ECLI:NL:RBDHA:2021:12743

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 november 2021
Publicatiedatum
19 november 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4726
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de WGA-vervolguitkering en de arbeidsongeschiktheid van eiseres na medische en arbeidskundige onderzoeken

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2021, betreft het een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.L.M. Vreeswijk, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. C. Nobel. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv waarin werd vastgesteld dat haar WGA-vervolguitkering niet zou wijzigen. Eiseres, die sinds 2016 arbeidsongeschikt is door lichamelijke en psychische klachten, ontving een WGA-uitkering op basis van 45-55% arbeidsongeschiktheid. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, concludeerde het Uwv dat er geen wijziging in de uitkering nodig was, ondanks de door eiseres aangevoerde toegenomen klachten.

De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van eiseres beoordeeld. Eiseres voerde aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en onvoldoende rekening hield met haar psychische klachten. De rechtbank oordeelde dat de medische rapporten zorgvuldig waren opgesteld en dat de verzekeringsarts b&b adequaat had gehandeld door de beschikbare medische informatie te betrekken. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts b&b terecht had vastgesteld dat eiseres, ondanks haar klachten, in staat was om licht aangepast werk te verrichten.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de WGA-vervolguitkering van eiseres niet zou wijzigen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheid en de rechten van de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/4726

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.L.M. Vreeswijk),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder
(gemachtigde: mr. C. Nobel).

Procesverloop

In het besluit van 11 juni 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder bepaald dat de uitkering die eiseres op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ontvangt, berekend op basis van 45-55% arbeidsongeschiktheid, niet wijzigt.
In het besluit van 29 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft via een beeldverbinding (Skype) plaatsgevonden op
25 oktober 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

Wat vooraf ging aan deze procedure
1. Eiseres werkte als datatypiste voor 40 uur per week bij [B.V.] B.V. Zij is op 6 augustus 2016 uitgevallen voor dit werk met lichamelijke klachten en psychische klachten. Met ingang van 7 augustus 2018 is aan eiseres een loongerelateerde WGA-uitkering [1] op grond van de Wet WIA toegekend. Deze uitkering is op 7 juni 2019 beëindigd, waarna eiseres in aanmerking is gebracht voor een WGA-vervolguitkering.
2.1
Eiseres heeft verweerder op 18 februari 2019 schriftelijk bericht dat haar gezondheid per 12 december 2018 is verslechterd. Hierna heeft verweerder een medisch onderzoek door een verzekeringsarts laten verrichten. De verzekeringsarts heeft bij eiseres geen verergering van de medische problematiek vastgesteld, waarna verweerder het primaire besluit heeft genomen. Hierin heeft verweerder bepaald dat de WGA-vervolguitkering niet wijzigt. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft onverminderd 45 tot 55%.
2.2
Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) een medisch onderzoek verricht. De verzekeringsarts b&b is tot de conclusie gekomen dat eiseres meer beperkingen heeft dan aanvankelijk is aangenomen. Hij heeft de beperkingen in een nieuwe Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) vastgelegd. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige aan de hand van die FML een aantal functies voor eiseres geselecteerd. Aan de hand van die functies is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 50%. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft onverminderd 45 tot 55%.
2.3
Met een brief van 20 februari 2020 heeft verweerder eiseres bericht dat hij voornemens is om het primaire besluit te handhaven. Eiseres heeft hiertegen aanvullende bezwaargronden ingediend.
2.4
Verweerder heeft de verzekeringsarts b&b opnieuw naar de zaak laten kijken. De verzekeringsarts b&b heeft wijzigingen aangebracht in de FML waarna een arbeidskundig onderzoek is verricht door de arbeidsdeskundige b&b. Hij vindt eiseres niet meer geschikt voor alle functies die eerder zijn geduid door de eerste arbeidsdeskundige. De functies waarvoor hij eiseres wel geschikt vindt, zijn de functies productiemedewerker industrie (SBC-code 111180), huishoudelijk medewerker gebouwen (SBC-code 111334) en medewerker tuinbouw (planten, bloemen en vruchten) (SBC-code 111010). Op basis van die functies is het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 53,12%. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft onverminderd 45 tot 55%. In het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit daarom gehandhaafd.
Standpunt van eiseres
3.1
Eiseres voert aan dat het bestreden besluit op onzorgvuldige wijze is genomen, een deugdelijke motivering mist en op een onjuiste feitelijke grondslag berust. Er is volgens eiseres onvoldoende (deugdelijk) gemotiveerd ingegaan op de bezwaargronden en op hetgeen is aangevoerd in reactie op het voornemen om het primaire besluit te handhaven. Eiseres vindt dat onvoldoende rekening is gehouden met haar toegenomen psychische klachten, haar slaapproblemen en de toegenomen prikkelbaarheid die met de slaapproblemen verband houdt. Eiseres vindt dat zij beperkt is voor het omgaan met patiënten en hulpbehoevenden, samenwerken en conflicthantering. Ook vindt eiseres dat er ten onrechte geen adequate urenbeperking in acht is genomen.
3.2
Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres zijn beroepsgronden nader toegelicht. Hij heeft desgevraagd beaamd dat eiseres wel beperkt is geacht voor de onderdelen samenwerken en het omgaan met patiënten en hulpbehoevenden. Bij dit laatste onderdeel is in de FML echter een nuancering aangebracht waarmee hij het niet eens is. Deze nuancering komt erop neer dat vluchtig contact met patiënten en hulpbehoevenden wel mogelijk is. Gelet op de psychische klachten waarvan bij eiseres sprake is kan hij zich hiermee niet verenigen.
3.3.1
Ook heeft de gemachtigde van eiseres als beroepsgrond aangevoerd dat de verzekeringsarts b&b met de behandelend psychiater van eiseres overleg heeft gevoerd, maar dat de resultaten van dit overleg onvoldoende duidelijk op schrift zijn gesteld en dat hiervan stukken in het dossier ontbreken.
3.3.2
De verzekeringsarts b&b heeft op deze beroepsgrond in het aanvullende rapport van 18 oktober 2021 gereageerd. Hij heeft toegelicht dat de ontvangen medische informatie van de psychiater in het dossier zit en dat er verder geen nader overleg heeft plaatsgevonden met de behandelend sector.
Beoordeling door de rechtbank.
4. De gemachtigde van eiseres heeft ter zitting de beroepsgrond die hiervoor onder 3.3.1 is vermeld ingetrokken. Deze beroepsgrond blijft daarom buiten bespreking.
5. De rechtbank moet aan de hand van de beroepsgronden beoordelen of het bestreden besluit op een voldoende medische en arbeidskundige grondslag rust.
5.1
Verweerder heeft zijn besluiten gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Hij mag die rapporten volgen als aan drie voorwaarden is voldaan. De rapporten moeten dan:
- op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- geen tegenstrijdigheden bevatten, en;
- voldoende begrijpelijk zijn.
5.2
Als eiseres van mening is dat een rapport niet aan deze voorwaarden voldoet, dan moet zij uitleggen waarom hij dat vindt. Als eiseres het niet eens is met de beoordeling van de verzekeringsartsen, dan moet zij informatie van een andere arts inbrengen waaruit blijkt dat de beoordeling onjuist is. Het is niet genoeg als eiseres alleen haar gezondheidsklachten noemt.
Voldoet het medisch onderzoek aan de eisen?
6.1
De rechtbank vindt dat de medische rapporten zorgvuldig, zonder tegenstrijdigheid en begrijpelijk zijn. De eerste verzekeringsarts heeft het dossier bestudeerd en heeft onderzoek gedaan naar de klachten van eiseres. Hij heeft kennis genomen van de beschikbare medische informatie van de behandelaars van eiseres. Uit het rapport van de eerste verzekeringsarts volgt ook dat hij eiseres psychisch heeft onderzocht.
Daarnaast heeft de verzekeringsarts b&b een uitgebreid medisch onderzoek verricht in de bezwaarfase. Hij heeft eiseres op 18 november 2019 op de hoorzitting gezien waarbij hij haar psychiatrisch heeft geobserveerd. Ook heeft hij medische informatie opgevraagd en verkregen van de psychiater waarbij het gaat om de brief van 16 december 2019. Deze informatie heeft hij kenbaar betrokken bij zijn oordeelsvorming. De verzekeringsarts b&b heeft naar aanleiding van de aanvullende bezwaargronden van eiseres op 14 mei 2020 nogmaals het dossier bestudeerd. Hij is hierbij uitgebreid ingegaan op de bezwaargronden van eiseres, in welke gronden hij aanleiding heeft gezien om meer beperkingen aan te nemen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts b&b verder eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden beargumenteerd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dit betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
6.2
Wat eiseres in beroep aanvoert geeft geen reden het medisch oordeel van de verzekeringsarts b&b voor onjuist te houden. Uit de rapportages van de verzekeringsarts b&b volgt dat hij heeft onderkend dat bij eiseres sprake is van een serieuze psychische aandoening, maar dat er geen reden is om te stellen dat eiseres geen enkele vorm van licht aangepast werk zou kunnen doen. De verzekeringsarts b&b heeft hierbij rekening gehouden met de medische informatie van de psychiater van 16 december 2019 waaruit volgens hem niet valt af te leiden dat eiseres vanwege zeer ernstige psychiatrische symptomen volledig arbeidsongeschikt had moeten worden beschouwd. Dit betekent dat benutbare mogelijkheden moeten worden aangenomen voor eiseres. De verzekeringsarts b&b heeft in de rubrieken persoon en sociaal functioneren van de FML diverse beperkingen op psychisch gebied vastgelegd. Het gaat hierbij om beperkingen voor het vasthouden en verdelen van de aandacht, het hanteren van emotionele problemen van anderen, het uiten van de eigen gevoelens, het omgaan met conflicten en het samenwerken. Eiseres is verder aangewezen op een voorspelbare werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen, veelvuldige deadlines of productiepieken en zonder een verhoogd persoonlijk risico. Het moet ook gaan om werk waarin geen hoog handelingstempo is vereist. Daarnaast is eiseres aangewezen op werk waarin meestal weinig of geen rechtstreeks contact met klanten en met patiënten of hulpbehoevenden vereist is, waarin geen leidinggevende aspecten voorkomen en waarin zo nodig kan worden teruggevallen op directe collega’s of leidinggevenden. Ook op lichamelijk gebied zijn er een aantal beperkingen vastgesteld in de rubrieken fysieke omgevingseisen en dynamische handelingen. Verder is er een urenbeperking vastgesteld van 4 uur per dag, 20 twintig uur per week. Al deze beperkingen staan vermeld in de FML van 14 mei 2020. Hiermee is eiseres niet tekort gedaan.
6.3
De beroepsgrond van eiseres dat de verzekeringsarts b&b ten onrechte heeft vastgesteld dat een vluchtig contact met patiënten of hulpbehoevenden wel mogelijk is, treft geen doel. Uit de rapportage van de verzekeringsarts b&b en de overige beschikbare medische informatie valt niet af te leiden dat een dergelijk minimaal contact niet tot haar mogelijkheden behoort.
6.4
Gelet op het voorgaande bestond er naar het oordeel van de rechtbank geen twijfel over de door de verzekeringsarts b&b vastgestelde belastbaarheid van eiseres.
Arbeidskundige beoordeling
Voldoet het arbeidskundige onderzoek aan de eisen?
7.1
De beroepsgrond van eiseres dat de geduide functies ten onrechte voor haar geschikt zijn geacht omdat onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen, treft geen doel. De rechtbank gaat uit van de juistheid van de (aangepaste) FML. Op basis van die FML zijn de functies geduid. Hierbij is dus rekening gehouden met de beperkingen die van toepassing zijn. Dit betekent dat de belasting in de geduide functies de mogelijkheden van eiseres niet overschrijdt. Daarbij komt dat de signaleringen die door het CBBS zijn gepresenteerd als teken van een mogelijke overschrijding van de belastbaarheid, door de arbeidsdeskundige b&b afdoende zijn voorzien van een toelichting.
7.2.1
Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres met betrekking tot de functie huishoudelijk medewerker gebouwen - kort samengevat - aangevoerd dat deze functie ongeschikt is omdat hierin moet worden samengewerkt. Dit heeft hij uit de functiebeschrijving afgeleid waarin onder meer staat vermeld dat naar gelang de grootte van de afdeling alleen of met meer collega’s samen wordt gewerkt. Hiertoe is eiseres gezien haar psychische klachten niet in staat.
7.2.2
Deze beroepsgrond, die specifiek ziet op de arbeidsdeskundige component van de schatting, is pas tijdens de zitting naar voren gebracht. Hierdoor kon de gemachtigde van verweerder daarop geen adequate reactie geven. De rechtbank vindt het op zo’n laat moment indienen van een nieuwe beroepsgrond in strijd met de goede procesorde. Niet gebleken is dat eiseres deze grond niet eerder (in het beroepschrift of in een nadere memorie, tijdig vóór de zitting) naar voren heeft kunnen brengen. Deze beroepsgrond blijft daarom buiten bespreking.
Conclusie.
8. Vergelijking van het inkomen dat eiseres met de geduide functies zou kunnen verdienen met het voor haar van toepassing zijnde maatmanloon, leidt tot een verlies aan verdiencapaciteit van 53,12%. Verweerder heeft dan ook terecht beslist dat de hoogte van de WGA-vervolguitkering van eiseres niet wijzigt.
9. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van S.J.W. Stort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 november 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten