend omdat familiebezoek in het buitenland door de Coronacrisis lange tijd niet mogelijk was. De voorzieningenrechter gaat in dit verband voorbij aan de stelling van de vader dat de familie van de partner van de moeder niet als familie van de kinderen kan worden aangemerkt. Hiertoe acht zij van belang dat de moeder al ruim vier jaar met haar partner in gezinsverband samenleeft.
1.9.
Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat – blijkens de overgelegde stukken – de jeugdbeschermer, de heer [X], evenmin bezwaar heeft tegen de door de moeder voorgenomen vakantie met de kinderen. Voorts wordt in aanmerking genomen dat de kinderen nog heel jong zijn waardoor het minder bezwaarlijk is dat zij lesdagen missen terwijl de moeder ten behoeve van [minderjarige 1] bovendien wat werk van school zal meekrijgen om tijdens de vakantie te maken. Tot slot wordt meegewogen dat de vader aanvankelijk toestemming voor deze vakantie heeft verleend waarna de moeder (dure) tickets voor de vakantie heeft gekocht. Het was op dat moment dat de vader zijn toestemming verleende al bekend dat het ging om een vakantie van drie weken in oktober en de vader had dus moeten weten dat deze vakantie deels buiten de herfstvakantie zou vallen.
1.10.
De voorzieningenrechter merkt op dat haar beslissing de toestemming van de vader vervangt, maar dat deze beslissing de Leerplichtwet niet opzij zet. De kans dat de leerplichtambtenaar stappen zal ondernemen is echter klein omdat de school reeds verlof heeft toegekend. De moeder heeft ter zitting toegezegd eventuele boetes voor haar rekening te nemen.
Compensatie gemiste zorgdagen
1.11.
De vader heeft subsidiair gevorderd de moeder te veroordelen tot medewerking aan het compenseren van de gemiste zorgdagen. De moeder heeft in de stukken reeds een concreet voorstel tot compensatie van de gemiste zorgdagen gedaan en ter zitting ook toegezegd dat zij de gemiste zorgdagen zal compenseren. Tevens heeft de moeder ter zitting toegezegd dat zij zal toestaan dat de kinderen tijdens de vakantie gedurende twee momenten via Whatsapp telefonisch contact hebben met de vader. De vader heeft ter zitting niet willen reageren op de voorstellen van de moeder en ook zelf geen concreet voorstel willen doen omdat hij hiervoor niet openstond. Gelet op het voorgaande is voldoende komen vast te staan dat de moeder bereid is haar medewerking te verlenen aan compensatie van de gemiste zorgdagen en zal de vordering van de vader om de moeder hiertoe te veroordelen worden afgewezen. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat de moeder haar toezeggingen in het belang van de kinderen zal nakomen en dat zij hiertoe in overleg met de vader zal treden.
Vorderingen in reconventie
1.12.
De overige vorderingen van de vader (wekelijks telefonisch contact en afspraken over spullen) zullen worden afgewezen nu een spoedeisend belang op deze punten ontbreekt. De vader kan hierover in samenspraak met de jeugdbeschermer en de kind-voogd nadere afspraken met de moeder maken en zo nodig een bodemprocedure starten. De voorzieningenrechter overweegt hierbij evenzeer dat uit de stukken is gebleken dat partijen in overleg met de jeugdbeschermer en (met name) de kind-voogd reeds afspraken hebben gemaakt over een aantal spulletjes van de kinderen.
Proceskosten
1.13.
In de omstandigheid dat partijen samen de ouders zijn van [minderjarige 1] en [minderjarige 2], wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij in conventie en in reconventie de eigen proceskosten draagt. Anders dan de moeder ziet de voorzieningenrechter de weigering van de vader om toestemming te verlenen voor de vakantie, mede gezien zijn verweer, niet slechts als een middel om de moeder dwars te zitten.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie en in reconventie
2.1.
verleent aan de moeder toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, om van 10 tot en met 31 oktober 2021 met de kinderen, [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2014 te [plaats], en [minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2016 te [plaats], naar Bonaire te reizen;
2.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL
…………………………………. …………………………………
mr. A.W. Spee mr. W.G. de Boer