In deze zaak, behandeld op 15 oktober 2021, hebben de ouders van de minderjarige kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] een kort geding aangespannen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.E. de Jong, vorderde de afgifte van de kinderen aan haar, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. E. Deliran, in reconventie vroeg om een voorlopige zorgregeling. De voorzieningenrechter, J. Brandt, heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen en dat er behoefte is aan een duidelijke zorgregeling. Tijdens de zitting is gebleken dat de ouders bereid zijn om samen te werken aan een ouderschapsplan en dat zij een voorlopige zorgregeling hebben afgesproken. De kinderen zullen voorlopig bij de vader verblijven, met specifieke afspraken over contactmomenten en zorgverdeling. Tevens is er een verwijzing naar ouderschapsbemiddeling om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de ouders de eigen proceskosten dragen en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. De zaak benadrukt het belang van samenwerking tussen ouders in het belang van hun kinderen.