3.3De beoordeling van de tenlastelegging
De gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2020351070, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden-Bollenstreek, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 1133).
Aangezien de verdachte het hem ten laste gelegde heeft bekend, hij nadien niet anders heeft
verklaard en de raadsman van de verdachte geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de
rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid,
van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1. de verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 26 november 2021, voor zover inhoudende:
U toont mij een video. U zegt mij dat het een video is van de overval op [naam juwelier] in Katwijk op 20 november 2020. Ik ben de overvaller met de hamer. Ik ben vanuit de auto naar de juwelier gelopen. Ik ben naar binnengegaan en heb geschreeuwd: “Overval!” en dat iedereen op de grond moest gaan liggen. Ik ben in de juwelier naar de vitrines gerend en heb sieraden weggegrist. Ik heb die sieraden in de buddyseat van de scooter gegooid. Ik ging een tweede keer naar binnen. Toen heb ik horloges weggegrist. Ik zag dat de deur toen dichtviel. Ik zag dat twee collega’s van [naam juwelier] naar achter renden. Ik ben ze achterna gerend. Ik zag dat de deurhendel dichtgedraaid was. Ik heb twee keer geslagen op de deur. Het klopt dat ik met iemand anders was en het klopt dat we voorafgaand plannen hebben gemaakt over hoe we het zouden aanpakken. Het klopt dat ik het slachtoffer [naam juwelier] heb geslagen met de hamer. In mijn beleving heb ik hem een stuk of twee keer geraakt. Ik wist dat [medeverdachte 1] een vuurwapen zou meenemen.
2. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] , opgemaakt op 22 november 2020, zoals vermeld op pagina 37 tot en met 42;
3. het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 8] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 31 tot en met 33;
4. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [slachtoffer 6] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 86 en 87;
5. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 88 en 89;
6. het proces-verbaal van verhoor van de [getuige 3] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 94 en 95;
7. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 4] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 103 tot en met 106;
8. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 5] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 107 tot en met 110;
9. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , opgemaakt op 26 november 2020, zoals vermeld op pagina 140 en 141;
10. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , opgemaakt op 26 november 2020, zoals vermeld op pagina 142 tot en met 144;
11. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 6] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 153 tot en met 155;
12. het proces-verbaal van verhoor van de [getuige 7] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 162 tot en met 164;
13. het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 8] , opgemaakt op 20 november 2020, zoals vermeld op pagina 166 tot en met 168;
14. het proces-verbaal van bevindingen (gebruik vuurwapen), opgemaakt op 4 december 2020, zoals vermeld op pagina 368 tot en met 381;
15. Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [naam juwelier] , opgemaakt op 22 november 2020, p. 111 tot en met 119.
Conclusie
De rechtbank acht op grond van de hierboven vermelde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het aan hem ten laste gelegde heeft gepleegd.