ECLI:NL:RBDHA:2021:13807

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
NL21.17681
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbeoordeling asielaanvraag van Russische transgender vrouw na afwijzing door IND

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van een Russische transgender vrouw, die eerder asiel had gekregen in Nederland. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had haar nieuwe asielaanvraag afgewezen, omdat zij van mening was dat de vrouw geen gegronde vrees voor vervolging had. De rechtbank oordeelde echter dat de IND onvoldoende had onderbouwd dat de vrouw bij terugkeer naar Rusland geen gegronde vrees voor vervolging zou hebben. De vrouw had eerder in Nederland asiel gekregen vanwege haar transgender zijn en had in Rusland te maken gehad met discriminatie en geweld. De rechtbank stelde vast dat de IND de problemen die de vrouw had ervaren in Rusland niet voldoende had meegewogen in hun beoordeling. De rechtbank vernietigde het besluit van de IND en droeg hen op om de asielaanvraag opnieuw te beoordelen binnen zes weken. Tevens werd de IND veroordeeld in de proceskosten van de vrouw, die op € 1.496,- werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de kwetsbaarheid van transgender personen in Rusland en de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen van deze risicogroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.17681

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.P.A. Zwart),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.M. Rozema).

ProcesverloopBij besluit van 5 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres in de algemene asielprocedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 30 november 2021 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk in de Russische taal was A.V. Abrosimova aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.
Eiseres heeft de Russische nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 1969. Zij heeft eerder op 20 mei 2018 in Nederland een asielaanvraag ingediend. Deze aanvraag is ingewilligd.
1.2.
Verweerder heeft op 30 augustus 2021 de verblijfsvergunning asiel van eiseres ingetrokken met ingang van 25 augustus 2019, omdat zij vanaf die datum niet meer in de Basisregistratie personen (BRP) stond ingeschreven.
1.3.
Op 10 oktober 2021 is eiseres weer in Nederland aangekomen en heeft zij de asielaanvraag ingediend waar het in deze zaak om gaat.
Asielrelaas
2.1.
Eiseres is een transgender vrouw. Zij heeft als LHBTI destijds asiel in Nederland gevraagd en gekregen. In augustus 2019 is zij (echter) vanuit Nederland terug naar Rusland gegaan, omdat zij leed aan ernstige medische klachten en ze in Nederland niet adequaat werd geholpen. In Rusland heeft zij een operatie ondergaan aan een goedaardige hersentumor, die in Nederland niet was onderkend. Eiseres heeft daarvan ook Russische medische stukken overgelegd.
2.2.
Aan haar huidige asielaanvraag heeft eiseres ten grondslag gelegd dat zij in 2021 problemen kreeg nadat de socialemediakanalen van de oppositiepoliticus Aleksej Navalny waren gehackt. Eiseres was een volger van Navalny op Youtube en op zijn blog. De gegevens van de volgers kwamen in handen van de overheid. Op 7 september 2021 kreeg eiseres een e-mail van een advocaat, die haar zijn diensten aanbood, omdat haar gegevens bij de hack waren buitgemaakt. Die brief was bedoeld als bedreiging. Twee weken later werd eiseres gebeld dat zij naar het hoofdbureau van de politie moest komen. Daar werd zij verhoord over haar banden met de organisatie van Navalny. Ook werd haar verteld dat zij op videopnames van protesten in de stad te zien was en hebben ze haar aangesproken op haar uiterlijke verschijning als ze op straat liep. Op 29 september 2021 kwamen er ambtenaren van het Centrum voor Extremismebestrijding naar haar huis. Eiseres werd mishandeld en haar elektronica werd meegenomen. Ze hebben haar uitgescholden en gevraagd naar haar banden met Tsjetsjeense homoseksuelen. Ze hebben ook haar Nederlandse verblijfsvergunning gevonden en haar met de dood bedreigd als ze niet binnen twee weken het land zou verlaten. Dit was voor eiseres de directe aanleiding om Rusland weer te verlaten.
Bestreden besluit
3.1.
Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
identiteit, nationaliteit, herkomst;
behoren tot de LHBTI-gemeenschap;
sympathisant zijn van de politieke partij van Navalny;
problemen met Russische autoriteiten vanwege het behoren tot de partij van Navalny.
Verweerder heeft de eerste drie elementen geloofwaardig geacht en het vierde element ongeloofwaardig geacht.
3.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de sympathie van eiseres voor de politieke standpunten van Navalny onvoldoende zwaarwegend is, omdat er geen sprake is van een fundamentele politieke overtuiging. Daarnaast vindt verweerder het feit dat eiseres een transgender vrouw is en daarmee tot de LHBTI-gemeenschap behoort onvoldoende zwaarwegend, omdat zij zelf vrijwillig naar Rusland is teruggekeerd. Ze is legaal in- en uitgereisd, heeft in Rusland een medische behandeling ondergaan en geen problemen ondervonden als gevolg van haar transgender zijn. Verweerder heeft daarom de asielaanvraag afgewezen als ongegrond.
Beroepsgronden van eiseres
4. Eiseres voert aan dat zij verschoonbare redenen had om in 2019 naar Rusland terug te keren. Er was sprake van fysiek en psychisch lijden waardoor zij destijds geen andere keuze kon maken. Ook voert eiseres aan dat verweerder haar problemen ten onrechte ongeloofwaardig heeft bevonden. Verweerder wijt deze problemen ten onrechte (uitsluitend) aan haar sympathie voor de partij van Navalny, terwijl eiseres heeft verklaard dat zij is verhoord en is mishandeld in haar eigen huis vanwege haar transgender zijn. Eiseres heeft medische stukken, foto’s van haar verwondingen, een verklaring van haar partner en een e-mail overgelegd die haar relaas ondersteunen. Verweerder heeft daar ten onrechte geen waarde aan gehecht. Verder past het asielrelaas van het eiseres in het beeld van wat over de situatie in Rusland bekend is en wijst zij verweerder erop dat zij tot een risicogroep behoort.
Beoordeling door de rechtbank
5.1.
In haar eerste asielprocedure heeft eiseres verklaard dat zij in Rusland vaak slachtoffer is geworden van discriminatie, mishandeling en scheldpartijen als gevolg van haar transgender zijn. Zij moest van haar vrouw scheiden om zelf als vrouw geregistreerd te kunnen worden. Na het bijwonen van een herdenking voor homoseksuele Tsjetsjenen en na het indienen van een klacht bij het OM van Moskou over discriminatie, is eiseres in 2018 zeer ernstig mishandeld door de Russische politie. Verweerder heeft deze verklaringen geloofwaardig geacht en naar aanleiding daarvan aan eiseres een verblijfsvergunning asiel verstrekt.
5.2.
Verweerder plaatst in de huidige procedure vraagtekens bij de beslissing van eiseres om in 2019 terug te keren naar Rusland, en evenzeer bij het feit dat zij daar vervolgens twee jaar is gebleven.
Dat is begrijpelijk. Die terugkeer verhoudt zich niet direct tot de vrees voor vervolging die zij heeft geuit in haar eerste asielprocedure en die door verweerder daarin is gehonoreerd.
5.3.
Uit het relaas van eiseres blijkt echter onbestreden dat zij bij haar terugkeer in nood verkeerde vanwege duizelingen en ruis in haar oren, gevoegd bij het overlijden van haar ouders. In Nederland volgde geen medische ingreep, waarna zij naar Rusland is vertrokken, waar wel een ingreep heeft plaatsgevonden. De door eiseres terzake overgelegde medische stukken maken verder niet alleen melding van de verwijdering van een hersentumor, maar ook van een bij eiseres vastgestelde bipolaire stoornis.
De terugkeer naar Rusland vloeide dus niet voort uit een geheel vrije, evenwichtige en weloverwogen keuze. Uit die terugkeer kan ook niet worden afgeleid dat eiseres meende geen verdere bescherming nodig te hebben.
5.4.
Ook heeft eiseres verklaard dat zij toen zij in Rusland aankwam eerst in de plaats Khotkovo verbleef, omdat zij bang was in Moskou gezien te worden. Pas toen zij merkte dat er niet naar werd gezocht ging zij voor langere periodes in Moskou verblijven. [1] Op de zitting heeft eiseres verklaard dat zij tijdens haar verblijf in Moskou vooral veel thuis zat en vrijwel alleen voor de behandeling in het ziekenhuis haar woning verliet. Ook daaruit kan niet worden afgeleid dat eiseres in Rusland niets te duchten had.
6. Bij de beantwoording van de vraag of nu asiel dient te worden verleend, gaat het in de kern (echter) niet om de subjectieve keuze en inschatting van betrokkene (eiseres), maar om de vraag of de vrees voor vervolging objectief gerechtvaardigd is.
7. Verweerder is ervan uitgegaan dat de recente problemen waar eiseres over heeft verklaard, uitsluitend te maken zouden hebben met de sympathie van eiseres voor de beweging van Navalny.
Eiseres voert echter juist aan dat het daar helemaal niet om gaat. Het verwijt dat zij Navalny zou steunen is volgens haar slechts een voorwendsel van de autoriteiten om van haar af te komen vanwege haar transgender zijn. De Russische autoriteiten verwijten LHBTI’s niet per se direct hun geaardheid, maar zoeken een andere aanleiding om iemand te vervolgen. [2]
Of de veronderstelde steun voor Navalny wel is ingegeven door een fundamentele politieke overtuiging van eiseres, kan en zal de rechtbank onder die omstandigheden in het midden laten.
8. Met betrekking tot het door eiseres gegeven asielmotief van het zijn van LHBTI / transgender, blijkt uit het nader gehoor dat eiseres bij het verhoor op het politiebureau werd verweten dat zij als een zielige vertoning door de buurt loopt en dat zij niet op een echte vrouw lijkt. Ze werd aangesproken op het dragen van make up en bepaalde kleding. [3] Bij de huisinval werd haar niet alleen verweten dat ze Navalny zou steunen, maar ook dat ze voor Tsjetsjeense homoseksuelen zou opkomen. Ook werd ze met homofobe uitspraken uitgescholden. [4]
9. Verweerder is op die specifieke punten verder niet ingegaan. Hij heeft ook het relaas van eiseres met name uit de hoek van betrokkenheid bij Navalny bekeken, en niet (althans niet nader) vanuit een LHBTI-invalshoek. Verweerder heeft de geloofwaardigheid van die verklaringen als zodanig verder ook niet in twijfel getrokken. Daartoe biedt de landeninformatie ook geen aanleiding.
In paragraaf 5.6.8 (Transgender) van het Algemeen Ambtsbericht over de Russische Federatie van april 2021 staat het volgende vermeld:
Volgens een vertrouwelijke bron zijn transgendermensen de meest kwetsbare personen in de LHBTI-gemeenschap. Zij worden volgens deze bron het meest onderworpen aan beledigingen of geweld vanuit de samenleving en de overheid, maar ook door hun eigen familie. Daarnaast lopen zij tegen medische en bureaucratische moeilijkheden aan en discriminatie op het gebied van gezondheidszorg, opleiding, huisvesting, transport en werkgelegenheid.
De eerdere verlening van een asielvergunning aan eiseres is hiermee overigens ook in lijn.
Van de zijde van eiseres is er verder onbetwist op gewezen dat zij als transgender vrouw behoort tot een risicogroep in het landgebonden beleid van verweerder.
10. Vanwege die objectieve landeninformatie, gevoegd bij dat beleidskader, heeft verweerder niet kunnen omgaan zoals hij heeft gedaan met het zijn van transgender van eiseres. Dat gegeven is ook in deze asielaanvraag wel degelijk relevant binnen de beoordeling.
11. Verweerder heeft de geloofwaardigheid in twijfel getrokken van de door eiseres geschetste problemen met de Russische autoriteiten.
De rechtbank volgt verweerder daarin niet. Eiseres heeft verklaard dat ze geen documenten heeft gekregen van het verhoor op het politiebureau en de huiszoeking bij haar thuis. Op meerdere plaatsen in het ambtsbericht van april 2021 wordt ook melding gemaakt van invallen zonder dat een huiszoekingsbevel wordt verstrekt. Dan kan verweerder niet zonder meer uitgaan van een gebrek aan geloofwaardigheid op dit punt.
12. Verweerder acht het ook vreemd dat haar Nederlandse verblijfsvergunning bij de huiszoeking niet is meegenomen. Eiseres heeft er door het overleggen van een artikel uit de Financial Times echter op gewezen dat het vaker voorkomt dat bij een huiszoeking een reisdocument niet wordt meegenomen en dat dit kan worden opgevat als een signaal om het land te verlaten.
Dat eiseres het land legaal heeft kunnen verlaten, is in dit geval ook niet zonder meer een indicatie voor het feit dat de autoriteiten het niet op haar hebben voorzien. Eiseres heeft het land immers onbetwist binnen de gestelde termijn van veertien dagen (namelijk na tien dagen) het land verlaten. Dat kan dan ook worden gezien als het opvolgen van het signaal van de autoriteiten om het land te verlaten.
13. Eiseres heeft foto’s en een rapport van de eerste hulp overgelegd, ter illustratie van haar relaas over haar mishandeling thuis door de politie.
Uit deze stukken blijkt inderdaad niet dat ze is mishandeld en door wie. Ze kunnen dan ook niet gelden als direct bewijs. Dergelijk bewijs is in een asielprocedure echter ook niet vereist. Belangrijker is dat die stukken wel steun bieden voor haar relaas, en als zodanig wel degelijk relevant zijn voor de beoordeling van het asielverzoek van eiseres.
14. Uit het voorgaande volgt dat verweerder onvoldoende heeft beargumenteerd dat eiseres bij terugkeer naar Rusland geen gegronde vrees voor vervolging heeft. De aanvraag is ten onrechte afgewezen als ongegrond. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Verweerder zal met inachtneming van deze uitspraak de zaak van eiseres opnieuw moeten beoordelen, uitmondend in een nieuw besluit. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
15. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1). Als aan eiseres een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, rechter, in aanwezigheid van mr. F.P. van Straelen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Pagina 8 van het aanmeldgehoor.
2.Pagina 10 van het nader gehoor.
3.Pagina’s 8 en 10 van het nader gehoor.
4.Pagina 7 van het nader gehoor.