ECLI:NL:RBDHA:2021:1314
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor het vellen van een plataan in Zoetermeer
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het vellen van een plataan. Verzoekers, bewoners van een appartementencomplex in Zoetermeer, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, dat op 14 januari 2020 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het vellen van de plataan. Verzoekers betogen dat er geen sprake is van overmatige schaduwoverlast, zoals door verweerder is gesteld, en dat de meetmethoden die zijn gebruikt om de schaduwoverlast te bepalen onnauwkeurig zijn.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente Zoetermeer de vergunning heeft verleend op basis van het bomenbeleid, dat vereist dat er een verwijderingsbelang moet worden aangetoond. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de argumenten van verweerder onvoldoende zijn onderbouwd. De metingen van de schaduwoverlast zijn niet verifieerbaar en de voorzieningenrechter heeft twijfels over de juistheid van de claim dat er 37% bezonning mogelijk is. Dit leidt tot de conclusie dat het belang van schaduwhinder niet opweegt tegen de belangen die pleiten voor het behoud van de plataan.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit en het primaire besluit geschorst tot zes weken na de uitspraak op het beroep. Tevens is bepaald dat verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.