Op 2 december 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een verzoeker tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoeker, die in financiële problemen verkeerde, had een schuldenlast van € 182.095,82 en werkte fulltime als kok met een netto inkomen van € 1.607,44. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet in staat was om zijn schulden te betalen en dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden, ondanks dat deze voornamelijk bij de Belastingdienst lagen. De rechtbank constateerde dat het minnelijk traject van 3,5 jaar niet succesvol was geweest door gebrekkige schuldhulpverlening en dat de verzoeker sinds 2018 zijn onderneming had beëindigd en sindsdien in loondienst werkte.
De rechtbank besloot om de verzoeker toe te laten tot de WSNP, maar stelde de looptijd van de regeling vast op één jaar in plaats van de gebruikelijke drie jaar. Dit was gebaseerd op de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder de lange duur van het minnelijk traject en de inspanningen van de verzoeker om zijn schulden aan te pakken. De rechtbank benoemde R.G.C. Veneman als rechter-commissaris en T.P.F. Eisses als bewindvoerder. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 december 2021.