In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 14 december 2021, gaat het om een geschil tussen eisers en de bewaarder van het kadaster en de openbare registers over de wijziging van kadastrale grenzen. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de verweerder, dat op 29 juli 2020 het bezwaar van eisers tegen een eerder besluit ongegrond verklaarde. Dit eerdere besluit betrof de wijziging van de kadastrale grens tussen percelen 378 en 381, die door de akte van ruilverkaveling van 15 juni 2007 was beïnvloed. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 25 november 2021, waarbij eisers, verweerder en een derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de verweerder bevoegd is om op verzoek van een belanghebbende, zoals de derde-partij, gegevens in de basisregistratie kadaster te herstellen. De rechtbank stelt vast dat de akte van ruilverkaveling authentiek is en dat de oude rechten zijn vervallen. De rechtbank concludeert dat de verweerder terecht de kadastrale grenzen heeft gewijzigd op basis van de ingeschreven akte, ondanks de bezwaren van eisers. De rechtbank wijst erop dat de rechtszekerheid niet in de weg staat aan de mogelijkheid om gegevens in de basisregistratie te herstellen. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.