ECLI:NL:RBDHA:2021:13168

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
NL21.14804
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag zonder nieuwe elementen

In de zaak tussen [naam 1], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 november 2021 uitspraak gedaan. Verzoekster heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 17 september 2021 is afgewezen als niet-ontvankelijk. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het beroep vond plaats op 5 november 2021, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M. Lorier, en gebruik werd gemaakt van een telefonische tolk. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er bij uitspraak van dezelfde datum in een andere zaak (NL21.14803) al een beslissing is genomen op het beroep van verzoekster. Gezien het feit dat er geen relevante nieuwe elementen of bevindingen zijn gepresenteerd, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.14804

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1] , verzoekster, V-nummer: [nummer]

mede namens haar minderjarige zoon
[naam 2]
(gemachtigde: mr. A.A. Hardoar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Lorier).

Procesverloop

Bij besluit van 17 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De behandeling van het beroep heeft, tezamen met de zaak NL21.14803, plaatsgevonden op 5 november 2021. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Met hulp van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland is er gebruik gemaakt van een telefonische tolk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.14803, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.