ECLI:NL:RBDHA:2021:13103

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
NL21.16435
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 november 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster had op 11 oktober 2021 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats in Middelburg, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M.B. van den Toorn-Volkers, en een tolk, M. Balen. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. E. van Hoof.

Tijdens de zitting op 18 november 2021 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar heeft deze afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening werd gedaan met verwijzing naar de uitspraak van dezelfde dag in de hoofdzaak, zaaknummer NL21.16435, waarin de rechtbank ook uitspraak had gedaan op het beroep van verzoekster. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.16435
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster v-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster afgewezen als kennelijk ongegrond.1
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.16434, op 18 november 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Balen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.16435, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
1. Op grond van artikel 30 b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 november 2021 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR18248975

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.