ECLI:NL:RBDHA:2021:14000
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Voorlopige omgangsregeling en ouderschapsbemiddeling in kort geding met betrekking tot minderjarige
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter mr. J. Brandt op 15 oktober 2021, is een kort geding aanhangig gemaakt door de vader van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2018. De vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. H. Hassan, vordert onder andere een voorlopige zorgregeling en vervangende toestemming voor een vakantie naar Turkije met de minderjarige. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F. Salouli, heeft verweer gevoerd tegen deze vorderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gehuwd zijn en samen het gezag over de minderjarige uitoefenen. Eerder is bij beschikking van 2 juli 2021 bepaald dat de minderjarige voorlopig aan de moeder is toevertrouwd, met een regeling voor omgang met de vader in de echtelijke woning.
Tijdens de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over een voorlopige zorgregeling, waarbij de minderjarige voorlopig bij de vader zal verblijven. De voorzieningenrechter heeft de ouders ook verwezen naar ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding, om de communicatie en verstandhouding tussen hen te verbeteren. De voorzieningenrechter heeft echter geen vervangende toestemming verleend voor de door de vader gewenste vakantie naar Turkije, gezien de jonge leeftijd van de minderjarige en de spanningen tussen de ouders. De rechtbank heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing benadrukt dat het in het belang van de minderjarige is dat de ouders werken aan hun onderlinge communicatie en dat er professionele begeleiding wordt ingeschakeld. De ouders zijn bereid om deel te nemen aan de voorgestelde trajecten, en de rechtbank heeft de uitvoerende instantie verzocht om rapportage over het verloop van deze trajecten in de bodemprocedure.