ECLI:NL:RBDHA:2021:12702

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
C/09/619790 / FA RK 21-7187
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 oktober 2021 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren op [geboortedag] 2001, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 21 oktober 2021 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een arts in opleiding tot psychiater (AIOS) en de moeder van betrokkene, zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene zich verzet tegen opname en behandeling, wat leidt tot ernstig nadeel voor haar ontwikkeling en welzijn. De AIOS heeft aangegeven dat er nog onvoldoende vertrouwen is dat betrokkene op vrijwillige basis aan haar behandeling zal meewerken, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van drie maanden, tot en met 29 januari 2022, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig.

De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg goedgekeurd: toedienen van medicatie, verrichten van medische controles, andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, beperken van de bewegingsvrijheid, en opnemen in een accommodatie. De beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/619790 / FA RK 21-7187
Datum beschikking: 29 oktober 2021

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. P. Arkema-Hummel te Rijswijk.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 oktober 2021, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 13 oktober 2021 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 27 oktober 2021;
- een zorgplan van 12 oktober 2021;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 oktober 2021;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2021.
Ter zitting zijn de volgende personen door de rechtbank gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat,
- de arts in opleiding tot psychiater, [AIOS] ,
- de moeder van betrokkene, en
- de [verpleegkundige] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat stap voor stap iets beter met haar gaat. Zij meent dat zij geen gevaar vormt en dat zij nooit iemand bewust kwaad zal doen. Wel erkent betrokkene al langere tijd niet lekker in haar vel te zitten. Betrokkene is bekend met een angststoornis en is sinds kort in groepstherapie bij PsyQ. Zij heeft haar MBO-opleiding afgerond. Zij vindt het moeilijk dat zij bij het [afdeling 1] is beland, wat tegen haar wil was. Ook de injecties die zij daar kreeg, vond zij niet fijn. Betrokkene wil terug naar haar moeder en zo snel mogelijk haar groepsbehandeling bij PsyQ hervatten. Betrokkene is bereid om medicatie te gebruiken, mits dit de juiste medicatie is en goed over de medicatie gesproken kan worden.
De advocaat heeft primair gepleit voor een vrijwillig verblijf van betrokkene in de context dat zij feitelijk bij haar grootouders woont en dadelijk weer tijdelijk bij de moeder, zodat zij haar eigen leven vorm kan geven met afspraken en een moeder die toeziet op medicatie inname. Subsidiair als de rechtbank hier niet in meegaat verzoekt de advocaat om de zorgmachtiging in duur te bekorten tot een periode van drie maanden zodat betrokkene die maanden nog ondersteuning heeft. De advocaat heeft verklaard dat het momenteel heel goed gaat met haar cliënt, die veel toegankelijker is geworden. Er is een moment geweest dat het even niet goed met betrokkene ging, omdat zij niet met haar emoties overweg kon, vanwege de dingen die zij tijdens de groepstherapie hoorde. De nieuwe wet Wvggz gaat uit van vrijwilligheid, eigen verantwoordelijkheid, autonomie, goed luisteren naar wat betrokkene wil en kijken naar subsidiariteit en effectiviteit. Volgens de advocaat is er niet langer sprake van ernstig nadeel. Betrokkene wordt het best geholpen met medicatie, maar wel met goede afspraken hierover.
De AIOS heeft verklaard dat betrokkene erg haar best doet en dat sinds zij aan het begin van de week van de afdeling [afdeling 1] naar de [afdeling 2] is overgeplaatst, en hier meer perspectief heeft gekregen, wat beter met haar gaat. Zij is er echter nog niet. Aan de ene kant wordt betrokkene op medicatie ingesteld en anderzijds wordt andere medicatie afgebouwd. Bij betrokkene is nog sprake van veel angst, maar ook van achterdocht jegens haar behandelaren. Zij vindt het moeilijk om haar verhaal te doen. De AIOS acht het van belang dat het goed gaat met de medicatie en dat betrokkene goed ingesteld kan worden op een antipsychoticum. Bij betrokkene bestaat weerstand tegen Lorazapam. Op dit moment heeft de AIOS er nog onvoldoende vertrouwen in dat betrokkene op vrijwillige basis aan haar behandeling mee zal werken, omdat er dingen zijn die betrokkene niet wil, maar wel nodig heeft. Langere observatie van betrokkene is nog nodig. Daarvoor moet zij gezien en gesproken worden. De AIOS kan zich vinden in het subsidiaire verzoek van de advocaat om een zorgmachtiging voor de duur van drie maanden.
De moeder van betrokkene heeft verklaard dat zij van mening is dat betrokkene op dit moment niet alleen thuis kan zijn, omdat de moeder en haar vriend fulltime werken. Bovendien moet betrokkene nog goed op medicatie worden ingesteld, wat de moeder belangrijk vindt, maar betrokkene ook, omdat zij zich hierdoor beter voelt. Haar dochter heeft één jaar uitgetrokken om aan haar mentale gezondheid te werken.

Beoordeling

Op 4 oktober 2021 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 25 oktober 2021.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Uit de stukken blijkt dat er bij betrokkene sprake is van een geringe intake van vocht en voeding, en dat er geen inzicht is in de klachten, en het feit dat er sprake is van een stoornis. Betrokkene verzet zich tegen opname en behandeling. Dit geeft grote schade aan haar ontwikkeling, haar psychisch en lichamelijk welzijn.
Om een crisissituatie en het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Weliswaar heeft de advocaat gepleit tot afwijzing van het verzoek omdat betrokkene - die bekend is met een angststoornis en hiermee geholpen wil worden -, maar uit de verklaring van de AIOS kan worden afgeleid dat zij op dit er nog niet voldoende vertrouwen in heeft dat betrokkene op vrijwillige basis aan haar verdere behandeling zal meewerken omdat er vormen van zorg zijn die betrokkene niet wil maar wel nodig heeft. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.
De rechtbank ziet evenwel aanleiding om de zorgmachtiging, conform het verzoek van de advocaat, in duur te beperken tot de duur van drie maanden. De AIOS heeft zich hier niet tegen verzet. Zij erkent dat het vooruitzicht van perspectief op de [afdeling 2] ertoe heeft geleid dat het wat beter met betrokkene gaat, waardoor de behandeling en noodzakelijke zorg naar verwachting op termijn op vrijwillige basis kan worden voortgezet.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 januari 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, bijgestaan door P.A. Kok als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 29 oktober 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 november 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.