Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2021 in de zaak tussen
de Minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Certificate de lien de parente’van 23 april 2019. Dit laatste document is afgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Marokko en ondertekend op 23 december 2019 door de vicepresident van deze instantie. Aan dit document komt dus zwaarwegende betekenis toe. In beroep heeft eiser nog aanvullende bewijsstukken overgelegd, namelijk de geboorteakten van zijn echtgenote en twee zussen en de geboorteakte van de zus van referent. Uit deze stukken blijkt dat eiser de zwager is van referent.
Certificate de lien de parente’van 23 april 2019 vermeld dat eiser de zwager is van referent, maar de rechtbank onderschrijft het standpunt van verweerder dat niet is gebleken of en zo ja, welke brondocumenten hieraan ten grondslag hebben gelegen. Gelet daarop heeft verweerder geen zwaarwegende betekenis hoeven toekennen aan dit document. Zoals verweerder terecht naar voren brengt, blijkt uit de overgelegde geboorteakten ook niet de familierelatie tussen eiser en referent. Tot slot acht de rechtbank nog van belang dat zowel eiser als referent hebben verklaard dat alle familie van eiser in Marokko woont, terwijl volgens verweerder is gebleken dat twee broers en een zus van eiser in Frankrijk wonen. Gezien deze tegenstrijdigheid heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat dit de twijfel aan Nederland als hoofdreisdoel versterkt. Dat het volgens eiser zijn halfbroers en zussen zijn die in Frankrijk wonen, doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af. De beroepsgrond slaagt niet.