ECLI:NL:RBDHA:2021:13571

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
NL21.11462 NL21.11464
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van herhaalde aanvragen voor verblijfsvergunning asiel door staatloze Palestijnen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 december 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.11462 en NL21.11464, waarin verzoekers, een gezin van staatloze Palestijnen, een voorlopige voorziening vroegen na afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren op 9 juli 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. A. Greve-Kortrijk, hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 12 november 2021 zijn de verzoeken behandeld, waarbij ook een tolk aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de aanverwante zaken NL21.11461 en NL21.11463. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: NL21.11462 NL21.11464
V-nummers: [Nummer 1], [Nummer 2] en [Nummer 3]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[Naam 1], verzoeker,

[Naam 2], verzoekster,
mede namens hun minderjarige zoon
[Naam 3],
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. A. Greve-Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 9 juli 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, tezamen met de zaken NL21.11461 en NL21.11463, op 12 november 2021 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen A.A. Fawzy. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.11461 en NL21.11463, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.