ECLI:NL:RBDHA:2021:12631

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
09/187663-19
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling van een minderjarige neef door de verdachte tijdens een livestream

Op 17 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedag] 1991, die beschuldigd werd van mishandeling van zijn achtjarige neefje, [slachtoffer], op 4 augustus 2019 in Leiden. De zaak kwam aan het licht door meldingen van een livestream op Facebook waarin de verdachte te zien was terwijl hij het kind mishandelde. De rechtbank heeft het onderzoek gehouden op 6 november 2019 en 3 november 2021, waarbij de officier van justitie, mr. F.M. de Vries, de verdachte ten laste legde dat hij [slachtoffer] had geschopt, geslagen, op hem had gestaan en hem had verhinderd te slapen door hem wakker te schreeuwen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de tenlastegelegde handelingen ontkent, maar dat er voldoende bewijs is om te concluderen dat hij [slachtoffer] heeft mishandeld. Dit blijkt uit verklaringen van getuigen en camerabeelden. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op het lichaam van [slachtoffer] heeft gestaan, hem in een been heeft geknepen en hem gedurende de nacht wakker heeft gehouden. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van andere tenlastegelegde handelingen wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken, gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, het gedrag van de verdachte tijdens de livestream en zijn eerdere veroordelingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. N. de Jong, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09-187663-19
Datum uitspraak: 17 november 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de door de politierechter naar de meervoudige kamer verwezen zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] Leiden.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 6 november 2019 (pro forma) en 3 november 2021 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. F.M. de Vries en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. P.J.W. de Water naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 3 november 2021 - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te Leiden [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] te schoppen / trappen en/of slaan tegen de benen en/of voeten en/of op het lichaam van die [slachtoffer] te springen en/of staan en/of die [slachtoffer] in een been te knijpen en/of aan een been van die [slachtoffer] te trekken en/of die [slachtoffer] te verhinderen te slapen en/of wakker te maken door tegen hem te schreeuwen;
subsidiair althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Leiden, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer]
, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten wakker worden en/of wakker blijven, door:
- die [slachtoffer] te schoppen en/of trappen en/of slaan tegen de benen en/of voeten en/of
- op het lichaam van die [slachtoffer] te springen en/of te staan en/of
- die [slachtoffer] in een been te knijpen en/of
- aan een been van die [slachtoffer] te trekken en/of
- tegen die [slachtoffer] te schreeuwen.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
In de nacht van 4 augustus 2019 kwamen bij de politie diverse meldingen binnen dat in een besloten Facebook-groep een livestream werd getoond van een man die een kind zou mishandelen. Naar aanleiding van een op de livestream zichtbare identiteitskaart is de verdachte diezelfde nacht aangehouden in de woning van zijn ouders. Het neefje van de verdachte, [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) bevond zich op dat moment eveneens in deze woning.
De verdachte ontkent dat hij [slachtoffer] die bewuste nacht heeft mishandeld.
De rechtbank dient primair de vraag te beantwoorden of op basis van het dossier kan worden bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld. Subsidiair, indien mishandeling niet kan worden bewezen, dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dwang.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Op specifieke standpunten zal de rechtbank hierna, waar relevant, nader ingaan.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage I opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.5.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft verweer gevoerd, inhoudende dat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen nu het dossier hiervoor onvoldoende aanknopingspunten biedt.
Anders dan de raadsman, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de primair tenlastegelegde mishandeling. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Nu de verdachte de tenlastegelegde handelingen ontkent, [slachtoffer] hier niet concreet over verklaart en bij hem ook geen letsel is geconstateerd, dient de rechtbank primair te beoordelen of op basis van de overige zich in het dossier bevindende stukken (verklaringen van melders en beschrijvingen van camerabeelden), mishandeling door een of meer tenlastegelegde handelingen kan worden bewezen.
Gelet op de inhoud van de in bijlage I opgesomde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte [slachtoffer] heeft geknepen. Dit blijkt uit de beschrijving van de door getuige [naam] overhandigde beelden, waarop zichtbaar is dat de verdachte het been van [slachtoffer] vast heeft en waarop te zien is dat deze plek rood verkleurt op het moment dat de verdachte loslaat. [slachtoffer] zegt hierop ook dat hij niet wil worden mishandeld.
De rechtbank acht tevens bewezen dat de verdachte, een volwassen man, heeft gestaan op het lichaam van [slachtoffer] . Dit blijkt uit hetgeen [naam1] heeft verklaard en uit de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij per ongeluk op de voet van [slachtoffer] is gaan staan. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte, door in een kleine zolderruimte na het nuttigen van een dusdanige hoeveelheid alcohol dat zijn gedrag waarneembaar door de invloed van die alcohol werd beïnvloed, te trachten over [slachtoffer] , die op een matras naast hem lag, heen te stappen dan wel langs hem te lopen, welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij hierbij op het lichaam van [slachtoffer] zou gaan staan en hem zo pijn zou doen.
Ten slotte acht de rechtbank bewezen dat de verdachte, door van 22.00 uur ’s avonds tot 04.30 uur ’s nachts een livestream uit te zenden in de zolderkamer waar zijn achtjarige neefje op een matras trachtte te slapen en door hem tijdens deze livestream steeds wakker te houden, de gezondheid van [slachtoffer] dusdanig heeft benadeeld, dat dit eveneens wordt aangemerkt als mishandeling.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld door hem te knijpen, op zijn lichaam te staan en hem gedurende de nacht wakker te houden.
Met betrekking tot de overige tenlastegelegde handelingen, te weten het schoppen, trappen en slaan van [slachtoffer] , het trekken aan diens been en het springen op [slachtoffer] , overweegt de rechtbank dat het dossier hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal de verdachte dan ook partieel vrijspreken van deze handelingen.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 4 augustus 2019 te Leiden [slachtoffer] heeft mishandeld door op het lichaam van die [slachtoffer] te staan en die [slachtoffer] in een been te knijpen en die [slachtoffer] te verhinderen te slapen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om – indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring – een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn destijds achtjarige neefje, door hem te knijpen en op zijn lichaam te gaan staan. De verdachte heeft in de nacht van 4 augustus 2019 van 22.00 uur tot 04.30 uur een livestream uitgezonden en heeft aldus zijn neefje bijna de hele nacht wakker gehouden en zo de gezondheid van zijn neefje benadeeld. De verdachte heeft tijdens het uitzenden van de livestream verwerpelijk en verontrustend gedrag getoond ten opzichte van zijn neefje, waar veel kijkers van de livestream aanstoot aan namen, wat alleen al blijkt uit de meerdere meldingen die binnen kwamen bij de politie, uit de opnames die meerdere mensen hebben gemaakt en uit het feit dat veel mensen onderling met verontrusting online de situatie bespraken. De verdachte heeft er met zijn gedrag die nacht voor gezorgd dat bezorgde kijkers die nacht hiermee bezig waren, en dat politie in verschillende delen van het land bezig is geweest om de verdachte die nacht nog op te sporen om een eind te maken aan wat er te zien was. Alleen door de inspanningen van anderen is aan de gedragingen van de verdachte een einde gekomen. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij als oom het vertrouwen van zijn nog jonge neefje heeft beschaamd en dat hij ten aanzien van de hem verweten gedragingen geen verantwoordelijkheid neemt maar een grotendeels ontkennende, dan wel bagatelliserende houding aanneemt. De rechtbank acht strafverzwarend dat de verdachte anderen door de livestream deelachtig heeft gemaakt van de urenlang voortdurende mishandeling.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 13 oktober 2021. In het nadeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat hieruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor misdrijven.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een retourzending rapportageverzoek van [bedrijf] d.d. 31 oktober 2019, een psychiatrisch onderzoek betreffende de verdachte d.d. 31 oktober 2019 en een psychologisch onderzoek betreffende de verdachte d.d. 15 oktober 2019, waaruit blijkt dat de verdachte telkens niet wenste mee te werken aan de totstandkoming van een rapportage.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van een voortgangsverslag van [bedrijf] d.d. 2 november 2021, waaruit blijkt dat het toezicht dat ten tijde van de schorsing van de voorlopige hechtenis is gaan lopen, zich vanaf het begin af aan kenmerkte door
ambivalentie bij de verdachte over het al dan niet willen meewerken. Het bespreken
van eventuele risicofactoren is hierdoor niet mogelijk geweest. Een eventueel verplicht reclasseringscontact in het kader van een voorwaardelijke veroordeling biedt volgens [bedrijf] bij deze houding geen meerwaarde.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het tijdsverloop in deze zaak.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en het strafblad van de verdachte, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Zij acht een gevangenisstraf van acht weken passend en geboden. Deze straf is gelijk aan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Dit voorschrift is toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens gold dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens geldt.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
mishandeling;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) WEKEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.E. van den Brink, voorzitter,
mr. M.S. Neervoort, rechter,
mr. F.C. Berg, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 november 2021.
Bijlage I: Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019216790, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden -Bollenstreek (doorgenummerd pagina 1 t/m 75). De inhoud is steeds zakelijk weergegeven.
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 8):
Op zondag 04 augustus 2019 was ik, verbalisant, belast met een nachtdienst. Om 01:57 uur hoorde ik een bericht van de gemeenschappelijke meldkamer. Ik hoorde de centralist zeggen dat er op dit moment via een Live Stream te zien was dat een jongetje door een man mishandeld zou worden en dat dit mogelijk in Leiden zou zijn. Om 03:30 uur werd ik, verbalisant, door de meldkamer gebeld. Ik hoorde de centralist zeggen dat op de bovengenoemde Live Stream een identiteitskaart te zien was en dat men zo achter de gegevens van de gezochte persoon was gekomen. Ik hoorde de centralist zeggen dat de verdachte betrof: [verdachte] , geboren [geboortedag] 1991. Ik, verbalisant, hoorde de centralist zeggen dat deze [verdachte] mogelijk zou verblijven bij zijn ouders op de [adres1] te Leiden.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 10):
Wij, verbalisanten, hebben aangebeld op bovengenoemd adres. Wij herkenden allebei [verdachte] direct als de jongen die op de foto stond die door de meldkamer was rondgestuurd. Ons was bekend dat het jongetje op de zolderkamer zou liggen. Op deze kamer troffen wij het jongetje ook aan. Ik, verbalisant, heb samen met twee ambulancebroeders wat vragen aan het jongetje gesteld. Naar aanleiding van onze vragen kwam de volgende informatie naar voren: Hij heet [slachtoffer] , geboren op [geboortedag1] 11. Hij sliep pas net (04:30 uur), maar normaal gaat hij wel op tijd slapen.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 22-24):
Op zondag 4 augustus 2019, omstreeks 11.13 uur, kreeg ik een verzoek van de recherche, om een melder te bellen in deze zaak. Ik heb vervolgens gebeld met het nummer en hoorde dat er door een vrouw werd opgenomen. Ik hoorde dat zij mij vertelde, dat zij [naam2] heette van haar achternaam. Ik hoorde dat zij mij meteen het volgende vertelde: "Ik heb gisteren gebeld naar de politie, omdat ik dit niet vind kunnen. Toen ik het filmpje zag, was het half 1. (…)
V: Je zei dat hij op de buik van het kindje heeft gestaan. Hoe deed hij dat?
A: Hij heeft met 1 voet op zijn buik gestaan.
V:Je vertelde net wat over knijpen, hoe deed hij dat?
A: Ikzelf heb het 1 keer gezien, op zijn been. Op zijn linkerbeen, ter hoogte van zijn knie. Het was aan de zijkant.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 41 en 42):
Op zondag 4 augustus 2019, omstreeks 14.40 uur, kreeg ik verbalisant, via de Whats-app beelden van getuige [naam2] . (…)
Dan hoor je de man zeggen: "Klaar, klaar, klaar". en laat hij het kindje los. Je ziet dat het een beetje rood is, waar de man het kindje vast gepakt heeft. Foto 7. Je hoort het kindje wat zeggen, maar ik kan niet goed verstaan wat er gezegd wordt, omdat de camera bewogen wordt. Ik hoor het kindje in ieder geval het woord "Mishandeld" zeggen.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 36):
Ik, verbalisant, belde op 4 augustus 2019 omstreeks 15:00 uur met getuige [naam1] , nadat zij melding bij de politie deed over een mishandeling die live op Facebook werd uitgezonden. Ik hoorde dat [naam1] aan mij de volgende verklaring aflegde: Op 4 augustus 2019, omstreeks 01:00 uur, keek ik naar een live stream. De streamer noemde zichzelf [verdachte] . Vervolgens zag ik dat [verdachte] zichzelf filmde toen hij naar zolder liep. Ik zag dat er een jongen op een matras lag te slapen. Ik zag dat [verdachte] enige tijd op het jongetje bleef staan. Aan de reactie van het jongetje maakte ik op dat het zeer deed. Ik hoorde dat het jongetje overstuur raakte en begon te huilen.
6. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 november 2021, voor zover inhoudende:
Ik was aan het live streamen. Mijn neefje lag naast me op een matras. Ik had die avond wel gedronken. De livestream begon rond 22.00 uur. De politie kwam rond half 5 bij mij en toen is de livestream gestopt.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 17 september 2019, voor zover inhoudende (p. 28 aanvullend proces-verbaal):
Ik heb per ongeluk op zijn voet gestaan. Daar heb ik nog sorry voor gezegd.
8. Het deskundigenverslag op 28 juli 2021 opgemaakt en ondertekend door mw. [naam3] , kinderarts sociale pediatrie, voor zover inhoudende :
Op basis van de aanwezige onderzoeken kan ik concluderen dat de jongen naar verwachting de dag (en wellicht enkele dagen) na de nacht slaaponthouding last zal hebben gehad van verhoogde slaperigheid met daarbij passend verminderd algeheel functioneren op die dag(en).