Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.de vennootschap onder firma KEBAPCI DEN HAAG,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 augustus 2021;
- de brief van mr. Peijnenburg van 5 augustus 2021 met de akte houdende indiening producties met producties EP01 t/m EP09;
- het op 16 augustus 2021 betekende oproepingsexploot waarin een gewijzigde datum voor de mondelinge behandeling van het kort geding wordt aangezegd;
- de e-mail van mr. Kortman aan de rechtbank van 12 oktober 2021 met producties GP01 t/m GP14;
- het e-mailbericht van [eisers] van 19 oktober 2021, met productie EP11;
- de pleitnota van [eisers] , ontvangen op 26 oktober 2021;
- de pleitnota van Kebapci Den Haag c.s., ontvangen op 26 oktober 2021;
- het e-mailbericht van [eisers] van 28 oktober 2021, met productie EP10 (de kostenspecificatie);
- het e-mailbericht van Kebapci Den Haag c.s. van 2 november 2021, met productie GP15 (de kostenspecificatie).
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
b(met een b aan het eind, de spelling volgens de Online Dikke Van Dale [4] ) te maken hebben, staat daaraan niet in de weg.
tsjieof kebap
tju) vanwege de cedille in het beeldmerk, en niet in de twee daaraan voorafgaande lettergrepen (‘kebap’). Het beeldmerk en het Logo stemmen visueel in hoge mate overeen, nu de gemiddelde consument een stierenkop vergezeld van het woord Kebapci waarneemt. Begripsmatig is er geen verschil tussen het beeldmerk en het Logo, alleen al omdat – zoals hiervoor is overwogen – de gemiddelde consument geen duidelijke vaststaande betekenis zal toekennen aan het woord Kebapci.
€ 375,63 aan deurwaarderskosten en € 150,00 aan verschotten, waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 7.192,63. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is eveneens toewijsbaar.