Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
25 oktober 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2021, betreft het een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.L.M. Vreeswijk, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. C. Nobel. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv waarin werd vastgesteld dat haar WGA-vervolguitkering niet zou wijzigen. Eiseres, die sinds 2016 arbeidsongeschikt is door lichamelijke en psychische klachten, ontving een WGA-uitkering op basis van 45-55% arbeidsongeschiktheid. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, concludeerde het Uwv dat er geen wijziging in de uitkering nodig was, ondanks de door eiseres aangevoerde toegenomen klachten.
De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van eiseres beoordeeld. Eiseres voerde aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en onvoldoende rekening hield met haar psychische klachten. De rechtbank oordeelde dat de medische rapporten zorgvuldig waren opgesteld en dat de verzekeringsarts b&b adequaat had gehandeld door de beschikbare medische informatie te betrekken. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts b&b terecht had vastgesteld dat eiseres, ondanks haar klachten, in staat was om licht aangepast werk te verrichten.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de WGA-vervolguitkering van eiseres niet zou wijzigen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheid en de rechten van de betrokken partijen.