ECLI:NL:RBDHA:2021:135
Rechtbank Den Haag
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verschoningsverzoek in de Chipshol-zaak met betrekking tot rechterlijke onpartijdigheid
Op 12 januari 2021 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. R.H. Smits, rechter in de rechtbank Den Haag, in de context van de hoofdzaak met kenmerk SGR AWB 19/4626 WATER G 1C. De eisers in deze zaak zijn onder andere Park Schiphol-Rijk U.A., Park Data Hub 3.0 U.A., en Chipshol IV B.V., bijgestaan door mr. H.J.M. van Schie. De verweerder is het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Rijnland, met Schiphol Nederland B.V. als belanghebbende partij, bijgestaan door mr. F. Onrust.
De procedure is gestart met een verschoningsverzoek op 11 januari 2021, dat niet ter zitting is behandeld. De rechter heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019 lid is geweest van het gerechtsbestuur van de rechtbank, waar diverse kwesties met betrekking tot de Chipshol-zaak aan de orde zijn geweest. Dit heeft geleid tot de vrees dat hij de zaak niet onpartijdig kan behandelen, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij procedures en klachten die direct verband hielden met Chipshol Holding B.V. en andere betrokken partijen.
De verschoningskamer heeft geoordeeld dat de schijn van partijdigheid vermeden moet worden en heeft het verzoek tot verschoning toegewezen. Dit houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden voortgezet. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen.