Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 27 maart 2020 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoekschrift;
- het bericht van 12 mei 2020, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 23 juni 2020, met bijlage, van de zijde van de man;
- het bericht van 24 juni 2020, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 19 augustus 2020 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 28 juni 2021, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 3 oktober 2021, met bijlage, van de zijde van de vrouw.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en een tolk, mevrouw [tolk] ;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
- het bericht van 20 oktober 2021 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 21 oktober 2021 van de zijde van de man;
- het bericht van 28 oktober 2021, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 8 november 2021, met bijlage, van de zijde van de man.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op [datum huwelijk] 1996 te [plaats huwelijk 2] , Tunesië.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2006 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 1] 2006 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2015 te [geboorteplaats 2] , Tunesië.
- [naam meerderjarige kind 1] , geboren op [geboortedatum 4] 1997 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam meerderjarige kind 2] , geboren op [geboortedatum 5] 1996 te [geboorteplaats 1] , Tunesië.
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarige kinderen uit.
- De man heeft volgens hem naast de Nederlandse nationaliteit ook nog de Tunesische nationaliteit. De vrouw heeft alleen de Tunesische nationaliteit.
- Bij beschikking van de burgemeester van de gemeente [woonplaats] van [datum 1] 2020 is aan de man een huis- en contactverbod opgelegd tot [datum 2] 2020.
- Deze rechtbank heeft op 2 maart 2020 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover van belang, inhoudende dat:
- de vrouw tot 1 mei 2020 bij uitsluiting van de man gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en dat de man met ingang van 1 mei 2020 bij uitsluiting van, zo begrijpt de rechtbank, de vrouw gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning;
- de minderjarige kinderen aan de vrouw zullen worden toevertrouwd;
- de man voorlopig gerechtigd is om de minderjarige kinderen bij zich te hebben:
- iedere woensdag na school tot 17.00 uur, waarbij de man zal zorgdragen voor een volwaardige en afdoende lunch voor de kinderen, en
- iedere zaterdag van 13.00 uur tot 17.00 uur;
Verzoek en verweer
- aanhechting van het ouderschapsplan;
- bij gebreke aan een ouderschapsplan: vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat de kinderen bij de man zullen zijn:
- iedere woensdag na school tot 17.00 uur, waarbij wordt bepaald dat de man dient te zorgen voor een volwaardige en afdoende lunch voor de kinderen;
- iedere zaterdag van 13.00 uur tot 17.00 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 86,- per maand;
- vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van € 237,- per maand;
- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de vrouw,
Beoordeling
“Während der Ehe besteht grundsätzlich Gütertrennung. Die Frau kann über ihre Brautgabe frei verfügen, sie verwaltet ihr eigenes Vermögen gemäß Art 24 PSG selbst und ist nicht verpflichtet, zur Vermögensbildung der Familie beizutragen. Im Gegenzug partizipiert sie auch nicht an dem im Laufe der Ehe entstandenen Vermögenszuwachs. Bei Streitigkeiten der Ehegatten entscheidet der Richter (Art 25 ff PSG). Seit 1998 kennt das tunesische Recht auch einen Wahlgüterstand der Gütergemeinschaft, der im Gesetz Nr 98-94 über den ehelichen Güterstand der Gütergemeinschaft (unten III B 6) geregelt ist. Die Einführung dieses Güterstandes zielt in erster Linie darauf ab, die von der Familie genutzten unbeweglichen Güter, also insbesondere die Familienwohnung, einem gemeinschaftlichen Vermögen der Ehegatten zuordnen zu können (Art 1 G Nr 98-94). Es steht den Ehegatten jedoch frei, darüber hinaus auch andere Gegenstände dem Gesamtgut durch ausdrückliche vertragliche Vereinbarung.”
Beslissing
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2006 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 1] 2006 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 te [geboorteplaats 1] , Tunesië;
- [naam minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2015 te [geboorteplaats 2] , Tunesië,
- iedere woensdag na school tot 17.00 uur, waarbij de man dient te zorgen voor een volwaardige en afdoende lunch voor de kinderen;
- iedere zaterdag van 13.00 uur tot 17.00 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen;