ECLI:NL:RBDHA:2021:13458
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding wegens huurachterstand van 10 maanden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Heineken Nederland B.V. en de besloten vennootschap Soulsistah Beach BV. Heineken vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte die zij aan Soulsistah verhuurde, vanwege een huurachterstand van tien maanden. De huurovereenkomst was op 1 december 2020 ingegaan, maar Soulsistah had slechts één maand huur betaald, ondanks een overeengekomen huurvrije periode van 1,5 maand. Heineken had diverse pogingen ondernomen om betalingsafspraken te maken, maar zonder resultaat.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 november 2021 erkende Soulsistah de vordering van Heineken, maar gaf aan dat de achterstand op korte termijn kon worden ingelopen. De kantonrechter oordeelde dat Heineken een spoedeisend belang had bij de vordering tot ontruiming, gezien de aanzienlijke huurachterstand. De rechter overwoog dat de kans groot was dat in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming zouden worden uitgesproken.
De kantonrechter wees de vordering tot ontruiming toe, maar wees de machtiging voor zelfuitvoering af, omdat deze al voortvloeit uit de wet. Soulsistah werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De rechter gaf Soulsistah een termijn van drie weken om de achterstand in te lopen, met de toezegging van Heineken dat het vonnis niet ten uitvoer zou worden gelegd als aan deze voorwaarde werd voldaan. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige huurbetalingen en de gevolgen van huurachterstand voor huurders.