In deze zaak heeft eiseres, die lijdt aan aandachts- en concentratieproblemen en impulsief gedrag, een aanvraag ingediend voor verlenging van haar persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres ontving eerder begeleiding in de vorm van een pgb met de intensiteit 'plus', maar na een huisbezoek adviseerde verweerder haar om professionele begeleiding te ontvangen voor een periode van zes maanden. Eiseres heeft echter een pgb aangevraagd voor begeleiding door haar dochter, wat leidde tot verschillende primaire besluiten van verweerder. In de bestreden besluiten heeft verweerder de bezwaren van eiseres deels gegrond verklaard, maar ook een pgb met de intensiteit 'basis' toegekend, wat eiseres betwistte.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, omdat het onderzoek naar haar specifieke ondersteuningsbehoefte onvoldoende was. Er was geen psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd om de ernst van haar aandoening en de bijbehorende beperkingen in kaart te brengen. De rechtbank oordeelde dat het ontbreken van dit onderzoek de motivering van verweerder niet valide maakte. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de resultaten van het inmiddels uitgevoerde psychodiagnostisch onderzoek. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald.