ECLI:NL:RBDHA:2021:13501

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
8 december 2021
Zaaknummer
C/09/570858 / HA ZA 19-312
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke bescherming van babykleding en slaafse nabootsing in de mode-industrie

In deze zaak, uitgesproken op 8 december 2021 door de Rechtbank Den Haag, stonden de auteursrechten van Nine&Co op babykleding ter discussie. Nine&Co, dat onder andere het merk Noppies exploiteert, vorderde dat Van Meel, een concurrent die babykleding onder het merk Frogs and Dogs verkoopt, zou stoppen met het maken van inbreuk op haar auteursrechten en slaafse nabootsing. Nine&Co stelde dat Van Meel inbreuk maakte op de auteursrechten van haar Noppies producten, waaronder vestjes, broekjes en shirtjes, en dat er sprake was van slaafse nabootsing. De rechtbank beoordeelde de vorderingen van Nine&Co en concludeerde dat de Noppies producten niet auteursrechtelijk beschermd waren, omdat de ontwerpen niet voldoende origineel waren en de totaalindrukken van de Noppies en FD producten te veel verschilden. De rechtbank wees de vorderingen van Nine&Co af en veroordeelde haar in de proceskosten van Van Meel, die in totaal € 16.501,60 bedroegen. De uitspraak benadrukt de grenzen van auteursrechtelijke bescherming in de mode-industrie en de voorwaarden waaronder slaafse nabootsing kan worden aangenomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/570858 / HA ZA 19-312
Vonnis van 8 december 2021
in de zaak van

1.TASK RETAIL B.V.,

2.
TASK INTERNATIONAL B.V.,
beiden te Lelystad,
eiseressen,
advocaat mr. M.M. Truijens te Amsterdam,
tegen
VAN MEEL B.V.,
te Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid met Nine&Co (in enkelvoud) en gedaagde met Van Meel.
Nine&Co is tijdens de mondelinge behandeling bijgestaan door de advocaat voornoemd alsmede mr. M.G.W. Peijnenburg, en Van Meel door mrs. L. Bakers en M. Brinks, allen te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 19 maart 2019;
  • de conclusie van antwoord, met producties GP01 t/m GP24;
  • de akte houdende indiening producties van Nine&Co, met producties EP01 t/m EP29;
  • de akte houdende indiening (aanvullende) producties van Nine&Co, met producties EP30 t/m EP32;
  • de akte houdende productie van Van Meel, met productie GP25;
  • de akte houdende indiening (aanvullende) producties van Nine&Co, met producties EP33 t/m EP35;
  • de gedeponeerde kledingstukken van de zijde van Nine&Co als genoemd in de gecorrigeerde akte van depot van 23 december 2020;
  • de gedeponeerde kledingstukken van de zijde van Van Meel als genoemd in de gecorrigeerde akte van depot van 4 januari 2021;
  • de akte houdende producties van Van Meel, met producties GP26 t/m GP34;
  • de schriftelijke pleitnotities van beide zijden;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling per
14 januari 2021;
  • de na de mondelinge behandeling conform de daar gemaakte afspraken ontvangen
  • de bij e-mail van 8 maart 2021 zijdens Nine&Co toegezonden opmerkingen op het proces-verbaal;
  • de bij e-mail van 9 maart 2021 zijdens Van Meel toegezonden opmerkingen op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Nine&Co is een onderneming die actief is in de mode-industrie. Zij exploiteert onder meer het merk Noppies. Sinds 2013 brengt Nine&Co de Noppies
Baby Basic Collectionop de markt. Deze collectie bevat onder meer uit een aan twee zijden te dragen vestje, een broekje en een shirtje, één en ander in verschillende kleuren, waaronder licht roze, mintgroen en wit, die bedoeld zijn voor baby’s vanaf de geboorte tot ongeveer 9 maanden. Het gaat onder meer om de volgende producten (hierna gezamenlijk aan te duiden als de Noppies producten, dan wel het Noppies roze vestje, het Noppies groene vestje, het Noppies broekje en het Noppies shirtje):
2.2.
Deze producten zijn de uitvoering van de volgende ontwerpen A, B en C (hierna: de Noppies ontwerpen):
2.3.
Van Meel is een onderneming die eveneens actief is in de mode-industrie. Sinds 2016 brengt zij babykleding op de markt, sinds enkele jaren onder het merk Frogs and Dogs. In 2018 heeft zij onder meer een aan twee zijden te dragen vestje, een shirtje en een broekje op de markt gebracht in de kleuren lichtroze, mintgroen en wit (hierna gezamenlijk aan te duiden als de FD producten en afzonderlijk als: het FD roze vestje, het FD groene vestje, het FD broekje en het FD shirtje). Voor zover deze producten zijn voorzien van een dessin, betreft dat letters die samen de zin ‘frogs love dogs’ vormen. Hierna zijn zowel het FD roze als het FD groene vestje, het FD broekje en het FD shirtje afgebeeld.
2.4.
Bij brief van 8 mei 2018 is Van Meel namens Nine&Co onder meer gesommeerd de verhandeling van de hiervoor sub 2.3 afgebeelde kleding te staken op straffe van een dwangsom, een tegemoetkoming in de juridische kosten te betalen, opgave te doen van verkoopinformatie betreffende deze producten en is zij aansprakelijk gesteld voor door Nine&Co geleden en nog te lijden schade. Nine&Co heeft zich in dat verband beroepen op auteursrechtelijke bescherming van kledingstukken uit haar Noppies
Baby Basic Collection, en gesteld dat Van Meel daarop inbreuk maakt. Voorts heeft ze een beroep gedaan op slaafse nabootsing.
2.5.
Nadat overleg tussen partijen op niets is uitgelopen, heeft Nine&Co tegen Van Meel een kort geding-procedure aanhangig gemaakt bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, strekkende onder meer tot het verkrijgen van een bevel tot staking van het maken van inbreuk op de auteursrechten van Nine&Co op de Noppies producten alsmede tot staking van iedere vorm van slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 26 oktober 2018 de voorzieningen geweigerd met de motivering dat Nine&Co onvoldoende spoedeisend belang heeft bij toewijzing van haar vorderingen. De voorzieningenrechter heeft onder meer het volgende overwogen:
(…)
2.6.
Na het kort geding vonnis is er (tot aan de dagvaarding in deze procedure) geen contact meer geweest tussen partijen.

3.Het geschil

3.1.
Nine&Co vordert – samengevat – Van Meel op straffe van een dwangsom te bevelen om de auteursrechtinbreuk op en de slaafse nabootsing van de Noppies producten en de Noppies ontwerpen te staken en gestaakt te houden, opgave te doen van in- en verkoopgegevens, een
recall-actie te initiëren en de retour ontvangen producten te doneren aan een goed doel en voorts Van Meel te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding en de redelijke en evenredige proceskosten op grond van artikel 1019h Rv [1] .
3.2.
Nine&Co voert daartoe aan dat Van Meel inbreuk maakt op haar auteursrechten die rusten op zowel de Noppies producten als op de Noppies ontwerpen dan wel dat Van Meel de Noppies producten en de Noppies ontwerpen slaafs nabootst.
3.3.
Van Meel voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Nine&Co, met veroordeling van Nine&Co in de proceskosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Van Meel heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat niet gebleken is dat de auteursrechten op de Noppies producten en de Noppies ontwerpen aan Nine&Co toekomen. De rechtbank laat dit verweer onbesproken, omdat het verweer dat Van Meel geen inbreuk maakt en evenmin onrechtmatig handelt, slaagt. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende, waarbij eerst de algemene toetsingskaders – voor zover voor de beoordeling relevant – van het auteursrecht en de slaafse nabootsing worden weergegeven, daarna de gestelde auteursrechtinbreuk op en de gestelde slaafse nabootsing van de Noppies
productenaan de orde komen en ten slotte de gestelde auteursrechtinbreuk op en de gestelde slaafse nabootsing van de Noppies
ontwerpenworden besproken.
Algemene kaders
Auteursrecht
4.2.
Om als auteursrechtelijk werk beschermd te kunnen zijn in de zin van artikel 10 Aw [2] , moet het voortbrengsel oorspronkelijk zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. [3] Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw, mits die selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt (een eigen intellectuele schepping van de auteur is). Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. [4] De keuzes van de maker mogen niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze; de verschillende manieren om een idee uit te voeren zijn dan zodanig beperkt dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan en de auteur onmogelijk uitdrukking kan geven aan zijn creatieve geest en tot een resultaat kan komen dat een eigen intellectuele schepping vormt. [5] Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode. [6]
4.3.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp dient naar Nederlands recht te worden beoordeeld in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk en het beweerdelijk
bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend, met dien verstande dat ook onbeschermde elementen in aanmerking dienen te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de ‘
werktoets’ (zoals hiervoor onder 4.2 weergegeven) beantwoordt. [7]
Slaafse nabootsing
4.4.
Ten aanzien van nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom, geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat, zij het dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat. Nabootsing op een wijze die nodeloos verwarring veroorzaakt, is een vorm van oneerlijke mededinging, waartegen met een vordering uit onrechtmatige daad kan worden opgekomen. Van verwarring ten aanzien van een nagebootst product kan eerst sprake zijn indien dat product een ‘eigen gezicht’ heeft op de relevante markt, dat wil zeggen zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op die markt. Bij de beoordeling van het vereiste nodeloze verwarringsgevaar moet rekening worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. [8]
De Noppies producten
het Noppies roze vestje
4.5.
Nine&Co stelt dat het Noppies roze vestje voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, omdat het door de combinatie van de volgende elementen – die op zichzelf al bestonden in het vormgevingserfgoed [9] – een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt:
  • het gaat om een vestje met een capuchon,
  • dat gemaakt is van een zachte stof,
  • dat aan twee kanten gedragen kan worden (
  • dat aan één kant een egale kleurstelling heeft en aan de andere kant een repeterende print,
  • dat in het midden een doorlopende bies heeft met daarop vijf drukknoopjes, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant,
  • dat zowel aan de buiten- als aan de binnenkant een klein logo toont op de linkerborst,
  • dat aan de buitenkant twee blinde zakjes heeft die in een naad zijn verwerkt; aan de binnenzijde zitten geen zakjes;
  • dat een klein glanzend lipje in de hals heeft waar de
4.6.
Van Meel heeft betwist dat het Noppies roze vestje auteursrechtelijke bescherming geniet omdat de combinatie van kenmerkende elementen geen blijk geeft van creatieve keuzes die het persoonlijk stempel van de maker dragen, althans dat die elementen zodanig banaal en triviaal zijn dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard dan ook valt aan te wijzen. Van Meel heeft ter onderbouwing daarvan onder meer verwezen naar een ontwerp van een jasje uit 1994 en andere ontwerpen van babyjasjes, die dezelfde kenmerkende trekken vertonen als het roze vestje van Nine&Co. Voor zover het Noppies roze vestje wel auteursrechtelijke bescherming geniet, stelt Van Meel dat het FD roze vestje op een groot aantal onderdelen afwijkt van het Noppies roze vestje, zodat geen sprake is van inbreuk op het gestelde auteursrecht dat rust op het Noppies roze vestje.
4.7.
De rechtbank laat in het midden of het Noppies roze vestje kwalificeert als een auteursrechtelijk beschermd werk. Als dat al zo is, is de beschermingsomvang hiervan in ieder geval beperkt. De afzonderlijke elementen die in hun gezamenlijke combinatie leiden tot (als dit het geval is) auteursrechtelijke bescherming van het Noppies roze vestje, bestonden – zo heeft Nine&Co ook erkend (zie hiervoor voetnoot 9) – al apart van elkaar in het vormgevingserfgoed. Dit betekent dat met relatief kleine afwijkingen al een andere totaalindruk kan ontstaan dan die van het werk waarvan de auteursrechtelijke bescherming wordt ingeroepen (in dit geval: het Noppies roze vestje).
4.8.
Derhalve moet beoordeeld worden in welke mate de totaalindrukken van het FD roze vestje en het Noppies roze vestje overeenstemmen. Niet in geschil is dat beide vestjes de elementen vertonen zoals hiervoor onder 4.5 weergegeven. De totaalindruk van het Noppies roze vestje wordt echter mede bepaald door een aantal andere kenmerken en juist op die punten laat de wijze waarop Van Meel uitvoering heeft gegeven aan het FD roze vestje, duidelijke verschillen zien. De rechtbank overweegt in dat verband als volgt.
4.9.
De print aan de binnenzijde van de vestjes is verschillend. Het Noppies roze vestje heeft aan de binnenkant een hartjesprint, terwijl het FD roze vestje aan de binnenkant een letterpatroon laat zien. Daarnaast zijn de steekzakjes van het Noppies roze vestje verticaal in de naad verwerkt waardoor ze minder opvallen en het voorpand als één geheel toont, terwijl de steekzakjes van het FD roze vestje in een horizontaal over het voorpand lopende naad zijn aangebracht en daarmee veel prominenter tonen. Bovendien is de binnenkant van de steekzakjes van het Noppies roze vestje voorzien van dezelfde hartjesprint als de binnenkant van het vestje, terwijl de binnenzijden van de steekzakjes van het FD roze vestje niet gevoerd zijn met het letterpatroon van de binnenkant van het vestje, maar met effen roze stof. Voorts is er op het FD roze vestje geen versierde drukknoop in contrasterende kleur aangebracht, waar Nine&Co dat wel op het Noppies roze vestje heeft gedaan en wel op een zeer opvallende plek; het tweede knoopje van boven, midden op de borst. Ook de merklabels zijn anders gepositioneerd; het Noppies label bevindt zich onder het linker steekzakje, nog op het voorpand van het vestje, terwijl het FD label zich in de rechter zijnaad bevindt en daardoor minder in het zicht is geplaatst. Een ander opvallend verschil is dat de capuchon van het Noppies roze vestje uit drie delen bestaat en daardoor twee naden heeft, waar het FD roze vestje uit twee delen bestaat en slechts één naad heeft. Tot slot verschilt de wijze waarop het merkteken op de linkerborst is aangebracht: het Noppies roze vestje heeft een geborduurd Noppies teken, waar in het FD roze vestje het FD teken als
puff printis aangebracht.
4.10.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat, indien en voor zover het Noppies roze vestje al als auteursrechtelijk beschermd werk kan worden aangemerkt, Van Meel daar met het FD roze vestje geen inbreuk op maakt omdat het FD roze vestje een andere totaalindruk wekt dan het Noppies roze vestje.
4.11.
Van slaafse nabootsing is naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake. Voor zover het Noppies roze vestje al een eigen gezicht op de relevante markt heeft, zijn de verschillen tussen het Noppies roze vestje enerzijds en het FD roze vestje anderzijds te groot. Van Meel heeft immers – gelet op de verschillen zoals die hiervoor in het kader van de beoordeling van de gestelde auteursrechtinbreuk zijn besproken – voldoende afstand genomen van het Noppies roze vestje, zodat geen sprake is van zodanige nabootsing dat onnodige verwarring ontstaat.
4.12.
Dat Van Meel net als Nine&Co witte rechthoekige
hangtags(merkkaartjes) met een koordje aan haar producten bevestigt, maakt dat oordeel niet anders, nu Van Meel er onbestreden op heeft gewezen dat dergelijke merkkaartjes, die voornamelijk functioneel zijn, standaard
hangtagsbetreffen die door vele winkels gebruikt worden en veelal met een koordje aan kledingstukken worden bevestigd. Van Meel heeft in dat kader de volgende afbeelding overgelegd:
Voor zover hetgeen Nine&Co naar voren heeft gebracht met betrekking tot de verkoopopstelling al een omstandigheid is die bij de beoordeling van de slaafse nabootsing kan worden betrokken, nu deze immers mede afhankelijk is van de verkoper, faalt het beroep daarop eveneens. Van Meel heeft onderbouwd dat een verkoopopstelling waarbij de kleding op tafels per kleur en model gerangschikt wordt gepresenteerd, gebruikelijk is. Dat geldt eveneens voor de keuze van de kleuren waarin de producten worden aangeboden. Van Meel heeft onderbouwd dat de zachte kleuren wit, roze en mintgroen veel worden gebruikt voor babykleding zodat niet gesproken kan worden van een voor de Noppies producten kenmerkende kleurstelling.
het Noppies groene vestje
4.13.
Ten aanzien van de vraag of Van Meel met het FD groene vestje inbreuk maakt op het auteursrecht dat volgens Nine&Co rust op het Noppies groene vestje, geldt hetzelfde als wat hiervoor sub 4.5 tot en met 4.10 met betrekking tot het roze vestje is overwogen, waarbij wordt opgemerkt dat het Noppies groene vestje geen hartjesprint, maar een sterrenprint heeft. In aanvulling op de hiervoor aangeduide verschillen, merkt de rechtbank op dat de binnenkant van het Noppies groene vestje is uitgevoerd in een contrasterende witte stof, voorzien van de sterrenprint. De binnenkant van het FD groene vestje is aan de binnenkant echter uitgevoerd in een niet-contrasterende groene kleur, voorzien van het letterpatroon. Dit leidt tot de conclusie dat, indien en voor zover het Noppies groene vestje al als auteursrechtelijk beschermd werk kan worden aangemerkt, Van Meel daar met het FD groene vestje geen inbreuk op maakt omdat het FD groene vestje een andere totaalindruk wekt dan het Noppies groene vestje.
4.14.
Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Voor zover het Noppies groene vestje al een eigen gezicht op de relevante markt heeft, heeft Van Meel – gelet op de verschillen zoals die hiervoor zijn besproken – voldoende afstand genomen van het Noppies groene vestje, zodat geen sprake is van zodanige nabootsing dat onnodige verwarring ontstaat. Voor het overige geldt ook hetgeen hiervoor sub 4.12 is overwogen.
het Noppies broekje
4.15.
Nine&Co stelt dat het Noppies broekje voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, omdat het door de combinatie van de volgende elementen – die op zichzelf al bestonden in het vormgevingserfgoed – een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het gaat om:
- een broekje,
  • dat gemaakt is van zachte stof,
  • waarvan zowel de tailleband als de enkelbanden zijn omgeslagen,
  • dat is voorzien van twee steekzakken,
  • waarop op een kwart van de bilnaad een horizontale siernaad is aangebracht.
4.16.
Van Meel heeft betwist dat het Noppies broekje auteursrechtelijke bescherming geniet, omdat het te banaal is om als auteursrechtelijk beschermd werk aangemerkt te worden. De rechtbank volgt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
4.17.
Weliswaar heeft Van Meel geen voorbeelden van vormgevingserfgoed overgelegd waarin alle door Nine&Co genoemde elementen reeds samen voorkwamen, maar dat deze elementen als zodanig reeds voorkwamen in het vormgevingserfgoed, is niet in geschil. Bovendien heeft de ontwerpdirecteur van Nine&Co tijdens de mondelinge behandeling uitgelegd dat de omslag zo is ontworpen voor als de baby groeit, wat betekent dat sprake is van een technisch effect. Dat dit ook op andere wijze kan worden vormgegeven met behoud van dat effect, is gesteld noch gebleken. Daarmee is de keuze voor een omslag van de boord van de taille- en enkelbanden het resultaat van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. Dat element betrekt de rechtbank daarom niet bij de vraag naar de auteursrechtelijke bescherming. Overigens betrekt de rechtbank wel de siernaad daarbij, hoewel ook deze is ingegeven door een technisch effect (namelijk dat meer ruimte ontstaat voor een luier). Van Meel heeft erkend dat een alternatief voor het bereiken van dat effect kan worden gevonden door meer stof te gebruiken en extra ruimte te creëren in de zijnaad.
4.18.
De elementen die derhalve resteren en waarvan de combinatie volgens Nine&Co moet leiden tot het oordeel dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk, zijn de volgende: een broekje gemaakt van zachte stof, voorzien van twee steekzakken met op een kwart van de bilnaad een horizontale siernaad. De rechtbank is van oordeel dat deze combinatie niet kan worden aangemerkt als een selectie die het persoonlijk stempel van de maker draagt. Voor het maken van deze keuze van elementen kan immers geen creatieve arbeid van welke aard dan ook worden aangewezen. Daarmee is sprake van een banale combinatie van niet-beschermde elementen die auteursrechtelijke bescherming ontbeert. Dat leidt tot het oordeel dat Van Meel met het FD broekje geen inbreuk kan maken.
4.19.
Van slaafse nabootsing is naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake. Voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing is vereist dat het product waarvan wordt gesteld dat het is nagebootst een eigen gezicht op de relevante markt heeft. Van Meel heeft gemotiveerd betwist dat aan die voorwaarde is voldaan. Het had op de weg van Nine&Co gelegen haar stelling op dit punt nader te onderbouwen, hetgeen zij heeft nagelaten. De vordering wordt reeds om deze reden afgewezen.
4.20.
Ten overvloede wordt overwogen dat – indien en voor zover het Noppies broekje al een eigen gezicht op de relevante markt zou hebben –Van Meel daar voldoende afstand van heeft genomen. De steekzakjes van het FD broekje zijn anders qua belijning dan de steekzakjes van het Noppies broekje in die zin dat de steekzakjes van het FD broekje ronder aflopen naar de heup. Ook is de horizontale siernaad op de achterkant van het broekje op andere wijze aangebracht. Bij het Noppies broekje is de horizontale naad op de achterzijde vanuit de zijkanten van het broekje naar een lager liggend punt op de middennaad toegewerkt, waar de horizontale naad op de achterzijde van het FD broekje werkelijk recht loopt. Bovendien springen de verschillen ten aanzien van het label en de plaatsing van de op de respectievelijke broekjes aangebrachte merktekens in het oog. Bij het FD broekje zit het label met de tekst ‘frogs & dogs’ in de rechter zijnaad verwerkt, terwijl het label van Noppies aan de achterzijde van het Noppies broekje in de horizontale naad is verwerkt. Het merkteken van Van Meel zit op het rechter broekspijpje en het merklogo op het Noppies broekje op het linker broekspijpje, waarbij zij opgemerkt dat Van Meel het logo als een
puff printheeft aangebracht en Nine&Co als een geborduurd teken. Van zodanige nabootsing dat onnodige verwarring ontstaat is dan ook geen sprake en voor het overige geldt ook hetgeen hiervoor sub 4.12 is overwogen.
het Noppies shirtje
4.21.
Nine&Co stelt dat het Noppies shirtje voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, omdat het door de combinatie van de volgende elementen – die op zichzelf al bestonden in het vormgevingserfgoed – een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt:
  • het is een t-shirt,
  • met lange mouwen,
  • met een ronde boothals,
  • waarbij aan de voorkant van de ronde boothals een doorlopende bies loopt,
  • waarop (op de doorlopende bies) aan weerszijde een drukknoopje is aangebracht,
  • waarop aan de binnenkant van het shirt de woorden “noppies baby” in combinatie met een cirkel met daarin de maat is gedrukt,
  • waarop in de hals een klein glanzend lipje is aangebracht.
4.22.
Van Meel heeft betwist dat zij met haar FD shirtje inbreuk maakt op het auteursrecht dat rust op het Noppies shirtje.
4.23.
De rechtbank stelt voorop dat als het Noppies shirtje al is aan te merken als auteursrechtelijk beschermd werk, de beschermingsomvang daarvan beperkt is. Immers, de afzonderlijke elementen die in hun gezamenlijke combinatie leiden tot (als dit het geval is) auteursrechtelijke bescherming van het Noppies shirtje, bestonden al apart van elkaar in het vormgevingserfgoed. Dit betekent dat met relatief kleine afwijkingen al een andere totaalindruk kan ontstaan dan die van het werk waarvan de auteursrechtelijke bescherming wordt ingeroepen.
4.24.
Met betrekking tot de totaalindrukken van het FD shirtje enerzijds en het Noppies shirtje anderzijds, overweegt de rechtbank als volgt. Een opvallend verschil is de door Nine&Co gehanteerde hartjesprint tegenover de terugkerende letterprint van Van Meel. Voorts is in het Noppies shirtje de boothals afgewerkt met een met ruches versierde bies met dubbele stiksellijnen, waar in het FD shirtje is gekozen voor een rechte bies met een enkel stiksel. Het Noppies shirtje heeft daardoor een luxere uitstraling dan het FD shirtje. Dat wordt nog versterkt doordat Nine&Co aan weerszijden van de boothals heeft gekozen voor twee opvallende witte drukknoopjes voorzien van een klavertje (het Noppies teken), waar Van Meel op dezelfde plek heeft gekozen voor een nagenoeg onzichtbaar drukknoopje in dezelfde kleur als het shirtje. Overigens is tussen partijen niet in geschil dat de plaatsing van deze drukknoopjes een technisch effect heeft, namelijk het vergroten van de doorgang voor het babyhoofdje. De plaats van de knoopjes als zodanig betreft dan ook geen creatieve keuze en dat Van Meel heeft gekozen voor knoopjes op dezelfde plek als in het Noppies shirtje, weegt in zoverre minder zwaar bij de beoordeling van de inbreukvraag. Tot slot springt het verschil in de positie van de merklabels in het oog: Nine&Co heeft haar merklabel in de bies aan de onderkant van het voorpand van het Noppies shirtje aangebracht, waar het merklabel van Van Meel in de rechter zijnaad is verwerkt. Deze verschillen zorgen er naar het oordeel van de rechtbank voor dat de totaalindrukken van de twee shirtjes niet overeenstemmend zijn. Dat in beide shirts inderdaad het merk (‘noppies baby’ respectievelijk ‘frogs and dogs’) en de maat van het shirt zijn weergegeven, maakt dat oordeel niet anders, nu ook dat geen creatieve keuzes betreft. Bovendien heeft Van Meel, anders dan Nine&Co, de maat niet in een cirkel, maar in een hexagon (een zeshoek) geplaatst.
4.25.
Van slaafse nabootsing is reeds geen sprake, omdat Nine&Co gelet op de gemotiveerde betwisting van Van Meel, onvoldoende heeft onderbouwd dat het Noppies shirtje een eigen gezicht op de relevante markt heeft. Voor zover daarvan wel sprake zou zijn, zijn de verschillen tussen de beide shirtjes, zoals hiervoor in het kader van de auteursrechtelijke beoordeling al is overwogen, te groot. Van Meel heeft met haar FD shirtje dan ook voldoende afstand genomen van het Noppies shirtje, zodat geen sprake is van zodanige nabootsing dat onnodige verwarring ontstaat. Voor het overige geldt ook hetgeen hiervoor sub 4.12 is overwogen.
De Noppies ontwerpen
4.26.
Met haar beroep op deze ontwerptekeningen beoogt Nine&Co auteursrechtelijke bescherming in te roepen van kleding die conform de ontwerpen wordt geproduceerd, ook voor zover die afwijkt van de hiervoor besproken Noppies producten. Nine&Co beroept zich in dit kader op dezelfde combinatie van kenmerkende elementen, die bij de beoordeling van de afzonderlijke Noppies producten al is weergegeven en waarnaar de rechtbank kortheidshalve verwijst.
4.27.
Wat betreft ontwerp A (van het vestje) en B (van het broekje), komen de ontwerpen overeen met het Noppies roze vestje en het Noppies broekje zoals uiteindelijk op de markt gebracht. [10] De beoordeling van de vragen naar auteursrechtelijke bescherming van en inbreuk op die ontwerpen, moet dan ook tot dezelfde uitkomst leiden als bij de beoordeling van die vragen met betrekking tot de producten. Dat leidt tot het oordeel dat Van Meel met het FD roze vestje, FD groene vestje en het FD broekje geen inbreuk maakt op de auteursrechten op de Noppies ontwerpen (zo dat daar op zou rusten).
4.28.
Ontwerp C (van het shirtje) heeft niet alle kenmerkende elementen die volgens Nine&Co het product Noppies shirtje wel heeft. Zo ontbreekt de bedrukking ‘noppies baby’ in combinatie met een cirkel met daarin de maat en het glanzende lipje. Dat doet echter niets af aan de hiervoor sub 4.24 besproken verschillen, waar nog bij komt dat in het FD shirtje is gekozen voor een letterpatroon, waar ontwerp C een effen shirtje toont. Deze verschillen leiden ertoe dat geen sprake is van overeenstemmende totaalindrukken. Ook met betrekking tot het FD shirtje komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat geen sprake is van inbreuk op het auteursrecht op het ontwerp van Nine&Co (zo dat daar al op zou rusten).
Slotsom en proceskosten
4.29.
Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen van Nine&Co zullen worden afgewezen.
4.30.
Nine&Co zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Van Meel heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van de daadwerkelijk door haar gemaakte proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv. Van Meel heeft haar kosten ter zake gespecificeerd tot een bedrag van € 30.203,58 inclusief kantoorkosten en verschotten (en € 27.923,50 exclusief kantoorkosten en verschotten).
4.31.
De onderhavige procedure betreft een vordering met een gemengde grondslag, die voor het grootste deel betrekking heeft op handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv (het IE-deel) en voor een klein deel ziet op een gestelde onrechtmatige daad (het niet IE-deel). De rechtbank zal, overeenkomstig Van Meel daarover heeft gesteld, 90% van de procedure toeschrijven aan de IE-rechtelijke grondslag en 10% aan de grondslag onrechtmatig handelen.
4.32.
Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt voor wat betreft het IE-deel van deze procedure aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Onderhavige zaak valt naar het oordeel van de rechtbank onder de categorie normale bodemprocedure met een maximumtarief van € 17.500,- voor kosten terzake de werkzaamheden van de advocaat. Van dit bedrag zal 90% worden toegewezen aan het IE-deel van de procedure, te weten € 15.750,-. Dit bedrag wordt voor het niet IE-deel van de procedure vermeerderd met 10% van het geldende liquidatietarief (tarief II), te weten € 112,60 (te weten € 563,- x 2 x 0,1), zodat het totaal toe te wijzen bedrag aan salaris advocaat € 15.862,60 bedraagt. Het meer of anders terzake gevorderde wordt afgewezen. Dit bedrag wordt evenwel verhoogd met € 639,- aan griffierecht, zodat in totaal € 16.501,60 aan proceskosten wordt toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Nine&Co in de proceskosten aan de zijde van Van Meel, tot op heden begroot op € 16.501,60;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Brakel en in het openbaar uitgesproken door
mr. D. Nobel op 8 december 2021.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Auteurswet
3.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I) en HvJEU 1 december 2011, ECLI:EU:C:2011:798, C-145/10 (Painer)
4.Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes)
5.Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, (Lancôme / Kecofa)
6.Hoge Raad 29 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux/Mediamax)
7.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 (Stokke / H3)
8.HR 20 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6999 (Lego), HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:938 (All Round/Simstars)
9.Proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 januari 2021, onder randnummers 10 en 14 zijdens Nine&Co
10.Het in de dagvaarding opgenomen ontwerp van het vestje week af van het uiteindelijke product, maar tijdens de mondelinge behandeling bleek dat het onjuiste ontwerp was ingeroepen.