ECLI:NL:RBDHA:2021:13488
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning voor rolstoelvervoer met begeleiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag over de toekenning van een vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Eiser had een aanvraag ingediend voor vergoeding van de aanschaf van een auto om zijn invalide zoon, [A], te vervoeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente bij het primaire besluit een vervoersvoorziening in de vorm van collectief aanvullend vervoer (CAV) heeft toegekend, maar dat eiser dit als ontoereikend beschouwde. Eiser voerde aan dat zijn zoon, [A], meervoudige en complexe lichamelijke en mentale beperkingen heeft en dat het CAV niet voldoet aan zijn vervoersbehoeften, vooral niet in spoedgevallen of buiten reguliere uren.
De rechtbank heeft de medische rapporten van de adviserend geneeskundige A. Martinez in overweging genomen, die concludeerde dat rolstoeltaxivervoer met begeleiding geschikt en doelmatig is voor [A], mits hij niet te lang hoeft te wachten en zijn hulpmiddelen kan meenemen. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om aan de bevindingen van de geneeskundige te twijfelen en dat de door eiser overgelegde medische rapporten geen nieuwe informatie boden die de eerdere conclusies tegenspraken. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vervoersbehoefte van [A] niet alleen beperkt is tot schoolvervoer, maar dat er ook andere medische afspraken zijn die vervoer vereisen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de gemeente op goede gronden heeft besloten om de CAV toe te kennen als passende voorziening voor de beperkingen van [A]. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.